Raadslid Viki Tweepenninckx vervoegt de zitting vanaf punt 2.
BESLUIT:
De Raad neemt kennis van het verslag van de openbare vergadering van 23 februari 2023 en keurt het met eenparigheid van stemmen en zonder opmerkingen goed.
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40 en 41;
Gelet op artikel 16 van de statuten van IGO waarin wordt bepaald een bestuurder wordt aangeduid voor clusters van gemeenten. Voor Zoutleeuw/Linter is er dus sprake van 1 bestuurder in de RVB van IGO div. Die bestuurder vertegenwoordigt dus alle gemeenten uit de cluster waaruit deze wordt voorgedragen. Een bestuurder vertegenwoordigt ook steeds alle OCMW's uit de cluster waaruit hij wordt voorgedragen;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 24 januari 2019 houdende de voordracht van een kandidaat-vertegenwoordiger in de raad van bestuur van IGO:
Gelet op het schrijven van 27 februari 2023 waarbij Kim Soetaers meedeelt dat ze met ingang van 1 april 2023 ontslag neemt als vertegenwoordiger in de raad van bestuur van IGO voor de cluster van gemeenten Zoutleeuw/Linter;
Gelet op het voorstel namens de gemeenteraad om de heer Ludo PLUYMERS, voor het resterende deel van de legislatuur, voor te dragen als vertegenwoordiger van de cluster van de gemeenten Zoutleeuw/Linter in de raad van bestuur van de intergemeentelijke vereniging IGO, ter vervanging van mevrouw Kim SOETAERS (ontslagnemend);
Gelet op het decreet van 22/12/2017 over het lokaal bestuur;
Gelet op het decreet van 18/05/2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30/11/2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming;
Gelet op de beslissing van het Vast Bureau van 18/03/2021, waarbij werd besloten dat het OCMW Zoutleeuw met ingang van 01/06/2021 niet langer zal optreden als gemachtigd indicatiesteller in het kader van de Vlaamse Sociale Bescherming;
Gelet op de samenwerkingsovereenkomst van 27/07/2017 tussen de OCMW's van Landen en Zoutleeuw inzake gezinszorg en aanvullende thuiszorg;
Gelet op het ontwerp van addendum bij de samenwerkingsovereenkomst van 27/07/2017 tussen de OCMW's van Landen en Zoutleeuw inzake gezinszorg en aanvullende thuiszorg;
Overwegende dat OCMW Landen en OCMW Zoutleeuw op 27/07/2017 een samenwerkingsovereenkomst hebben afgesloten, met toepassing van artikel 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, met volgende draagwijdte:
-overdracht op 1 januari 2018 van de erkenning van de dienst voor gezinszorg van het OCMW Zoutleeuw aan het OCMW Landen, met inbegrip van het volledig aantal uren gezinszorg dat aan deze erkende dienst was toegewezen
-organisatie van een gezamenlijke dienst voor gezinszorg vanaf 1 januari 2018, met als werkingsgebied het grondgebied van de steden Landen en Zoutleeuw, ingericht door het OCMW Landen
-overdracht van het statutair en contractueel personeel van de dienst gezinszorg van het OCMW Zoutleeuw aan het OCMW Landen
-de regeling van de onderlinge verdeling van het financieel resultaat van de dienst voor gezinszorg
-de oprichting van een overlegcomité (ODGAT) met afgevaardigden van het OCMW Landen en van het OCMW Zoutleeuw;
Overwegende dat deze samenwerkingsovereenkomst met toepassing van artikel 34/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 05/06/2009 betreffende de procedures voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers werd goedgekeurd door de administrateur-generaal van het Agentschap Zorg en Gezondheid, met een besluit van 03/10/2017;
Overwegende dat OCMW Landen met toepassing van artikel 7 van de samenwerkingsovereenkomst instaat voor het onderzoek naar de zorgbehoefte van de aanvrager van gezinszorg op het grondgebied van Landen en Zoutleeuw; dat dit thans gebeurt aan de hand van een nieuw instrument, de BelRai-screener, ingevolge de inwerkingtreding van het decreet van 18/05/2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming en haar uitvoeringsbesluiten; dat de dienst voor gezinszorg van OCMW Landen daartoe over een voldoende aantal geattesteerde indicatiestellers beschikt;
Overwegende dat het Vast Bureau van het OCMW Zoutleeuw op 18/03/2021 besloot om vanaf 01/06/2021 niet meer op te treden als gemachtigd indicatiesteller in de zin van de Vlaamse Sociale Bescherming; dat het OCMW Zoutleeuw slechts sporadisch (ca. 2 keer per jaar) een aanvraag krijgt om een indicatiestelling uit te voeren voor een persoon die in aanmerking komt voor een zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden, doch die daarvoor geen beroep kan doen op zijn zorgkas of mutualiteit (bvb. ziekenfonds NMBS, HZIV, ...); dat het optreden als BelRai-screener omvangrijke verplichtingen met zich meebrengt op het vlak van administratie, informatica en opleiding, die niet in verhouding staan tot het beperkt aantal uit te voeren indicatiestellingen; dat het OCMW Landen, als inrichtende macht van de gezamenlijke dienst voor gezinszorg, aan alle reglementaire vereisten beantwoordt en dat het Vast Bureau de sociale dienst bijgevolg verzocht om na te gaan of OCMW Landen hieromtrent wenst samen te werken; dat de sociale dienst tijdelijk en in afwachting van een eventuele samenwerking met OCMW Landen, op basis van een informele afspraak, hiervoor een beroep kon doen op indicatiestellers van de Vlaamse Zorgkas;
Overwegende dat OCMW Landen bereid is om in deze gevallen op te treden als BelRai-screener voor inwoners van Zoutleeuw, tegen vergoeding en onder de voorwaarden bepaald in een addendum bij de samenwerkingsovereenkomst DGAT; dat beide OCMW's samen een ontwerp het addendum hebben opgemaakt; dat het addendum een afdoende oplossing biedt voor de inwoners van Zoutleeuw die voor een indicatiestelling geen beroep kunnen doen op een andere instantie en dat voor het OCMW Landen een billijke en kostendekkende vergoeding wordt voorzien voor de prestaties die worden uitgevoerd ten behoeve van een inwoner van Zoutleeuw; dat het past het voorliggende addendum goed te keuren;
Overwegende dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van OCMW Landen zich op 28/03/2023 zal uitspreken over het ontwerp van addendum en de uitbreiding van de samenwerking;