Uit voorzorg laten we de vergaderingen van de gemeenteraad nog doorgaan in de Cultuurzaal van GC de Passant, met tafels op ruime afstand van elkaar, met publiek mits inschrijving vooraf op internezaken@zoutleeuw.be of op 011 94 90 09.
- Terugkoppeling overleg deontologische code
De heer Boudewijn Herbots neemt het voorzitterschap waar krachtens artikel 7§5, 3de lid, 2°
Gelet op het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 32,277,278;
Gelet op het door de algemeen directeur voorgelegde ontwerp van de notulen;
Gelet op het zittingsverslag;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22/12/2017 en latere wijzigingen;
Overwegende dat de Stad Zoutleeuw op 07/05/2022 de Kinderhoogdag zal organiseren;
Overwegende dat de retributie voor deelname dient vastgesteld te worden;
Overwegende dat met het OCMW een regeling zal uitgewerkt worden om kansarme gezinnen via deze weg gratis te kunnen laten deelnemen aan het evenement;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
BESLUIT:
Artikel 1:
Er wordt een retributie gevestigd op de deelname aan de Kinderhoogdag te Zoutleeuw op 7/05/2022.
Art. 2:
De retributie wordt vastgesteld op :
- 5 EUR per deelnemend kind,
- voor leden van een jeugdvereniging die samen in groep komen : 3 EUR per deelnemer.
Art. 3:
De retributie is verschuldigd door elke deelnemer en is contant betaalbaar bij inschrijving, tegen afgifte van een ontvangstbewijs.
Art. 4:
De kinderen die in aanmerking komen om deel te nemen via de weg van het OCMW zijn vrijgesteld van de retributie.
Art. 5:
Bij annulering wordt geen terugbetaling verricht, behalve in geval van overmacht.
Art. 6:
Bij niet-betaling wordt de retributie overeenkomstig art. 177, 2° van het Decreet Lokaal Bestuur of via burgerrechtelijke weg ingevorderd.
Art. 7:
Onderhavige beslissing wordt bekend gemaakt conform het decreet lokaal bestuur d.d. 22/12/2017.
Gelet op de bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 – gewijzigd door het Decreet van 18 mei 2018, inzonderheid artikelen 40 en 41 (houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad), artikel 177 (houdende de bevoegdheid van de financieel directeur), de artikelen 286 tot en met artikelen 288 (houdende de bekendmaking besluiten en de gemeentelijke webtoepassing) en artikelen 326 tot en met 341 (houdende het bestuurlijk toezicht);
Gelet op de gecoördineerde grondwet artikelen 41, 162/2e , 170§4 en 173 met betrekking tot de fiscale autonomie van gemeenten;
Overwegende dat de gemeenteraad in zitting van 31/01/2012 het tariefreglement voor het plaatsen van advertenties in het stedelijk infoblad Zoutpot heeft goedgekeurd (voor kennis aangenomen door de toezichthoudende overheid op 21/03/2012 – kenmerk DBS 3493 FP/BEL);
Gelet op het algemeen belang van het onderwijs;
Gelet op het voorstel om elke school op het grondgebied van Zoutleeuw de mogelijkheid te bieden om 1 maal per kalenderjaar gratis te adverteren in het stedelijk infoblad Zoutpot met max. een volledige pagina (6/6de);
Overwegende dat het tariefreglement voor het plaatsen van advertenties in het stedelijk infoblad Zoutleeuw dient aangepast te worden;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Na beraadslaging;
BESLUIT:
Artikel 1 :
Het tariefreglement voor het plaatsen van advertenties in het stedelijk infoblad Zoutpot van 31/01/2012 wordt opgeheven met ingang van het nieuw tariefreglement.
Art. 2 :
Met ingang van 01/05/2022 worden de tarieven voor het plaatsen van advertenties in het stedelijk infoblad Zoutpot vastgesteld als volgt :
A. Gewoon tarief :
Adverteerders die een advertentie plaatsen in één editie van het stedelijk infoblad Zoutpot in het kalenderjaar (januari t.e.m. december) betalen voor :
1/6de pagina : 100 EUR
2/6de pagina : 200 EUR
3/6de pagina : 300 EUR
4/6de tot een volledige pagina van 6/6de : 400 EUR
B. Gunsttarief :
Adverteerders die een advertentie plaatsen in meerdere edities van het stedelijk infoblad Zoutpot in het kalenderjaar (januari t.e.m. december) krijgen een korting van :
10 EUR voor een 1/6de pagina
20 EUR voor een 2/6de pagina
30 EUR voor een 3/6de pagina
40 EUR voor 4/6de tot een volledige pagina van 6/6de
Art. 3 :
Adverteerders die huisvuilzakken van de stad Zoutleeuw verkopen hebben recht op een gratis advertentie van 1/6de van een pagina in één editie van het stedelijk infoblad Zoutpot in het werkjaar. Deze advertentie telt volwaardig mee voor de berekening van het gunsttarief voor het plaatsen van een advertentie in meerdere edities van het stedelijk infoblad Zoutpot.
Art. 4 :
Elke school op het grondgebied van Zoutleeuw heeft recht op 1 gratis advertentie van maximum een volledige pagina (6/6de) in een editie van het stedelijk infoblad Zoutpot in het kalenderjaar.
Art. 5 :
Het tarief voor het plaatsen van een advertentie in één editie van het stedelijk infoblad Zoutpot moet betaald worden nadat dit infoblad is verschenen.
Voor het plaatsen van een advertentie in meerdere edities van het stedelijk infoblad Zoutpot moet het totaal verschuldigd tarief betaald worden bij het verschijnen van de 1ste editie van het infoblad waarvoor de advertenties bedoeld zijn.
Art. 6 :
Het tarief is verschuldigd door de aanvrager en wordt aangerekend door middel van een factuur.
Art. 7 :
Bij niet-betaling wordt de retributie overeenkomstig art. 177,2' van het Decreet Lokaal Bestuur of via burgerrechtelijke weg ingevorderd.
Art. 8 :
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om bepaalde advertenties te weigeren indien ze strijdig zijn met de openbare orde of de goede zeden.
