Uit voorzorg laten we de vergaderingen van de gemeenteraad nog doorgaan in de Cultuurzaal van GC de Passant, met tafels op ruime afstand van elkaar. Inschrijvingen voor publiek en het dragen van een mondmasker zijn niet meer verplicht (BB 25/05/2022).
De burgemeester geeft een stand van zake over :
- de vogelgriep
- de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne
- start bouwwerken Dry Croonen
Schepen Raf Lambeets geeft de stand van zaken werken Grote Markt.
Gelet op het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 32,277,278;
Gelet op het door de algemeen directeur voorgelegde ontwerp van de notulen;
Gelet op het zittingsverslag;
Gelet op artikel 170, §4 van de Grondwet;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur d.d. 22/12/2017 en latere wijzigingen;
Gelet op het Decreet van 30/05/2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;
Overwegende dat de gemeenteraad in zitting van 18/12/2018 het belastingreglement op inname openbaar domein heeft goedgekeurd voor een periode van 01/01/2019 t.e.m. 31/12/2025;
Overwegende dat in artikel 3 van desbetreffend belastingreglement de vrijstellingen bepaald worden; dat het stadsbestuur voorstelt om de vrijstellingen als volgt uit te breiden:
- herstellings- en onderhoudswerken aan geklasseerde gebouwen en monumenten;
- plaatsen van asbestplatenzakken (bigbags), aangekocht bij intercommunale ECOWERF, ten belope van het project ‘ophaling asbest aan huis’ 1/1/2022 t.e.m. 31/12/2023;
BESLUIT:
Artikel 1:
Voor de aanslagjaren 2019 t.e.m. 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de inname van het openbaar domein.
Art. 2:
De belasting is verschuldigd door de aanvrager van de vergunning voor de inname van het openbaar domein.
De natuurlijke of rechtspersoon die het openbaar domein inneemt is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Art. 3:
Zijn vrijgesteld van deze belasting:
- verenigingen met een uitsluitend menslievend doel zonder enig winstgevend oogmerk,
- caritatieve organisaties en Zoutleeuwse sociale, culturele en sportieve verenigingen erkend door het stadsbestuur,
- de innemingen van openbaar domein tijdens braderieën, de jaarlijkse avondmarkt, Kapelkermis en kerstmarkt zijn niet onderworpen aan deze belasting,
- onderwijsinstellingen op het grondgebied van Zoutleeuw voor de innemingen van openbaar domein wekelijkse markt vermeld onder afdeling 2 en voor occasionele innemingen vermeld onder afdeling 3 punt c),
- de innemingen van openbaar domein voor het plaatsen van afgebakende terrassen door horeca-zaken,
- herstellings- en onderhoudswerken aan geklasseerde gebouwen en monumenten,
- plaatsen van asbestplatenzakken (bigbags), aangekocht bij intercommunale ECOWERF, ten belope van het project ‘ophaling asbest aan huis’ 1/1/2022 t.e.m. 31/12/2023.
AFDELING 1 : KERMISSEN
Art. 4:
De belasting wordt vastgesteld als volgt:
- een attractie met een oppervlakte kleiner dan 100 m² : 7,50 EUR per lopende meter,
- een attractie met een oppervlakte van 100 m² en meer : 12,50 EUR per lopende meter.
Art. 5:
De gevelafmetingen die gelden voor het berekenen van de belasting voor de hele kermisperiode, worden vastgesteld tussen de delen van de inrichtingen die het verst boven of tegen de grond uitsteken. De exacte afmeting zal worden aangerekend. Voor de inrichtingen “automatische spelen”, “amusementshallen” en voor elke inrichting op een hoekplaats zal de langste zijde (gevellengte of diepte van de instelling) in aanmerking komen voor de berekening van de belasting.
Art. 6:
De belasting moet bij de afgifte van de vergunning contant betaald worden, tegen afgifte van een betalingsbewijs of door overschrijving op de bankrekening van de stad, uiterlijk de dag van het opstellen van de kermisattracties.
Bij gebrek van contante betaling wordt de belasting ingekohierd.
Art. 7:
De aanvraag tot inname van een standplaats op de kermis moet gericht worden aan het schepencollege. Deze is gemachtigd de vergunning te verlenen indien de vrije doorgang niet wordt belemmerd en/of de verkeersregeling is verzekerd door bijzondere schikkingen.
AFDELING 2 : WEKELIJKSE MARKT
Art. 8:
De belasting wordt vastgesteld als volgt:
- 0,75 EUR per lopende meter en per marktdag (met een minimum van 5 meter) voor vaste marktkramers die op basis van een vergunning betalen.
- 10 EUR per marktdag voor standwerkers.
Elk gedeelte van een lopende meter wordt voor een volledige meter gerekend.
Art. 9:
De oppervlakte van de kramen zal vastgesteld worden op de meest uitspringende gedeelten, hetzij boven aan de kop, hetzij aan de voet. De holten worden als aangevuld aanzien.
De kramen die rond zijn worden als vierkant beschouwd.
De opmeting geschiedt door de verantwoordelijke marktleider.
