Guy Dumst vervoegt de zitting vanaf punt 2.
De voorzitter schorst de zitting tussen punten 5 en 6 voor de eedaflegging van Ilse Beelen als lid van het BCSD.
BESLUIT:
De Raad neemt kennis van het verslag van de openbare vergadering van 24 november 2022 en keurt het met eenparigheid van stemmen en zonder opmerkingen goed.
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, hierna genoemd DLB;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;
Gelet op de Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus die nog steeds van toepassing is voor de meerjarenplan aanpassing 2020-2025 nr. 3 waarbij de kredieten 2023 worden vastgesteld;
Overwegende dat gemeente en OCMW volgens de regels van de nieuwe BBC2020-regelgeving een meerjarenplan minstens één keer per jaar moeten aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar (2023) vast te stellen én om het resultaat van de jaarrekening van het vorige boekjaar (2021) dienen te integreren in de aangepaste staat van het financieel evenwicht;
Overwegende dat, als dat nodig is, ook de kredieten van 2022 aangepast kunnen worden;
Gelet op het ontwerp van de meerjarenplan aanpassing 2020-2025 nr. 3 met het beschikbaar budgettair resultaat en de autofinancieringsmarge zoals blijkt uit onderstaande tabel en overeenkomstig het schema M2 en de daarbij horende stukken, zoals aangehecht als bijlage bij huidige beslissing;
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
|
Beschikbaar budgettair resultaat |
-181.225 |
10.115 |
71.701 |
107.051 |
351.477 |
279.466 |
Autofinancieringsmarge |
670.919 |
1.710.396 |
-831.492 |
-746.507 |
-441.897 |
275.340 |
Gelet op het positief advies van het managementteam;
Overwegende dat het meerjarenplan een periode moet bestrijken die loopt van het tweede jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen tot en met het jaar dat volgt op de volgende gemeenteraadsverkiezingen (art. 254 DLB); dat aldus een meerjarenplan moet worden opgemaakt voor de periode 2020-2025; dat het meerjarenplan wordt opgemaakt volgens de geldende regels over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;
Overwegende dat de meerjarenplan aanpassing van gemeente en OCMW één geïntegreerd geheel vormen; dat de OCMW-raad en de gemeenteraad met toepassing van artikel 249, §3, DLB elk hun deel van de meerjarenplan aanpassing 2020-2025 dienen vast te stellen; dat vervolgens de gemeenteraad het OCMW-gedeelte van de meerjarenplan aanpassing, zoals door de Raad Maatschappelijk Welzijn vastgesteld, dient goed te keuren; dat ingevolge deze goedkeuring de meerjarenplan aanpassing geacht wordt in zijn geheel te zijn vastgesteld;
Overwegende dat het voorliggende ontwerp van meerjarenplan aanpassing 2020-2025 nr. 3 tenminste veertien dagen voor de vergadering aan de raadsleden werd bezorgd en dat terzelfdertijd de bijhorende documentatie ter beschikking van de raadsleden werd gesteld; dat de beleidsdoelstellingen en beleidsopties voor het extern en intern te voeren beleid wordt weergegeven in de strategische nota en dat de financiële vertaling hiervan blijkt uit de financiële nota; dat het geraamde beschikbaar resultaat per boekjaar groter is dan 0; dat de geraamde autofinancieringsmarge voor het laatste boekjaar van de planningsperiode groter is dan 0; dat de meerjarenplan aanpassing 2020-2025 nr. 3 aldus voldoet aan de evenwichtsvoorwaarden; dat het deel gemeente van de meerjarenplan aanpassing 2020-2025 nr. 3 wordt vastgesteld conform het voorliggende ontwerp;
Na beraadslaging;
BESLUIT:
Artikel 1 :
Het deel OCMW van de meerjarenplan aanpassing 2020-2025 nr. 3, zoals aangehecht als bijlage en met onderstaand beschikbaar budgettair resultaat en autofinancieringsmarge, inclusief de beginkredieten 2023, wordt vastgesteld.
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
|
Beschikbaar budgettair resultaat |
-181.225 |
10.115 |
71.701 |
107.051 |
351.477 |
279.466 |
Autofinancieringsmarge |
670.919 |
1.710.396 |
-831.492 |
-746.507 |
-441.897 |
275.340 |
Art. 2 :
De gemeenteraad wordt verzocht over te gaan tot de goedkeuring van het deel OCMW van de meerjarenplan aanpassing 2020-2025 nr. 3.
Art. 3 :
Deze beslissing in te schrijven op de lijst die wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285, §2, van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur. Onderhavige beslissing wordt integraal bekendgemaakt via website van de stad en via het digitaal loket.