Gelet op het decreet van 22/12/2017 over het lokaal bestuur;
Gelet op de Vlaamse Codex Wonen 2021, zoals gewijzigd door het decreet van 09/07/2021 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 28/10/2021 waarbij advies werd verstrekt aangaande het werkingsgebied van de woonmaatschappij;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 04/02/2022 tot vaststelling van het werkingsgebied Oost-Brabant-Oost;
Gelet op de brief van de Vlaamse minister van Wonen van 07/02/2022 aan het college van burgemeester en schepenen om criteria voor te stellen voor de verdeling van de stemrechten over de lokale besturen die deel uitmaken van het werkingsgebied van de nieuwe woonmaatschappij;
Overwegende dat de gemeenteraad in zitting van 28/10/2021 advies heeft uitgebracht over het werkingsgebied van de toekomstige Woonmaatschappij; dat de Vlaamse Regering met een besluit van 04/02/2022 het werkingsgebied van de Woonmaatschappij Oost-Brabant-Oost, bestaande uit het grondgebied van 18 gemeenten, definitief heeft vastgesteld;
Overwegende dat artikel 4.39/2 van de Vlaamse Codex Wonen 2021 de volgende regels bepaalt voor wat betreft de stemrechten in de algemene vergadering van de woonmaatschappij:
-de gemeenten en OCMW’s van het werkingsgebied moeten samen altijd over meer dan 50% van het totale aantal stemrechten beschikken
-de Vlaamse Regering stelt de verhouding van de stemrechten tussen de gemeenten en OCMW’s van het werkingsgebied vast aan de hand van objectieve criteria die verband houden met het woonbeleid;
Overwegende dat de Vlaamse minister van Wonen met een brief van 07.02.2022 de gemeenten om advies verzoekt omtrent de onderlinge verdeling van stemrechten; dat de minister preciseert dat de Vlaamse Regering bij het vaststellen van die onderlinge criteria verplicht rekening moet houden met volgende objectieve criteria: 1) de verhouding tussen het aantal sociale huurwoningen per gemeente en 2) de verhouding tussen het aantal huishoudens per gemeente; dat het advies van de gemeenteraad ten laatste op 13/05/2022 aan Wonen Vlaanderen moet worden bezorgd;
Overwegende dat het college voorstelt te adviseren als vermeld in het dispositief; dat er binnen de 18 gemeenten van het werkgebied geen afspraken zijn over de toevoeging van andere criteria dan de door Vlaanderen verplicht opgelegde criteria;
BESLUIT:
Artikel 1:
De gemeenteraad stelt voor om de stemrechten van de lokale besturen die deel uitmaken van het werkingsgebied in de algemene vergadering van de toekomstige woonmaatschappij te verdelen op basis van volgende criteria en met het hieronder bepaalde gewicht:
| Criterium |
Bron |
Gewicht |
| De verhouding tussen het aantal huishoudens per gemeente |
Statbel.fgov.be (meest recente datareeks) |
50% |
| De verhouding tussen het aantal sociale huurwoningen per gemeente |
VMSW en Wonen-Vlaanderen (meest recente datareeks) |
50% |
Art. 2:
Indien een gemeente en het OCMW van dezelfde gemeente allebei deel uitmaken van de algemene vergadering van de toekomstige woonmaatschappij moet het aantal stemrechten dat verkregen wordt op basis van de verdeling als vermeld in artikel 1 onderling worden verdeeld tussen de gemeente en haar OCMW. Het aandeelhouderschap van het OCMW van een gemeente kan geen recht geven op een hoger totaal stemrechten voor de betreffende gemeente ten nadele van de andere gemeenten van het werkingsgebied.
Art. 3:
Deze beslissing wordt ten laatste op 13/05/2022 aan de provinciegouverneur bezorgd en aan de Vlaamse minister van wonen via het mailadres woonmaatschappij@vmsw.be.
Gelet op de nieuwe gemeentewet;
Gelet op het decreet voor het lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het feit dat de stad aangesloten is bij Fluvius Opdrachthoudende Vereniging;
Gelet op het feit dat de stad per aangetekend schrijven van 28 maart 2022 werd opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering tevens jaarvergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging die op 8 juni 2022 om 15u.30 in De Montil, Moortelstraat 8 te 1790 Affligem, plaatsheeft met als agenda;
Overwegende dat de Raad van Bestuur van Fluvius OV beslist heeft dat de vergadering digitaal zal gehouden worden INDIEN de coronamaatregelen het op termijn niet zouden toelaten fysiek te vergaderen;
Overwegende dat het mandaat evenwel voor iedere algemene vergadering moet bepaald worden;
Op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Na beraadslaging;
BESLUIT:
Artikel 1:
De heer Raf Lambeets, Terweidenstraat 35 te 3440 Zoutleeuw, of zijn plaatsvervanger (Lutgarde Denivel, Wittenweg 21 te 3440 Zoutleeuw) krijgt het mandaat de punten op de dagorde van de algemene vergadering van Fluvius OV d.d. 8/06/2022 goed te keuren.
Art. 2:
Een afschrift van huidige beslissing over te maken aan Fluvius Opdrachthoudende Vereniging, ter attentie van het secretariaat, uitsluitend op het e‑mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
Art. 3:
Onderhavige beslissing bekend te maken krachtens de bepalingen van het decreet lokaal bestuur d.d. 22/12/2017.
Gelet op de nieuwe gemeentewet;
Gelet op het decreet voor het lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het lidmaatschap van de gemeente bij CREADIV NV;
Gelet op de uitnodigingsbrief met documentatie van 29 maart 2022 van CREADIV NV voor de algemene vergadering van 27 mei 2022 met volgende agenda:
1. Verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2021 (bijlage)
2. Verslag van de commissaris over zijn werkzaamheden in het boekjaar 2021 (bijlage)
3. Goedkeuring van de jaarrekening over het boekjaar 2021 (bijlage)
Goedkeuring van de winstverdeling
4. Kwijting aan bestuurders en commissaris
5. Ontslag en benoeming bestuurders
6. Rondvraag
Overwegende dat de gemeente haar volmachtdrager(s) heeft aangeduid voor de volledige legislatuur;
Overwegende dat het mandaat evenwel voor iedere algemene vergadering moet bepaald worden;
Gelet op de bespreking in de gemeenteraad;
Gelet op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Na beraadslaging;
BESLUIT:
Artikel 1:
De heer Guy Dumst, Achter de Kapel 1 te 3440 Zoutleeuw, krijgt het mandaat de punten op de dagorde van de algemene vergadering van CREADIV NV d.d. 27/05/2022 goed te keuren.