Art. 10:
Voor de vaste marktkramers is de belasting verschuldigd bij afgifte van de vergunning en dient contant te worden betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs of door overschrijving op de bankrekening van de stad, binnen de veertien dagen na aanvang van de vergunning. Bij het niet nakomen van deze betalingstermijn vervalt de vergunning.
Voor marktkramers die in de loop van het jaar een vergunning krijgen voor de inname van een standplaats op de wekelijkse markt, wordt de verschuldigde belasting berekend aan het vastgesteld tarief en voor alle resterende weken van het lopende jaar. De verschuldigde belasting wordt bij afgifte van de vergunning betaald tegen afgifte van een ontvangstbewijs.
De standwerkers moeten de belasting contant betalen tegen afgifte van een betalingsbewijs, dat aan de bevoegde toezichter op diens verzoek moet worden vertoond.
Bij gebrek van contante betaling wordt de belasting ingekohierd.
Art. 11:
De aanvraag tot inname van een standplaats op de wekelijkse openbare markt moet gericht worden aan het schepencollege. Deze is gemachtigd de vergunning te verlenen indien de vrije doorgang niet wordt belemmerd en/of de verkeersregeling is verzekerd door bijzondere schikkingen.
Art. 12:
De gemeente verwerpt elke verantwoordelijkheid tegenover de vergunninghouder of tegenover derden voor wat betreft de uitgestalde waren, de kramen en de voertuigen en eventueel ander materiaal, om het even waar zij zich bevinden.
De vergunninghouder draagt zelf de volledige verantwoordelijkheid, ook tegenover derden of tegenover het bestuur, voor de handelingen en de schade, om het even van welke aard, voortvloeiend uit het gebruik van zijn vergunning, uit het gewone feit zich ter plaatse te bevinden of uit welk danige oorzaak ook.
Art. 13:
Voor de berekening van de ingenomen oppervlakten wordt elk gedeelte van een vierkante meter voor een volledige vierkante meter gerekend.
Art. 14:
De belasting moet bij de afgifte van de vergunning contant betaald worden, tegen afgifte van een betalingsbewijs.
Bij gebrek van contante betaling wordt de belasting ingekohierd.
Art. 15:
De aanvraag tot inname van het openbaar domein moet gericht worden aan het schepencollege. Deze is gemachtigd de vergunning te verlenen indien de vrije doorgang niet wordt belemmerd en/of de verkeersregeling is verzekerd door bijzondere schikkingen.
De toegestane vergunning heeft slechts volledige uitwerking na betaling van de verschuldigde belasting en heeft ook slechts betrekking op de aangevraagde periode. Voor iedere vernieuwing of verlenging is een nieuwe aanvraag nodig.
AFDELING 3 : INNAME VOOR ALLERLEI AUTOMATEN, VOOR MATERIALEN, VOORWERPEN, MACHINES, SCHUTSELS EN DERGELIJKE MET HET OOG OP HET UITVOEREN VAN WERKEN DIE NIET VAN OPENBAAR NUT ZIJN EN VOOR OCCASIONELE INNEMINGEN ANDERE DAN DEZE BEPAALD HIERBOVEN
Art. 16:
De belasting wordt vastgesteld als volgt:
a) Voor allerlei automaten: 25 EUR per jaar per automaat.
b) Voor materialen, voorwerpen, machines, schutsels en dergelijke geplaatst op het openbaar domein met het oog op het uitvoeren van werken die niet van openbaar nut zijn: 0,25 EUR per m2 per dag met een minimum van 10 EUR per aangifte.
c) Voor occasionele innemingen van het openbaar domein, andere dan deze bepaald hierboven en die niet het voorwerp uitmaken van specifieke belasting- of retributiereglementen:
- zonder handels- of bedrijfskarakter: 0,25 EUR per m2 per dag met een minimum van 10 EUR per aangifte
- met handels- of bedrijfskarakter: 0,50 EUR per m2 per dag met een minimum van 10 EUR per aangifte.
Art. 17:
Voor de berekening van de belasting is de oppervlakte die dient in aanmerking te worden genomen, die van de rechthoek die fictief rond het voorwerp of de groep van voorwerpen, die zich op het openbaar domein bevinden, kan getrokken worden. Voor alles wat zich boven of onder de begane grond bevindt, zal de bepaling van de rechthoek geschieden met gebruik van loodlijnen. Elk gedeelte van een vierkante meter wordt als een volle vierkante meter beschouwd.
Art. 18:
De belasting moet bij de afgifte van de vergunning contant betaald worden, tegen afgifte van een betalingsbewijs of door overschrijving op de bankrekening van de stad.
Bij gebrek van contante betaling wordt de belasting ingekohierd.
Art. 19:
De vergunning voor de ingebruikname van het openbaar domein wordt afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen voor wat het geregeld en langdurig gebruik betreft, na advies van de bevoegde diensten, en door de bevoegde ambtenaar van het stadsbestuur van Zoutleeuw voor wat het uitzonderlijk en kortstondig gebruik betreft.