Gelet op het decreet van 22.12.2017 over het lokaal bestuur;
Gelet op de organieke wet van 08.07.1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikelen 1 en 57;
Gelet op het energiedecreet van 08.05.2009, artikel 4.1.22 en artikel 6.1.2, §1;
Gelet op het energiebesluit van 19.11.2010, artikelen 5.4.6 t.e.m. 5.4.10/1;
Gelet op het ministerieel besluit van 04.11.2022 houdende vastlegging van de tabellen betreffende de hoeveelheid aardgas en elektriciteit die de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning;
Overwegende dat het Energiebesluit van 19.11.2010 de OCMW’s, door middel van het systeem van de minimale levering van aardgas, een middel aanreikt om de klanten bij de netbeheerder Fluvius die onvoldoende middelen hebben om betalingen uit te voeren via het voorafbetalingssysteem Prepaid (voorheen ‘budgetmeter’) te ondersteunen en om het risico om in de winterperiode zonder verwarming te vallen te voorkomen; dat de winterperiode loopt van 1 november tot 31 maart;
Overwegende dat het OCMW per halve maand een bedrag ter beschikking kan stellen aan de behoeftige personen en gezinnen voor oplading via het voorafbetalingssysteem tijdens de winterperiode; dat de sociale dienst hiertoe een sociaal onderzoek dient uit te voeren overeenkomstig de OCMW-wet; dat het BCSD, of de voorzitter van het BCSD in geval dringende steunverlening, voor elke individuele aanvrager een beslissing tot toekenning van de hulp moet treffen; dat in geval van behoeftigheid het OCMW hulp kan verlenen in de vorm van een tweewekelijkse oplading via de prepaid-tool, volgens de tarieven bepaald in het ministerieel besluit van 04.11.2022; dat het bedrag dat ter beschikking wordt gesteld afhankelijk is van de woontypologie (open of halfopen bebouwing, rijhuis, hoekhuis of appartement) en of het al dan niet gaat om een beschermde afnemer met sociaal tarief; dat het OCMW vervolgens 70% van de conform het ministerieel besluit van 04.11.2022 toegekende bedragen kan terugvorderen bij de netbeheerder Fluvius; dat de Vlaamse Regering besloot dat deze winter 90% van de uitgekeerde bedragen door het OCMW kunnen worden gerecupereerd o.w.v. de energiecrisis;
Overwegende dat de tarieven bepaald door het ministerieel besluit van 04.11.2022 berekend zijn op 60% van het gemiddeld verbruik tijdens de wintermaanden december, januari en februari 2023; dat het OCMW op deze wijze de grootste nood kan opvangen en minimaal comfort kan verzekeren aan de behoeftige personen en gezinnen; dat de toetreding tot het systeem het BCSD niet belet om nog aanvullende steun toe te kennen;
Overwegende dat er volgens Fluvius in Zoutleeuw 49 prepaid-klanten voor aardgas en/of elektriciteit zijn op 01.09.2022;
Overwegende dat het systeem van OCMW-hulp inzake de minimale levering van aardgas facultatief is; dat de raden van de OCMW’s die aan de maatregel willen deelnemen daartoe eenmalig een besluit tot toepassing van het systeem moeten treffen; dat het aantal personen en gezinnen met betalingsmoeilijkheden toeneemt als gevolg van de energiecrisis en de fors gestegen energieprijzen; dat het BCSD zeer frequent besluit tot hulpverlening aan personen die hun energiefactuur niet kunnen betalen; dat voorts 80% van de OCMW’s in Vlaanderen al deelneemt aan deze maatregel; dat het bijgevolg aangewezen is om aan te sluiten bij het hoger vermelde systeem van minimale aardgaslevering in de winterperiode; dat de raadsbeslissing tot toetreding voor onbepaalde duur geldt;
Overwegende dat de Raad op 21.12.2010 reeds principieel besloot om het systeem van de minimale levering toe te passen; dat het Vast Bureau op 08.12.2011 evenwel diende vast te stellen dat de uitvoering van deze raadsbeslissing de facto niet kon worden gerealiseerd omdat in het OCMW geen betaalterminal voor de oplading van budgetmeters was geïnstalleerd; dat het Vast Bureau bijgevolg besloot om in geval van energiearmoede enkel hulp toe te kennen voor de betaling van energiefacturen met de middelen die de federale overheid ter beschikking stelt conform de wet van 04.09.2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering; dat deze federale subsidie voor het jaar 2022 3.792,68 euro bedraagt; dat de aanvulling van deze federale subsidie met de Vlaamse middelen in het kader van de minimale levering aangewezen is om de meest kwetsbare personen en gezinnen optimaal te kunnen helpen;
Overwegende dat inmiddels de meeste prepaid-klanten beschikken over een digitale meter en dat de opladingen kunnen gebeuren via de door Fluvius aan te reiken ATOS-tool; dat er bijgevolg voor deze klanten geen handelingen aan de betaalterminal meer moeten gebeuren; dat er dan ook geen technische bezwaren meer zijn tegen de invoering van het systeem;
BESLUIT:
De raad gaat akkoord om toe te treden tot het systeem van de minimale levering via de digitale meter in voorafbetaling.