Art. 2:
Een afschrift van huidige beslissing over te maken aan CREADIV NV, Diestsesteenweg 126 te 3210 Lubbeek t.a.v. mevr. Isabel Debuck en dit via e-mail naar secretariaat@efin.be.
Art. 3:
Onderhavige beslissing bekend te maken krachtens de bepalingen van het decreet lokaal bestuur d.d. 22/12/2017.
Gelet op de nieuwe gemeentewet;
Gelet op het decreet voor het lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het lidmaatschap van de gemeente bij Riobra OV;
Gelet op de uitnodiging d.d. 4/04/2022 voor de algemene vergadering tevens jaarvergadering van Riobra d.d. 22/06/2022 die plaatsheeft in het Fluvius-gebouw, Diestsesteenweg 126 te 3210 Lubbeek met als agenda:
1. Kennisneming verslagen van Riobra van de Raad van Bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2021.
2. Goedkeuring van de jaarrekening van Riobra afgesloten op 31 december 2021 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
3. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van Riobra met betrekking tot het boekjaar 2021.
4. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
5. Statutaire benoemingen.
6. Statutaire mededelingen.
Gelet op het feit dat we heden geconfronteerd worden met het coronavirus COVID-19, waarbij het op heden niet vaststaat onder welke vorm deze Algemene Vergadering zal kunnen plaatsvinden;
Gelet op de huidige federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op onderhavige bijeenkomst kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een digitale Algemene Vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken;
Overwegende dat de gemeente haar volmachtdrager(s) heeft aangeduid voor de volledige legislatuur;
Overwegende dat het mandaat evenwel voor iedere algemene vergadering moet bepaald worden;
Gelet op de bespreking in de gemeenteraad;
Gelet op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Na beraadslaging;
BESLUIT:
Artikel 1:
De heer Raf Lambeets, (Terweidenstraat 35 te 3440 Zoutleeuw), of zijn plaatsvervanger Guy Dumst, (Achter de Kapel 1 te 3440 Zoutleeuw), wordt gemandateerd om het agendapunt van de algemene vergadering van Riobra d.d. 22/06/2022 goed te keuren;
1. Kennisneming verslagen van Riobra van de Raad van Bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2021.
2. Goedkeuring van de jaarrekening van Riobra afgesloten op 31 december 2021 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
3. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van Riobra met betrekking tot het boekjaar 2021.
4. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
5. Statutaire benoemingen.
6. Statutaire mededelingen.
Art. 2:
De vertegenwoordiger van de gemeente/stad die zal deelnemen aan de (fysieke of digitale) Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Riobra op 22 juni 2022 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Art. 3:
Een afschrift van dit besluit te zenden t.a.v. het secretariaat Fluvius, op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
Art. 4:
Onderhavige beslissing bekend te maken krachtens de bepalingen van het decreet lokaal bestuur d.d. 22/12/2017.
Gelet op de nieuwe gemeentewet;
Gelet op het decreet voor het lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het lidmaatschap van de gemeente bij PBE;
Gelet op de uitnodiging d.d. 4/04/2022 voor de algemene vergadering tevens jaarvergadering van PBE d.d. 30/06/2022 die plaatsheeft in het Fluvius-gebouw, Diestsesteenweg 126 te 3210 Lubbeek met als agenda;
1. Kennisneming verslagen van PBE van de Raad van Bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2021.
2. Goedkeuring van de jaarrekening van PBE afgesloten op 31 december 2021 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
3. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van PBE met betrekking tot het boekjaar 2021.
4. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
5. Statutaire benoemingen.
6. Statutaire mededelingen.
Gelet op het feit dat we heden geconfronteerd worden met het coronavirus COVID-19, waarbij het op heden niet vaststaat onder welke vorm deze Algemene Vergadering zal kunnen plaatsvinden;
Gelet op de huidige federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op onderhavige bijeenkomst kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een digitale Algemene Vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken;
Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
Overwegende dat de gemeente haar volmachtdrager(s) heeft aangeduid voor de volledige legislatuur;
Overwegende dat het mandaat evenwel voor iedere algemene vergadering moet bepaald worden;
Gelet op de bespreking in de gemeenteraad;
Gelet op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Na beraadslaging;
BESLUIT:
Artikel 1:
De heer Guy Dumst, (Achter De Kapel 1 te 3440 Zoutleeuw), of zijn plaatsvervanger, Lutgarde Denivel (Wittenweg 21 te 3440 Zoutleeuw) wordt gemandateerd om alle agendapunten van de algemene vergadering van PBE d.d. 30/06/2022 goed te keuren, met als dagorde:
1. Kennisneming verslagen van PBE van de Raad van Bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2021.
2. Goedkeuring van de jaarrekening van PBE afgesloten op 31 december 2021 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
3. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van PBE met betrekking tot het boekjaar 2021.
4. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
5. Statutaire benoemingen.
6. Statutaire mededelingen.
Art. 2:
De vertegenwoordiger van de gemeente/stad die zal deelnemen aan de (fysieke of digitale) Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging PBE op 30 juni 2022 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Art. 3:
Een afschrift van dit besluit te zenden t.a.v. het secretariaat Fluvius, op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
Art. 4:
Onderhavige beslissing bekend te maken krachtens de bepalingen van het decreet lokaal bestuur d.d. 22/12/2017.