Aanvragen tot machtiging voor langdurig of blijvend gebruik moeten minstens één maand voor het begin van het gebruik worden ingediend.
Aanvragen tot kortstondig gebruik moeten minstens vijf werkdagen voor het begin van het gebruik worden ingediend.
Alle aanvragen moeten ingediend worden bij de bevoegde ambtenaar van het stadsbestuur van Zoutleeuw. De machtigingsaanvraag vermeldt alle elementen die noodzakelijk zijn voor de berekening van de belasting. Hetzelfde geldt voor elke wijzigingsaanvraag.
AFDELING 4: ALGEMENE BEPALINGEN
Art. 20:
De belasting is verschuldigd zonder dat de betrokkene kan aanspraak maken op enig recht, tijdelijk of blijvend. Hij heeft evenwel de plicht om op het eerste verzoek van het bestuur of de lokale politie het gebruik op te heffen of te beperken zonder hiervoor enige aanspraak op vergoeding of terugbetaling te kunnen maken. De betaling van de belasting brengt voor de gemeente geen enkele speciale toezichtstaak of aansprakelijkheid met zich mee. Het privaat gebruik van het openbaar domein gebeurt op eigen risico van de begunstigde van de machtiging en onder zijn verantwoordelijkheid.
Art. 21:
De vergunning tot het innemen van de standplaats wordt verleend zonder dat de vergunninghouder enig recht van erfdienstbaarheid op de openbare weg kan doen gelden, en onder uitdrukkelijke voorwaarde dat zij kan ingetrokken worden of tijdelijk of gedeeltelijk geschorst worden indien dit nodig geacht wordt.
De terugtrekking en de schorsing geven geen recht op een schadevergoeding.
Art. 22:
Dit reglement treedt in werking op 01/07/2022.
Gelet op het eredienstendecreet van 07/05/2004 en latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13/10/2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten en latere wijzigingen;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Minister van 27/11/2006 en latere wijzigingen;
Gelet op de omzendbrief BB/2013/01 van 01/03/2013 over de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22/12/2017;
Gelet op de jaarrekening boekjaar 2021 (financieel gedeelte en toelichting) van het kerkbestuur Sint-Cyriacus Budingen ingediend door het centraal kerkbestuur op 24.06.2022;
Gelet op het besluit van de kerkraad van 09.06.2022, waarbij voornoemde jaarrekening werd vastgesteld met volgend resultaat:
- exploitatieoverschot van €22.121,45 en een investeringsoverschot/tekort van €0,00;
Overwegende dat de kastoestand overeenstemt met de jaarrekening en dat alle verplichte documenten als toelichting bij de jaarrekening zijn gevoegd;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
BESLUIT:
Artikel 1:
De jaarrekening boekjaar 2021 van het kerkbestuur Sint-Cyriacus Budingen wordt gunstig geadviseerd.
Art. 2:
Afschrift van deze beslissing te zenden aan de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, aan het centraal kerkbestuur Zoutleeuw en aan het betrokken kerkbestuur.
Gelet op het decreet van 22/12/2017 over het lokaal bestuur;
Gelet op het burgerlijk wetboek, boek 3, titel 7 ‘Erfpachtrecht’;
Gelet op de pachtwet;
Gelet op de beslissing van het schepencollege van 01/10/2020 houdende de goedkeuring van de engagementsverklaring Blue-deal en Water-Land-Schap m.b.t. de inrichting van een natuurlijk overstromingsgebied ‘Den Bruel’;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 22/10/2020 houdende het principieel akkoord met de verwerving door de stad Zoutleeuw van de binnen het strategisch project aangeduide percelen;
Gelet op de subsidie-oproep in het kader van Blue-deal voor projecten “Water-Land-Schap: waterconservatie en infiltratie in open ruimtegebieden” en op het ingediende subsidiedossier “Inrichting natuurlijk overstromingsgebied Den Bruel (samenvloeiing Kleine Gete en Dormaalbeek)”;
Gelet op het ministerieel besluit van 14/12/2020 houdende de toekenning van een subsidie in het kader van de projectoproep “Water-Land-Schap: waterconservatie en infiltratie open ruimtegebieden” aan het Regionaal Landschap Zuid-Hageland voor het projectvoorstel “Overstromingsgebied Den Bruel”;
Gelet op de collegebeslissing van 14/03/2022 waarbij het OCMW wordt gevraagd aan de stad een kosteloos erfpachtrecht van 99 jaar toe te kennen op 12 percelen grond, gelegen in het projectgebied Den Bruel”;
Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 en inzonderheid op de prioritaire beleidsdoelstelling BD-2 ‘Robuuste en klimaatbestendige open ruimte, met prioritair actieplan AP-8 Water-Land-Schap en hemelwaterplan en de prioritaire actie ACT-33 “Den Bruel: uitbouw natuurlijk overstromingsgebied ter bestrijding wateroverlast”;
Gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 07/07/2022 houdende de vestiging van een kosteloos erfpachtrecht van 99 jaar ten voordele van het stadsbestuur op 12 percelen grond, gelegen in het projectgebied Den Bruel;
Gelet op het samengestelde dossier;
Overwegende dat het programma Water-Land-Schap tot doel heeft problemen met water in landelijke gebieden in onderlinge samenhang op te lossen, in nauwe samenwerking met de gebruikers van het gebied en rekening houdend met de extra stress die de klimaatverandering op de watersystemen uitoefent; dat het strategische project Getestreek als deelgebied van het programma werd geselecteerd door de Vlaamse Landmaatschappij; dat mede in het kader hiervan in het MJP een prioritaire actie “Den Bruel - uitbouw natuurlijk overstromingsgebied" werd opgenomen, met als doel o.a. de wateroverlast in het centrum van de stad te bestrijden;
Overwegende dat de Vlaamse Landmaatschappij en de Vlaamse Milieumaatschappij op 29/07/2020 een projectoproep “Water-Land-Schap: waterconservatie en infiltratie in open ruimtegebieden” hebben gelanceerd naar de deelgebiedverantwoordelijken van de landinrichtingsprojecten Water-Land-Schap; dat voor wat betreft het deelgebied Getestreek een subsidiedossier werd ingediend door RLZH, in samenwerking met de stad Zoutleeuw, met als doel om een natuurlijk overstromingsgebied te creëren tussen de Dormaalbeek en de Kleine Gete waar water kan worden gebufferd en ter plaatse kan infiltreren door het herstellen van wetland en moeras en het creëren van een broekbos; dat het project gepaard gaat met en is afgestemd op ingrepen die zullen worden uitgevoerd door de VMM (oeverwallen aan de rechteroever van de Kleine Gete afgraven, afsluitschuiven op het grachtenstelsel en de grachten met de Kleine Gete verbinden); dat partners, kernactoren en bevolking bij het project worden betrokken; dat de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme op 14/12/2020 beslist heeft om voor de realisatie van het overstromingsgebied Den Bruel een subsidie van 210.000 euro toe te kennen, hetzij 70% van de totaal geraamde kostprijs van 300.000 euro; dat de subsidiemiddelen mogen worden ingezet voor het opmaken van technische ontwerpen, het uitvoeren van werken en communicatiekosten, zoals vermeld in het MB van 14/12/2020;
Overwegende dat het stadsbestuur in het kader van dit project al een aantal percelen grond in eigendom heeft verworven; dat voorts een aantal percelen in het projectgebied worden verworven door de VLM ten behoeve van de VMM;
Overwegende dat ook een aantal percelen grond, eigendom van het OCMW, in het projectgebied gelegen zijn; dat het gaat om de volgende eigendommen, gelegen te Zoutleeuw, 2de afdeling, Helen-Bos, sectie C:
-nr. 166 A, groot 1ha 16a 20ca
-nr. 169 G, groot 2ha 05a 29ca
-nr. 169 H, groot 00a 10ca
-nr. 169 S, groot 42a 61ca
-nr. 174 B, groot 64a 05ca
-nr. 175 N, groot 87a 00ca
-nr. 180 A, groot 1ha 77a 20ca
-nr. 181 A, groot 4ha 69a 20ca
-nr. 181 C, groot 85a 00ca
-nr. 182 A, groot 3ha 51a 40ca
-nr. 186 A, groot 1ha 44a 00ca
-nr. 186 B, groot 1ha 32a 00ca;
Overwegende dat het college in zitting van 14/03/2022 het OCMW heeft verzocht om de voormelde percelen kosteloos in erfpacht over te dragen aan het stadsbestuur voor een periode van 99 jaar, met als doelstelling de percelen in gebruik te nemen voor de uitvoering van het project “overstromingsgebied Den Bruel”;
Overwegende dat de inrichting van een overstromingsgebied Den Bruel als prioritaire actie is opgenomen in het MJP 2020-2025; dat het project wordt gesubsidieerd door Vlaanderen; dat het inrichten van overstromingsgebieden, o.m. ter vrijwaring van het stadscentrum, geen wettelijke opdracht is van het OCMW, doch wel van het stadsbestuur in samenwerking met de andere betrokken overheden en instanties; dat de overdracht van zakelijke rechten in casu geschiedt om redenen van algemeen en gemeentelijk belang; dat de Raad voor Maatschappelijk welzijn op 07/07/2022 besloot om in te gaan op de vraag van het college;
Overwegende dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn ermee instemt om de hoger vermelde percelen over te dragen aan de stad door middel van een kosteloos erfpachtrecht van 99 jaar; dat de betaling van een eenmalige of periodieke erfpachtvergoeding sedert de inwerkingtreding van artikel 3.167 BW niet langer verplicht is; dat het in het leven roepen van nieuwe financiële transacties tussen stad en OCMW op contractuele basis weinig zinvol is, gelet op artikel 274 DLB; dat de betreffende onroerende goederen in de OCMW-boekhouding werden gewaardeerd en dat de eigendomssplitsing boekhoudkundig kan worden verwerkt door stad en OCMW;