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de installatie van de leden van het BCSD op 2 januari 2019;
Gelet op de beslissing van de RMW 04/02/2021 houdende de verkiezing van mevrouw Angie Hommers als lid van het BCSD;
Gelet op het schrijven van mevrouw Angie Hommers d.d. 04/10/2022 aan de Voorzitter van de RMW houdende de kennisgeving van haar ontslag als lid van het BCSD;
Overwegende dat het lid van het BCSD dat ontslag wil nemen, dat overeenkomstig artikel 103 van het Decreet Lokaal Bestuur schriftelijk meedeelt aan de voorzitter van de Raad; dat het ontslag definitief is zodra de voorzitter van de Raad de kennisgeving ontvangt; dat het lid van het BCSD zijn mandaat blijft uitoefenen tot zijn opvolger geïnstalleerd is.
BESLUIT:
De Raad neemt kennis van het ontslag van mevrouw Angie Hommer als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst.
Gelet op het decreet van 22.12.2017 over het lokaal bestuur, hierna genoemd ‘DLB’;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25.05.2018 tot vaststelling van het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden per gemeente, schepenen per gemeente, leden van de raden voor maatschappelijk welzijn van Voeren en de randgemeenten, leden van het vast bureau van Voeren en de randgemeenten, districtsraadsleden per district in Antwerpen, leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst per gemeente, provincieraadsleden per provincie van het Vlaamse Gewest, en tot verdeling van de provincieraadsleden over de provinciedistricten;
Overwegende dat de Raad in de vergadering aansluitend op de installatievergadering van de gemeenteraad, krachtens artikel 93 DLB, moet overgaan tot de verkiezing van de leden van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst; dat het aantal leden van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, de voorzitter niet inbegrepen, door het besluit van de Vlaamse Regering van 25.05.2018 voor Zoutleeuw werd vastgesteld op 6; dat de leden werden verkozen door de Raad in de zitting van 02.01.2019;
Gelet op het ontslag van Angie Hommers als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst;
Gelet op de akte tot voordracht van de volgende kandidaat-leden voor het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, zoals overhandigd aan de algemeen directeur op 24/11/2022:
- Ilse Beelen, Prof. R. Verdeyenstraat 1B, 3440 Zoutleeuw;
- Anne Cooremans, Leenhaagstraat 10B, 3440 Zoutleeuw;
Gehoord de voorzitter van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn die de ontvankelijkheid van de akte van voordracht heeft onderzocht;
Overwegende dat de voordrachtakte meer dan acht dagen voor de huidige vergadering werd ingediend; dat zij voldoet aan de voorwaarden van artikel 92, derde lid, DLB en dat zij als ontvankelijk moet worden beschouwd; dat bijgevolg het voorgedragen kandidaat-lid, met toepassing van artikel 95 DLB verkozen moet worden verklaard als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst;
Overwegende dat de geloofsbrieven van de voorgedragen kandidaat-leden van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst zijn onderzocht; dat de zij voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden, zoals bepaald in artikel 87, §1, tweede lid, DLB;
Overwegende dat uit geen enkel element van het dossier blijkt dat de voorgedragen kandidaat-leden zich in een toestand van onverenigbaarheid zou bevinden, als bedoeld in artikel 100 DLB;
Overwegende dat bijgevolg de verkozenen leden van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst moeten worden opgeroepen om ten overstaan van de voorzitter van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn de eed af te leggen, met toepassing van artikel 96, §1, derde lid, DLB;
BESLUIT:
De Raad neemt akte van de geldige voordrachtakte en verklaart Ilse Beelen en Anne Cooremans verkozen als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn in openbare vergadering,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het proces-verbaal van eedaflegging door mevrouw Ilse Beelen, als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, opgemaakt 09/11/2022;
Overwegende dat mevrouw Ilse Beelen verkozen worden verklaard als lid van het BCSD met een raadsbeslissing van 22/12/2022 ;
dat zij op 22/12/2022 de eed heeft afgelegd in handen van de voorzitter van de Raad en in aanwezigheid van de Algemeen Directeur; dat hiervan proces-verbaal werd opgemaakt; dat de Raad hiervan kennis neemt;
BESLUIT:
De Raad neemt akte van de eedaflegging van mevrouw Ilse Beelen als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst.
Data RMW 2023: 26/01, 23/02, 23/03, 27/04, 25/05, 22/06, 28/09, 26/10, 23/11, 21/12.