Gelet op het decreet lokaal bestuur d.d. 22/12/2017;
Gelet op het lidmaatschap van de gemeente bij TMVS dv;
Gelet op de statuten van TMVS dv;
Gelet op de uitnodiging d.d. 5/04/2022 voor de algemene vergadering van TMVS dv d.d. 21/06/2022 met als agenda:
Varia
Overwegende dat de gemeente haar volmachtsdrager(s) heeft aangeduid voor de volledige legislatuur;
Overwegende dat het mandaat evenwel voor iedere algemene vergadering moet bepaald worden;
Gelet op de bespreking in de gemeenteraad;
Gelet op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Na beraadslaging;
BESLUIT:
Artikel 1:
De heer Carl Kempeneers (Bogaerdenstraat 4 te 3440 Zoutleeuw), of zijn plaatsvervanger Boudewijn Herbots, (Dorpsstraat 58 te 3440 Zoutleeuw), wordt gemandateerd om de punten van de algemene vergadering van TMVS dv. d.d. 21/06/2022 goed te keuren.
Art. 2:
Een afschrift van huidige beslissing over te maken, hetzij per post t.a.v. TMVS dv, p/a TMVW, Stropstraat 1 te 9000 Gent, hetzij per elektronische post naar 20220621AVTMVS@farys.be.
Art. 3:
Onderhavige beslissing bekend te maken krachtens de bepalingen van het decreet lokaal bestuur d.d. 22/12/2017.
Overwegende dat het bestuur de pensioenkloof tussen haar statutair personeel en contractueel personeel wil verkleinen; dat het bijgevolg voorziet in een tweede pensioenpijler voor de totaliteit van haar contractueel personeel;
Overwegende dat tot op heden het bestuur was aangesloten bij de groepsverzekering die na bemiddeling van de VVSG, aangeboden werd door Ethias en Belfius Insurance; dat deze verzekeraars in juni 2021 de lopende groepsverzekeringsovereenkomst per 1 januari 2022 hebben opgezegd;
Overwegende dat het bestuur voor het voorzien in een tweede pensioenpijler de keuze heeft tussen enerzijds een overheidsopdracht voor een groepsverzekering bij een verzekeraar en anderzijds het aansluiten bij een instelling voor bedrijfspensioen-voorziening (pensioenfonds);
Overwegende dat, na onderhandelingen met de VVSG, OFP PROVANT werd omgevormd tot OFP PROLOCUS (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening met ondernemingsnummer 0809.537 155), een pensioenfonds waarbij alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest kunnen toetreden;
Overwegende dat men door de toetreding bij een IBP meer betrokken is bij het beheer van zijn pensioenfinanciering; dat in tegenstelling tot een groepsverzekering het bestuur een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS afvaardigt en naast controlebevoegdheid ook de mogelijkheid heeft om – indien nodig - punten op de agenda van de algemene vergadering te zetten;Overwegende dat in tegenstelling tot een groepsverzekering een IBP geen winsten ten voordele van de organisatie zelf nastreeft;
Overwegende dat een IBP ruime beleggingsmogelijkheden heeft, zodat een ruimer rendement mogelijk is dan in een tak 21 verzekering, zonder dat dit enige garantie inhoudt;
Overwegende dat het bestuur kan toetreden tot OFP PROLOCUS zonder overheidsopdracht vermits aan de voorwaarden van een in house opdracht voldaan zijn; dat het bestuur immers ten eerste via de algemene vergadering waar ze lid van wordt, toezicht uitoefent op OFP PROLOCUS zoals op haar eigen diensten; dat ten tweede meer dan 80% van de activiteiten van de OFP PROLOCUS de uitvoering van taken behelst die hem zijn toegewezen door de controlerende overheden, nl. het voorzien in aanvullende pensioenen voor lokale en provinciale besturen; dat er ten derde geen directe participatie van privékapitaal is in de OFP PROLOCUS en dat ten vierde OFP PROLOCUS zelf onderworpen is aan de wetgeving op de overheidsopdrachten;
Overwegende dat OFP PROLOCUS, in het verlengde van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, zwaar zal inzetten op het duurzaam karakter van zijn beleggingen;
Overwegende dat het aanbod van OFP PROLOCUS, net zoals de groepsverzekering die tot eind 2021 werd aangehouden bij Ethias en Belfius Insurance geen werknemersbijdragen vereist, voorziet in een overlijdensdekking en een kapitaalsuitkering;
Overwegende dat de mogelijkheid bestaat van een zogeheten “steprate” bijdrage; dat het dus mogelijk is om op het gedeelte van het loon dat boven het maximumplafond voor de berekening van het wettelijke pensioen uitkomt, een hogere toezegging te doen om zo het verschil tussen een statutair pensioen en een wettelijk pensioen verder te verkleinen;Overwegende dat er drie soorten pensioenplannen bestaan (defined benefit of vaste prestaties, cash balance en defined contribution of vaste bijdragen); dat de voorgestelde formule een vastebijdragenplan is; dat in dit plan de werkgever belooft een bepaalde bijdrage (een bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan de RSZ onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement; dat de behaalde rendementen worden toegekend conform het kaderreglement;
Overwegende dat het bestuur de vastgestelde bijdrage minimum moet betalen; dat wanneer het wettelijk minimumrendement niet behaald wordt, het bestuur bijkomende bijdragen zal moeten betalen; dat in elk geval voor de aangeslotenen het wettelijk minimum rendement (momenteel 1,75% voor actieve aangeslotenen , 0% voor passieve aangeslotenen ) moet behaald worden;
Overwegende dat het bestuur als bijkomende veiligheid de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, voorziet in een extra prefinanciering van 5% om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen; deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen;
Overwegende dat het bestuur met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (AGB’s, OCMW) een MIPS-Groep kan vormen; dat binnen een MIPS-groep interne mobiliteit is voor het personeel zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid; dat er binnen een MIPS-groep een onderlinge solidariteit speelt;
Overwegende dat de kosten voor de werking van OFP PROLOCUS voor 2022 forfaitair worden vastgelegd op 1000 euro per jaar per werkgever en 10 euro per jaar per aangeslotene en dat deze bedragen jaarlijks worden geïndexeerd tot en met 2024; overwegende dat nadien een meer stabiel systeem van kostenvergoeding zal worden uitgebouwd, gebaseerd op de werkelijke kosten enerzijds en het werkelijke aantal aangesloten besturen en medewerkers anderzijds;Gelet op de statuten, de beheersovereenkomst, het financieringsplan (algemeen luik en specifiek luik VVSG), de Verklaring inzake Beleggingsbeginselen (algemeen luik en specifiek luik VVSG), het Kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement, de toetredingsakte;
Gelet op het protocol van het onderhandelingscomité C1;
Overwegende dat in de nodige kredieten voorzien wordt in de meerjarenplanning;
Overwegende het voorstel van het vast bureau van 11.04.2022 om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS en de eraan gekoppelde modaliteiten qua pensioentoezegging;
Overwegende dat verder de intentie geuit werd om met volgende entiteiten een MIPS-groep te vormen tussen stad en OCMW Zoutleeuw om de interne mobiliteit van het personeel tussen beiden entiteiten te bevorderen ;
Overwegende dat de op basis van het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP PROLOCUS;
Gelet op de schriftelijke onderhandeling met de vakorganisaties waarbij een protocol van akkoord (met opmerkingen) werd bekomen vanwege VSOA, ACV-OD en ACOD;
Overwegende dat na de beslissing tot toetreding, dit aan OFP PROLOCUS moet meegedeeld worden en dat de algemene vergadering van OFP PROLOCUS de kandidatuur moet goedkeuren;Overwegende dat in een volgende fase een vertegenwoordiger moet aangeduid worden om het bestuur te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS;
BESLUIT:
Artikel 1:
Kennis genomen wordt van en ingestemd wordt met
Kennis wordt genomen van de verklaring inzake beleggingsbeginselen (SIP) (algemeen luik en luik VVSG) en de statuten.