Overwegende dat de kosteloze vestiging van een erfpachtrecht ten voordele van het stadsbestuur geen verarming teweegbrengt in hoofde van het lokaal bestuur Zoutleeuw; dat de betreffende goederen verder beschikbaar zijn om te worden aangewend in de geïntegreerde meerjarenplanningen van huidige en toekomstige legislaturen; dat de overdracht de huidige en toekomstige besturen op geen enkele wijze de mogelijkheid ontzegt om een visie te ontwikkelen over het beheer van patrimonium; dat het stadsbestuur na overdracht van het erfpachtrecht de pachten zal innen, doch ook zal moeten instaan voor de betaling van lasten en belastingen; dat de erfpachter overeenkomstig artikel 3.167 BW niets mag doen dat de waarde van het onroerend goed vermindert; dat het OCMW de blote eigendom behoudt en dat de goederen na afloop van het erfpachtrecht naar het OCMW terugkeren, zodat het OCMW op dat ogenblik opnieuw de volle eigendom zal verwerven;
Overwegende dat gemeente en OCMW samen de regierol moeten opnemen inzake lokaal sociaal beleid (art. 7 decreet 09/02/2018); dat een overdracht van het erfpachtrecht aan het stadsbestuur aldus niet tot gevolg heeft dat het lokaal bestuur Zoutleeuw middelen voor de uitoefening van deze regierol uit handen geeft; dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn het niettemin wenselijk heeft geacht dat in de akte tot vestiging van het erfpachtrecht een clausule wordt ingevoegd die bepaalt dat het stadsbestuur in geval van vervreemding van het erfpachtrecht de opbrengst hiervan dient te bestemmen voor investeringsuitgaven die kaderen in het lokaal sociaal beleid; dat de gemeenteraad hiermee akkoord gaat;
Overwegende dat de hoger vermelde goederen worden verpacht onder het regime van de pachtwet; dat het stadsbestuur, als erfpachter, volledig in de rechten de verplichtingen van het OCMW zal treden (art. 55 pachtwet), als verpachter; dat de lopende pachtcontracten dienen te worden gerespecteerd en dat het stadsbestuur voor zoveel als nodig de regels van de pachtwet met betrekking tot de opzegging van pachtovereenkomsten zal moeten naleven;
Overwegende dat de jachtrechten op de betreffende goederen openbaar werden verhuurd op 24/05/2018 aan de vzw WBE Vallei van de Kleine Gete, Ridderstraat 1, 3440 Zoutleeuw, voor een periode van 9 jaar; dat artikel 17.1 van de lasten, voorwaarden en bedingen van de openbare jachtverhuring van 24/05/2018 bepaalt dat in geval van vervreemding van een gedeelte van de verpachte oppervlakte de jachtpacht van rechtswege wordt verbroken voor het vervreemde gedeelte, zonder opzeg en zonder dat de pachter recht zal hebben op enige vergoeding of betaling van welke aard dan ook; dat artikel 17.2 voorts het volgende bepaalt: ‘het verpachtend bestuur of de instrumenterende notaris, handelend in opdracht van het verpachtend bestuur, geeft bij aangetekend schrijven kennis van de (…) gedeeltelijke vervreemding van het gepachte goed aan de pachter, binnen de dertig dagen na de akteverlijding’; dat als gevolg van de verbreking van het jachtrecht door het OCMW er in één klap 18ha 74a 05ca uit de jachtpacht van de vzw WBE Vallei van de Kleine Gete zou verdwijnen; dat dit niet billijk voorkomt; dat het college moet worden gemachtigd om het jachtrecht te verhuren aan de genoemde WBE voor de resterende duur van de lopende jachtpacht (tot 30/06/2027) en aan de voorwaarden vermeld in het lastenkohier van de openbare jachtverhuring van het OCMW van 24/05/2018;
Overwegende dat het past notaris Bernard Indekeu te Zoutleeuw aan te stellen voor de opmaak van de akte; dat de onderlinge werkwijzen van de stad en notaris Indekeu door de herhaalde samenwerking op elkaar zijn afgestemd; dat het erfpachtdossier voor verder gevolg aan notaris Indekeu zal worden overgemaakt; dat het college wordt belast met het nazicht van de akte;
Na beraadslaging;
BESLUIT:
Artikel 1:
Vestiging in hoofde van het stadsbestuur van Zoutleeuw van een recht van erfpacht op de navolgende percelen grond, eigendom van het OCMW Zoutleeuw, Prins Leopoldplaats 3, 3440 Zoutleeuw, gelegen te Zoutleeuw, 2de afdeling, sectie C:
-nr. 166 A, groot 1ha 16a 20ca, ‘Heelen’
-nr. 169 G, groot 2ha 05a 29ca, ‘Heelen’
-nr. 169 H, groot 00a 10ca, ‘Heelen’
-nr. 169 S, groot 42a 61ca, ‘Heelen’
-nr. 174 B, groot 64a 05ca, ‘Heelen’
-nr. 175 N, groot 87a 00ca, ‘Den Bruel’
-nr. 180 A, groot 1ha 77a 20ca, ‘Heelen’
-nr. 181 A, groot 4ha 69a 20ca, ‘Heelen’
-nr. 181 C, groot 85a 00ca, ‘Den Bruel’
-nr. 182 A, groot 3ha 51a 40ca, ‘Heelen’
-nr. 186 A, groot 1ha 44a 00ca, ‘Heelen’
-nr. 186 B, groot 1ha 32a 00ca, ‘Heelen’.
Art. 2 :
Het in artikel 1 vermelde erfpachtrecht is kosteloos en het wordt gevestigd voor een periode van 99 jaar. Het stadsbestuur is aan het OCMW geen erfpachtvergoeding verschuldigd. De termijn van 99 jaar vangt aan op de dag van de ondertekening van de authentieke erfpachtakte.
Art. 3 :
Het in artikel 1 vermelde erfpachtrecht wordt toegekend in het kader van het project “Inrichting natuurlijk overstromingsgebied Den Bruel (samenvloeiing Kleine Gete en Dormaalbeek)”. De erfpachter is gerechtigd om alle inrichtingswerken uit te voeren of te laten uitvoeren door derden met het oog op de totstandkoming van het overstromingsgebied “Den Bruel”.
Art. 4 :
De akte van erfpacht bevat een clausule die bepaalt dat het stadsbestuur, in voorkomend geval, de opbrengst die wordt verkregen uit de gehele of gedeeltelijke vervreemding van het erfpachtrecht zal bestemmen voor investeringsuitgaven die kaderen in het lokaal sociaal beleid.
Art. 5 :
Met toepassing van artikel 55 van de pachtwet treedt het stadsbestuur in al de rechten en verplichtingen van het OCMW, als verpachter van de in artikel 1 vermelde percelen. Het OCMW bezorg aan een stadsbestuur een lijst van de pachters van de betrokken percelen, met vermelding van de pachttoestand. Het stadsbestuur int de jaarlijkse pachtprijs voor de betrokken percelen met ingang van het pachtjaar waarin de erfpachtakte wordt ondertekend, zonder dat er enige verrekening met het OCMW plaatsvindt.
Art. 6:
Notaris B. Indekeu, Nieuwstraat 17, 3440 Zoutleeuw wordt belast met de akteverlijding. Hij dient alle handelingen te stellen overeenkomstig de vigerende regelgeving. Afschrift van huidige beslissing wordt samen met het administratief dossier bezorgd aan de notaris.
Art. 7:
Het college is belast met het nazicht van het ontwerp van akte van erfpacht.
Art. 8:
Het college is gemachtigd een jachtverhuringsovereenkomst af te sluiten met de vzw WBE Vallei van de Kleine Gete, Ridderstraat 1, 3440 Zoutleeuw, onder de voorwaarden vermeld in het lastenkohier van de openbare jachtrechtverhuring van 24/05/2018 en voor een bepaalde duur, dewelke ten laatste op 30/06/2027 eindigt.
Gelet op het decreet lokaal bestuur d.d. 22/12/2017;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 20/12/2016 houdende de oprichting en toetreding tot de IOED Zuid Hageland;
Gelet op de beslissing van het schepencollege d.d. 21/09/2017 betreffende de samenwerkingsovereenkomst lopende tot 31/12/2020;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad d.d. 26/09/2017 houdende de oprichting van de IOED;
Gelet op de beslissing van het schepencollege d.d. 9/01/2020 houdende een principieel akkoord met de verderzetting van het IOED;
Gelet op de beslissing van het schepencollege d.d. 5/03/2020 betreffende de goedkeuring van de nieuwe samenwerkingovereenkomst IOED-RLZH;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad d.d. 28/05/2020 houdende de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad en projectvereniging Zuid-Hageland en de vzw Regionaal Landschap Zuid-Hageland;
Gelet op het evaluatie- en planningsoverleg tussen IOED, RLZH en CBS van 14/01/2022;
Gelet op de beslissing van het schepencollege d.d. 27/06/2022 betreffende het addendum op de samenwerkingsovereenkomst;
Gelet op het ontwerp van het addendum;
Overwegende dat de stad Zoutleeuw, Regionaal Landschap Zuid-Hageland en IOED Zuid-Hageland de koppen bij elkaar gestoken hebben om de stad Zoutleeuw op de kaart te zetten als een groene, culturele parel in Zuid-Hageland waar mensen graag ‘zen’, een plek om te bezoeken en helemaal zen te worden van de natuur, de rijke geschiedenis en cultuur in en rond de stad;
Overwegende dat de samenwerkingsovereenkomst dat de inzet van alle partijen regelt, op uitvoerend en financieel vlak;
Overwegende dat de nodige kredieten voor de uitvoering van de overeenkomst voorzien zijn in het meerjarenplan 2020-2025 onder jaarbudgetrekening ACT-59/0729-00/6460000/STAD/CBS/IP-GEEN;
Overwegende dat de samenwerking tussen alle partijen geen statisch gegeven is;
Overwegende dat de partners conform artikel 14 uit de samenwerkingsovereenkomst ingrijpen om de gemaakte afspraken bij te sturen volgens de evoluerende reële werking;
Overwegende dat er bijsturing nodig is zowel op inhoudelijk als financieel vlak;
Overwegende dat de herziene artikels uit de samenwerkingsovereenkomst in dit addendum worden opgelijst;
BESLUIT:
Enig artikel:
Het addendum aan de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad en het RLZH/IOED goed te keuren.