Art. 2:
Beslist wordt om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS (Afzonderlijk vermogen VVSG), en hiertoe onverwijld een verzoek tot aanvaarding als lid van de Algemene Vergadering te richten tot OFP PROCOLUS.
Art. 3:
Ingestemd wordt met het feit dat de door het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen worden geïnd door de RSZ in naam en voor rekening van OFP PROLOCUS.
Art. 4:
De pensioentoezegging bedraagt 3% van het pensioengevend loon
Art. 5:
Het bestuur vormt samen met OCMW Zoutleeuw een zogenaamde MIPS-groep.
Art. 6:
Onderhavige beslissing bekend te maken conform het decreet lokaal bestuur.
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op de VCRO;
Gelet op de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en de 10 kernkwaliteiten 'Leefomgeving';
Gelet op de conceptnota en en de basisprincipes voor het ruimtelijk beleid uit de conceptnota van het Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant;
Gelet op de omzendbrief van 2021 van de provincie Vlaams-Brabant aangaande de procedure voor Beleidsmatig Gewenste Ontwikkelingen (BGO);
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 30/01/2020 waarin de aanzet wordt gegeven voor een aantal principes in kader van de ontwikkelingskansenkaart en - matrix, aantal verordeningen omtrent lasten, ... ;
Gelet op de eindverslagen van het lokale ruimtetraject SWOP+;
Gelet op de finale documenten m.b.t. Leefbare Dorpen (transitieopgaves en dorpsbundels) binnen het Strategische Project Getestreek;
Gelet op de beslissing van het schepencollege van 28/03/2022 houdende de goedkeuring van het BGO 'Veerkrachtige Dorpskernen Getestreek';
Overwegende dat al deze trajecten nu afgerond werden en op elkaar werden afgestemd;
Overwegende de vraag van het Strategisch Project en de provincie om de beleidskaders uit Leefbare Dorpen goed te keuren als BGO;
Overwegende dat het beleidskader en de dorpsbundels al eerder werden voorgesteld aan de gemeenteraad in de vergadering van 08/2021, waarbij geen bijkomende opmerkingen werden geformuleerd;
Overwegende dat de info en resultaten door de dienst omgeving gebundeld werden in een voorontwerp van BGO 'leefbare dorpen Getestreek' dat bestaat uit:
BESLUIT:
Enig artikel:
Worden bekrachtigd als 'gemeentelijke beleidsmatig gewenste ontwikkelingen' zoals bedoeld in de VCRO art.4.3.1. en de provinciale omzendbrief hieromtrent (07/01/2021):
Het BGO wordt ter definitieve bekrachtiging aan de gemeenteraad voorgelegd, waarna het ter kennis wordt gebracht aan de deputatie Vlaams-Brabant en de provinciale dienst ruimtelijke planning
Het BGO wordt vervolgens ter kennis gebracht aan de iGECORO waarna ze op de website worden gepubliceerd.
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op de VCRO en in het bijzonder art. 2.3.;
Gelet op de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en de 10 kernkwaliteiten 'Leefomgeving';
Gelet op de conceptnota en de basisprincipes voor het ruimtelijk beleid uit de conceptnota van het Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant;
Gelet op de beslissing van het schepencollege van 23/03/2022 waarbij het ontwerp van de transitieverordeningen ZTL1-2022 'Duurzame verplaatsingen en parkeren' principieel werd goedgekeurd;
Overwegende dat in een plattelandsgemeente het autobezit hoger ligt dan in de steden. Voor Zoutleeuw is dat in 2020 0,536 wagens/inwoner. Er zijn in Zoutleeuw gemiddeld 2,36 inwoners per gezin wat overeenkomt met 1,26 wagens per huishouden;
Overwegende dat de parkeerdruk in onze compacte dorpskernen (zoals in het historisch hart van Zoutleeuw, maar zeker ook in de dorpskern van Halle) nu reeds aanzienlijk is. Door in te zetten op kernversterking en kernverdichting zal dit in eerste instantie nog toenemen en het is niet wenselijk dat er nog meer van de beperkte publieke ruimte wordt ingenomen als private parkeerplaats voor wonen en andere ontwikkelingen (handel, bedrijvigheid). De publieke parkeerplaatsen die het stadsbestuur voorziet, moeten maximaal ingezet kunnen worden voor bezoekers van onze HORECA, handelszaken en diensten (publiek en privaat);
Overwegende dat naast het inzetten op alternatieve vervoersmodi (zoals deelsystemen) en de uitbouw van Hoppinpunten, o.m. het fiets- en voetgangersverkeer dient gestimuleerd te worden. Dit gaat vaak gepaard met infrastructuuringrepen om dit veilig en aangenaam te kunnen laten verlopen. Hiervoor is ruimte nodig, die nu vaak door de auto wordt ingenomen;
Overwegende dat de vele auto’s in het straatbeeld niet bijdragen aan de kwaliteit van de publieke ruimte. Wij heeft er graag de ganse dag uitzicht op een auto voor zijn deur? Zou een boom of wat groen niet beter zijn? Hoe springen we om met de onthardingsopgave in kader van het inperken van overstromingen en het bestrijden van droogte?;
Overwegende dat het daarom belangrijk is dat bij nieuwe projecten net genoeg parkeerplaatsen op het eigen terrein worden ingericht, om de parkeerdruk op het openbaar domein niet te laten toenemen. Het opleggen van een parkeernorm per wooneenheid komt hieraan tegemoet. Dit moet echter doordacht gebeuren:
Overwegende dat het omwille van zuinig ruimtegebruik opportuun is dat goed ontsloten bestaande private parkeerplaatsen op bepaalde ogenblikken (na de openingsuren / werktijden / schooluren) ook kunnen gebruikt worden voor andere functies of als publieke parking.
Overwegende dat we aan de andere kant deze verordening beschouwen als een instrument om de verdere appartementisering wat af te remmen, door het niet behalen van de parkeernorm als weigeringsgrond te gebruiken en afwijking te beperken. Er werden de afgelopen 10 jaar vergunningen afgeleverd voor meer dan 200 appartementen en er zitten er nog minstens 100 in de planning. Dat is een enorme stijging van het aanbod, In relatie met de kernverdichtingsprojecten die we in omliggende steden zien (Tienen, Sint-Truiden en Landen) vrezen wij binnen een paar jaar voor een overaanbod en leegstand. De doelgroep die interesse heeft voor deze appartementen, zo blijkt uit de realiteit, zijn vnl. eigen inwoners (interne verhuizing) of mensen met een zekere band met de gemeente (school, werk, familie);
Overwegende dat een ander effect dat we willen bewerkstelligen, het behouden van ééngezinswoningen in de kern is. Als iedere bestaande woning zonder bijkomende last zo maar kan omgevormd worden tot een méérgezinswoning, zal dat de prijzen van deze woningen aanzienlijk verhogen, waardoor we vrezen dat gezinnen geen kans meer maken op een kleine ééngezinswoning in de kern. Appartementen zijn in onze gemeente verhoudingsgewijze immers relatief duur t.a.v. de aankoopprijs van een ééngezinswoning;
Overwegende dat we met deze verordening het parkeerbeleid juridisch willen verankeren om het te gebruiken bij het beoordelen van omgevingsvergunningsaanvragen;
Overwegende dat het voorstel ter kennis werd gebracht aan de iGECORO Getestreek en de opmerkingen werden verwerkt;
Overwegende het ontwerp van transitieverordening ZTL1-2022 'duurzame verplaatsingen en parkeren';
BESLUIT:
Artikel 1:
De stedenbouwkundige verordening 'Duurzame verplaatsingen en parkeren' wordt voorlopig vastgesteld.
Art.2:
Conform artikel 2.3.2. van de VCRO wordt het ontwerp ter advies voorgelegd aan het departement Ruimte Vlaanderen, de deputatie Vlaams-Brabant en de iGECORO en wordt er een openbaar onderzoek georganiseerd gedurende een periode van 30 dagen.
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op de VCRO;
Gelet op de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en de 10 kernkwaliteiten 'Leefomgeving';
Gelet op de conceptnota en de basisprincipes voor het ruimtelijk beleid uit de conceptnota van het Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 30/01/2020 waarin de aanzet wordt gegeven voor een aantal principes in kader van de ontwikkelingskansenkaart en - matrix, aantal verordeningen omtrent lasten, ... ;
Gelet op de eindverslagen van het lokale ruimtetraject SWOP+;
Gelet op de finale documenten m.b.t. Leefbare Dorpen (transitieopgaves en dorpsbundels) binnen het Strategische Project Getestreek;
Gelet op de beslissing van het schepencollege d.d. 28/03/2022 houdende de principiële goedkeuring van het ontwerp transitieverordening ZTL2-2022 'Bouwshift';
Overwegende dat de Vlaamse Regering met de goedkeuring van de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen de beleidslijnen uitgezet voor de vernieuwde filosofie en aanpak in het ruimtelijk beleid voor Vlaanderen. In 2016 formuleerde het Witboek BRV de grote maatschappelijke uitdagingen voor Vlaanderen: globalisering, demografie, mobiliteit, klimaat, energie, technologische innovatie, voedselproductie en biodiversiteit, en de nieuwe eisen die ze stellen aan ruimte. De strategische visie van het BRV heeft niet het statuut van een ontwerp van ruimtelijk beleidsplan, omdat er nog geen ontwerp-beleidskaders zijn goedgekeurd;
Overwegende dat daarnaast ook de Provincie Vlaams-Brabant sinds 2014 werkt aan een nieuwe ruimtelijke visie, als vervolg op de ruimtelijke structuurplannen van 2004. Hiermee trekt de provincie als motor aan de kar: ze wacht niet tot de Vlaamse overheid klaar is met haar eigen Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, maar geeft vanuit eigen kennis, expertise en ervaring input aan het Vlaams ruimtelijk beleid. Nieuwe uitdagingen vragen om een andere aanpak en visie dan tien jaar geleden. Het Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant formuleert zo drie sporen voor vernieuwing van het ruimtelijk beleid:
Een belangrijk onderdeel daarvan focust op het sturen van ruimtelijke ontwikkelingen o.b.v. de belangrijke vervoerscorridors. Relatieve groei per kern wordt toegekend o.b.v. de ligging van de kern in het mobiliteitsnetwerk. Zo ontstaat een kernen-hiërarchie, waarbij een verdichtingsopgave wordt gekoppeld aan dorpen en steden. Deze verdichtingsslag wordt vertaald in een aantal eenvoudige regels per kern (10% relatieve groei in hoog-dynamische kernen en 5% in landelijke woonkernen), die eerder generiek te noemen zijn;
Overwegende dat wanneer we kijken naar elke dorpskern afzonderlijk, we echter context-specifieke structuren en identiteiten onderscheiden, die een meer genuanceerde aanpak van het beleidskader vragen. In het project Leefbare Dorpen Getestreek wil het Strategisch Project Getestreek daarom samen met de Provincie Vlaams-Brabant en de gemeentes, inzetten op de doorvertaling van de strategische visie en beleidskaders van het beleidsplan, naar een beleidskader op maat per kern.