Gelet op decreet lokaal bestuur;
Overwegende dat de stad Zoutleeuw in samenwerking met het Regionaal Landschap Zuid-Hageland (RLZH) werkt aan een trage wegen plan voor Budingen;
Overwegende dat er een oproep is gekomen naar de inwoners van Zoutleeuw om de trage wegen te helpen inventariseren;
Overwegende dat deze vrijwilligers op de "dag van de trage weg" op 17/10/2020 info gekregen hebben rond het project hoe te inventariseren;
Overwegende dat deze vrijwilligers aan de slag zijn gegaan met een werkkaart die het RLZH heeft opgemaakt waarop alle officiële trage wegen in Budingen staan ingetekend en dewelke werd goedgekeurd door het schepencollege van 8 april 2021;
Overwegende dat op basis van alle geïnventariseerde trage wegen een actieplan is opgemaakt in samenspraak met RLZH, het bestuur en de dienst omgeving;
Overwegende dat in dit actieplan een afweging is gemaakt welke trage wegen prioritair toegankelijk gemaakt zullen worden, welke in latere fase en welke afgeschaft zullen worden;
BESLUIT:
Enig artikel:
Het actieplan wordt goedgekeurd.
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40 en 41;
Gelet op de conceptnota van 23 februari 2022 gepubliceerd door de Vlaamse regering, die een definitief kader voor de programmatische aanpak stikstof voorstelt;
Gelet op het openbaar onderzoek over het ontwerp-PAS en het bijhorende plan-MER dat plaatsvond van 19 april 2022 tot en met 17 juni 2022;
Overwegende dat de gemeente een advies kan uitbrengen tot uiterlijk 1 augustus 2022;
Overwegende dat de Programmatorische Aanpak Stikstof (PAS) moet zorgen voor minder stikstof in onze waterlopen en lucht;
Overwegende dat het PAS-programma maatregelen neemt om:
Overwegende dat het PAS-programma werd opgemaakt om te voldoen aan de Europese Habitatrichtlijn. Die verplicht Europese lidstaten om de natuurgebieden die deel uitmaken van het Pan-Europese Natura 2000 netwerk actief te beschermen en te herstellen, met als algemene doelstelling het behoud of herstel van habitats en het beschermen van soorten. Stikstofdepositie vormt een belangrijke milieudruk op het Natura 2000-netwerk. Bij ongewijzigd beleid verhindert die dat de vastgestelde instandhoudingsdoelstellingen (IHD) kunnen worden gerealiseerd;
Overwegende de volgende probleemstellingen:
Stikstof is onmisbaar voor de natuur. Het is één van de voornaamste voedingsstoffen voor planten. Maar te veel stikstof zorgt voor 2 grote problemen.
1. Te veel voedingsstoffen of ‘vermesting’ (of ‘eutrofiëring’). Planten die van stikstof houden, zoals brandnetels, bramen en gras, groeien daardoor veel sneller. Ze overwoekeren planten die minder stikstof nodig hebben, zoals heide en andere zeldzame plantensoorten. Daardoor verdwijnen niet alleen die planten, maar ook de insecten en vlinders die van die planten leven. Vervolgens verdwijnen hierdoor ook de vogels die van die insecten leven.
Vermesting ontstaat door een teveel aan voedingsstoffen: stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3). Planten kunnen de overtollige stoffen niet opnemen waardoor ecologische processen en natuurlijke kringlopen worden verstoord. De landbouw is de belangrijkste bron, gevolgd door transport. De afname van 47 % sinds 2000, is er vooral dankzij een daling van de NOx-uitstoot bij wegverkeer.
2. Stikstofdepositie zorgt naast vermesting ook voor verzuring. Verzuring is het proces waarbij stikstof- en zwavelverbindingen uit de lucht leiden tot een daling van de pH van de bodem en het water. Hoe lager de pH, hoe zuurder de bodem of het water. In een verzuurde bodem komt aluminium in oplossing, hetgeen toxisch kan zijn voor planten. Daardoor verloopt de opname van voedingsstoffen (calcium, magnesium en kalium) door plantenwortels moeilijker. In water kan verzuring leiden tot waterverontreiniging door het uitspoelen van nitraat (NOx) en metalen.
Te veel stikstof zorgt dus voor minder planten- en diersoorten: de biodiversiteit neemt af, de natuur verarmt. Het evenwicht in de natuur, het ecosysteem, raakt verstoord.
Overwegende de volgende bedenkingen:
De landbouwsector is een belangrijke economische speler in Zoutleeuw. Het PAS-dossier heeft dan ook een grote impact op onze stad en haar inwoners.
Net zoals de landbouwsector is ook de stad niet blind voor de milieudruk die de stikstofdepositie legt op onze natuurgebieden. Omwille van deze uitdaging heeft Europa (via de Habitatrichtlijn) de lidstaten verplicht om de natuurgebieden die deel uitmaken van het Pan-Europese Natura 2000 netwerk actief te beschermen en te herstellen. De bekommernis van het stadsbestuur is om de realisatie van deze algemene doelstelling inzake behoud of herstel van habitats en het beschermen van soorten in overstemming te brengen met een duurzame economische ontwikkeling.
De bezorgdheid van het bestuur wordt nog versterkt door de evolutie op vlak van de nulbemesting, de socio-economische impact, de ontwikkelingsmogelijkheden voor de sector en de impact van de ruimere context.
In Zoutleeuw zijn ook hoeveproducenten en boerderijen actief. Het is onduidelijk in hoeverre die nog kunnen blijven bestaan als ze op hun landbouwtak geen mogelijkheid tot ontwikkelen meer hebben. Hierdoor zal, naast de betrokken bedrijven, eveneens de sociale gemeenschap van onze gemeente getroffen worden.
Overwegende dat er 39 bezwaarschriften werden ontvangen in het kader van het openbaar onderzoek;
BESLUIT:
Artikel 1:
De gemeenteraad neemt kennis van de bezwaren ingediend bij het stadsbestuur van Zoutleeuw in het kader van het openbaar onderzoek over het ontwerp van Programmatische Aanpak Stikstof en bijhorende plan-MER.
Gelet op het DLB van 22/12/2017;
Gelet op het KB van 3/08/2012 Meerjarenplan sterilisatie kat;
Gelet op het Besluit van 5/02/2016 Identificatie en registratie katten;
Overwegende dat het onvruchtbaar maken, chippen en registreren van huiskatten een preventieve maatregel is om op termijn de zwerfkattenpopulatie op een diervriendelijke manier te verminderen en is bij wet verplicht voor elke kat geboren na 31 augustus 2014;
Overwegende dat door het chippen en registreren, verloren huiskatten ook sneller kunnen worden herenigd met hun eigenaar en eigenaars van overleden huisdieren kunnen worden verwittigd. Ook kunnen eigenaars die hun kat dumpen, worden geïdentificeerd waarna passende maatregelen zullen genomen worden;
Overwegende dat heel wat Vlaamse steden en gemeenten daarom reeds een subsidie geven om de huiskattenpopulatie onder controle te krijgen;
Overwegende dat de premie ter beschikking gesteld zal worden aan katteneigenaren die voldoen aan de gestelde criteria;
Overwegende dat om aanspraak te maken op deze premie moet voldaan worden aan volgende voorwaarden:
BESLUIT:
Enig artikel:
Het premievoorstel werd verworpen.
BESLUIT:
De gemeenteraad neemt kennis van de volgende vragen van de raadsleden en de antwoorden namens het schepencollege.
Raadslid M. Boyen : is de "maai-mei-niet-maand" verlengd in Zoutleeuw is de maai mei niet maand verlengd? Of wat is er mis, gelet op het feit dat fietspaden en wandelwegen op vele plaatsen onberijdbaar of onbegaanbaar zijn? Schepen R. Lambeets : intussen is het maaien van start gegaan. Zoals iedereen weet, mag er vanaf 15/06 gemaaid worden. Eerder werden i.k.v. veiligheid al een aantal kruispunten gemaaid. Problemen met de Jumbo zorgden ook voor een valse start, maar nu volop bezig. In het kader van natuurbescherming en de bescherming van de fauna en flora werd de maai-mei-niet-maand inderdaad gerespecteerd.
Gelet op het decreet lokaal bestuur d.d. 22/12/2017;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad d.d. 24/02/2022 betreffende het reglement voor toekennen van eretitels aan schepenen en gemeenteraadsleden;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 14/03/2022 betreffende de voordracht van Roger Mertens voor de titel van ere-schepen;
Overwegende dat volgende personen voldoen aan alle voorwaarden voor de toekenning van de titel van ere-schepen, zoals vastgesteld in het reglement voor eretitels:
- Dhr. Albert Claes, zetelde als schepen van de stad Zoutleeuw: 1992-1994, 2001-2004 en 2007-2009;
- Dhr. Willy Minschart, zetelde als schepen van de stad Zoutleeuw: 2000-2013;
- Dhr. Paul Mathues, zetelde als schepen van de stad Zoutleeuw: 2006-2007, 2010-2015 en 2019-2021;
- Dhr. Roger Mertens, zetelde als schepen van de stad Zoutleeuw: 2001-2004, 2007-2009, 2013-2016 en 2019-2021;
Overwegende dat alle voorgenoemde personen hun mandaat met bezieling hebben vervuld;
Overwegende dat zij fundamenteel hebben bijgedragen tot de groei van de stad Zoutleeuw en bijgevolg verdienen beloond te worden met de titel van ere-schepen;
BESLUIT:
Enig artikel:
De titel ere-schepen toe te kennen aan volgende personen wegens bijzondere verdiensten die bijgedragen hebben tot de groei van de stad Zoutleeuw:
- Albert Claes,
- Willy Minschart,
- Paul Mathues,
- Roger Mertens.