Overwegende dat de stad Zoutleeuw eveneens aan de slag ging met de basisprincipe van dat nieuwe ruimtelijke beleid aan de slag om het nog meer op maat van de eigen behoeftes en specifieke noden af te stemmen. Enerzijds middels de lokale ruimtetrajecten van de provincie Vlaams-Brabant met de studieopdracht SWOP+ (Strategisch WoonOntwikkelingsPlan), anderzijds via de oproep pilootprojecten BRV (Beleidsplan Ruimte Vlaanderen) met het uitwerken van een dialoogkompas dat de kwaliteitsaspecten van kernversterkende projecten onder de aandacht moet brengen (en de basis vormt voor een beoordelingsinstrument voor het adviseren van omgevingsvergunningen binnen een Intergemeentelijke Kwaliteitskamer Getestreek of voor de omgevingsdiensten);
Overwegende dat de gemeenteraad stedenbouwkundige verordeningen kan vaststellen voor de materie omschreven in artikel 2.3.1, in artikel 4.2.5 en in artikel 4.4.1, § 3, tweede lid, voor het gehele grondgebied van de gemeente of voor een deel waarvan hij de grenzen bepaalt met naleving van de door de Vlaamse Regering en de provincieraad vastgestelde stedenbouwkundige verordeningen;
Overwegende dat gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen aan de aanvrager van een omgevingsvergunning technische en financiële lasten kunnen opleggen. Alle lasten die in artikel 75 tot en met 77 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning vermeld worden, kunnen door middel van een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op algemene wijze opgelegd worden. Met deze verordening zetten we lasten in als een instrument om onder meer uitvoering te geven aan het beleidskader en de beleidsmatig gewenste ontwikkeling (BGO) ‘veerkrachtige dorpskern Getestreek’. Het perifeer bouwen buiten de kern wordt zo ontmoedigd, kernverdichting wordt geduwd in de richting van kernversterking en het afremmen van bijkomende private verhardingen behoort eveneens tot de doelstelling. Waar de last niet in natura kan worden uitgevoerd komt een financiële last in de plaats die een bijdrage levert in toekomstige of reeds gerealiseerde projecten die de negatieve effecten van verspreide bebouwing, verdichten of verharden compenseren;
Overwegende dat de ontwerpvordering 'bouwshift' meerdere luiken beslaat:
PERIFEER WONEN
Hoewel het creëren van bijkomende wooneenheden in beginsel steeds gepaard gaat met bijkomende taken voor de overheid (bijv. op vlak van infrastructuur, waterhuishouding, mobiliteit), stelt het college vast dat de maatschappelijke kost en de bijkomende overheidstaken groter zijn wanneer deze bijkomende eenheden of bebouwing wordt aangelegd resp. opgericht buiten de kernen of slecht gelegen locaties (afwezigheid van voorzieningen en volwaardig openbaar vervoer).
Dit principe wordt vooreerst bevestigd door de studie ‘Monetariseren van de impact van urban sprawl in Vlaanderen’ (Vermeiren e.a. (2019), Monetariseren van urban sprawl in Vlaanderen, uitgevoerd in opdracht van Departement Omgeving), waaruit blijkt dat hoe verspreider men gaat wonen/bouwen, hoe groter de maatschappelijke kosten zijn:
In de voormelde studie wordt er op gewezen dat er nog andere maatschappelijke kostenposten aan de urban sprawl verbonden zijn. Een belangrijke groep van effecten heeft te maken met hogere kosten (en/of lagere kwaliteit) voor publieke dienstverlening. Het gaat hierbij om diensten waarbij afstand tussen gebouwen relevant is (bijvoorbeeld brandweer, postbedeling, afvalophaling), waarbij meer privaat wagentransport en verbonden problemen m.b.t. congestie en ongevallen leidt tot hogere kosten (politiediensten) of waarbij lagere densiteit en compactheid leidt tot minder schaalvoordelen (educatie, administratieve diensten). Deze meerkosten komen vooral tot uiting indien de diensten lokaal worden georganiseerd en gefinancierd (bijvoorbeeld afvalophaling, brandweer, politie).
Ook in de gemeente Zoutleeuw zorgt verspreide woonontwikkeling (lees: buiten de bestaande kernen) voor bijkomende taken in hoofde van de overheid. Vooreerst is te wijzen op het feit dat de valleien die het gemeentelijk grondgebied van zuid naar noord doorkruisen (effectief) overstromingsgevoelige gebieden zijn, waardoor de gemeente op bepaalde plaatsen kampt met een structurele wateroverlast. Bijkomende bebouwing of verharding binnen deze gebieden draagt bij tot deze problematiek en leidt tot bijkomende overheidstaken op vlak van waterhuishouding.
Daarnaast brengt verspreide woonontwikkeling sowieso bijkomende taken en kosten voor de overheid met zich mee op vlak van publieke dienstverlening (bijv. brandweer, postbedeling, afvalophaling, …), infrastructuur (afvoer van afvalwater, waterzuivering) aanleg van rioleringen, onderhoud van riolen, grachten en beken, …) en mobiliteit (openbaar vervoer, parkeerproblemen, verkeersafwikkeling).
Aangezien deze (bijkomende) taken en kosten voor de overheid hun oorsprong vinden in een louter privaat of particuliere belang, acht de gemeente het aangewezen om de begunstigde van een vergunning die bijkomende woongelegenheden buiten de goed gelegen locaties en kernen inhoudt een financiële last op te leggen. De gemeente wenst dit op een gecoördineerde en transparante wijze te doen, zodat zij het aangewezen acht om hiervoor een stedenbouwkundige verordening op te maken.
Op basis van bovenstaande redenen berekende de gemeente Zoutleeuw dat de gemiddelde jaarlijkse totale meerkosten per huishouden in perifeer gebied (buiten dorpskern en dorpshart) waarvan bewezen is dat de meerkosten het gevolg zijn van de perifere ligging (bv. infrastructuurkosten, mobiliteitskosten,..).
De gemeente gaat uit van een gemiddelde levensduur van 30 jaar en legt een éénmalig wordt opgelegd per bijkomende wooneenheid wordt er uitgegaan van een levensduur van 30 jaar.
Dezelfde redenering houden we ook aan voor het herbouwen van zonevreemde woningen. Die vallen op zich ook onder de noemer van perifeer wonen, door hun bestemming. Hier moet gestreefd worden naar een uitdoofscenario en moeten we herbouw ontmoedigen.
Voor zorgwoningen (zijn slechts tijdelijk van aard en bovendien altijd ondergeschikt aan een bestaande wooneenheid en de maatschappelijke meerkost voor dit woontype is te verwaarlozen) of projecten van algemeen belang geldt een uitzondering.
Ook indien de begunstigde van de vergunning reeds bepaalde kosten heeft gemaakt in het algemeen belang, worden deze kosten in mindering gebracht van de financiële last.
Perifeer wonen in het landelijk woongebied, zorgt bovendien voor verdere versnippering van de open ruimte met risico’s op het verlies en verstoring van biodiversiteit en habitats voor fauna en flora. Door de bijkomende verharding werkt dit wateroverlast in de hand.
Wonen buiten de kern laat ook het gemotoriseerd verkeer toenemen met extra CO2 – uitstoot tot gevolg. Deze bijkomende uitstoot kan deels gecompenseerd worden door het aanplanten van planten en bomen. CO2 is één van de belangrijkste broeikasgassen. Bomen halen CO2 uit de lucht en vormen die via fotosynthese om tot zuurstof en plantmateriaal. Fotosynthese is het proces waarbij planten, onder invloed van zonlicht, water en koolstofdioxide omzetten in glucose en zuurstof. Bomen hebben in vergelijking met andere gewassen de grootste netto zuurstofproductie omdat bomen een groot deel van het CO2 omzetten in hout en wortels en het zo fixeren. Bomen nemen eveneens het water op uit de bodem met hun wortels en hun bladeren geven schaduw en verkoeling in de zomerperiode.
Anders dan in de dorpskernen zijn de percelen die perifeer gelegen zijn, voldoende groot om bomen aan te planten en te laten doorgroeien. Bovendien wordt er op die manier ook aan landschapsherstel gewerkt. Het Hageland wordt immer getypeerd door een landschap van haagkanten en klein bosjes. Door een groenscherm te voorzien is er ook een striktere scheiding tussen de bouw- en landbouwpercelen en proberen we vertuining van agrarisch gebied tegen te gaan.
De last in natura kan op verzoek van de aanvrager vervangen worden door een eenmalige financiële last als compensatie voor het niet uitvoeren van de aanplanting. De stad zal dan in plaats op publieke terreinen de aanplanting realiseren. Hierbij worden dezelfde tarieven gehanteerd als in met een toeslag per m² om hiervoor de benodigde m² gronden aan te kopen. Het bedrag van deze toeslag wordt vastgesteld op 3 euro/m². Voor het planten van een boom wordt er uitgegaan er van uit dat deze op een onderlinge afstand van 6 meter worden geplaatst om een ideale boomkruin te verkrijgen. Per boom is er dus 36 m² oppervlakte nodig wat overeenkomt met een grondaandeel van 108 euro per boom.
VERDICHTING
Met de goedkeuring van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) in 1997 heeft de Vlaamse overheid de eerste aanzet gegeven tot een verdichting van de bestaande nederzettingsstructuur en ging men op zoek naar een nieuwe manier van wonen op een kleinere oppervlakte en dichter bij elkaar.
Deze trend, vooral ingegeven vanuit het realiseren van een hoger financieel rendement, steekt ook de kop op in de dorpen van de Getestreek en leidt tot een groot aantal vergunningsaanvragen voor appartementen. Een van de grote kwaliteiten van de dorpen in de Getestreek is net hun laag-dynamisch karakter. Een grote toename van meergezinswoningen en groepswoning-bouwprojecten dreigt deze kwaliteit te verstoren. Andere dorpen in Vlaanderen tonen dat een grote toename aan appartementen niet alleen een sterke invloed heeft op het uitzicht en de ruimtelijke beleving van de dorpskern, maar het draagt ook andere consequenties met zich mee: een grotere mobiliteitsdruk, het verdwijnen van groen in het dorpshart, het verhogen van het hitte-eilandeffect, de nood aan extra publieke voorzieningen zoals: parken, speelruimte, sportmogelijkheden en ontmoetingsplekken, het verbeteren van de toegankelijkheid van voetpaden, meer ruimte voor fietsers, de uitbouw van hoppinpunten, … Dit zorgt voor extra (investerings)-kosten voor het stadsbestuur.
Zoals de cijfers van Zoutleeuw aantonen is er een grote stijging in het aantal vergunningsaanvragen voor meergezinswoningen. Terzelfdertijd wordt de gezinssamenstelling complexer, met grotere groepen alleenstaanden, veel samengestelde gezinnen, ouderen en zorgbehoevenden. De kwaliteit van dat wonen in meergezinswoningen in het dorp is erg belangrijk. In een dorp waar het voorzieningenniveau beperkter is dan in grotere kernen en steden, moeten we helder en scherp de kwaliteiten kunnen benoemen die we wel aanbieden. Want wie in een appartement woont, heeft geen grote private tuin meer om aan eigen noden te voldoen, terwijl dit net de kwaliteit is van veel dorpswoningen. De sociale context van een dorp is potentieel een kwaliteit maar hoe draagt een meergezinswoning daaraan bij?
In functie van een transparante beoordeling van diverse bouwplannen werd besloten om:
- Een onderbouwd en geïllustreerd afwegingskader om kwaliteit in verdichtingsprojecten in goede banen te leiden op te maken: ‘het dialoogkompas’. (Luik 3 van het BGO Leefbare Dorpen).
- De meerwaardes per dorp te detecteren en uit te werken in ‘transitieacties’: de Dorpsbundels (Luik 1B van het BGO Leefbare Dorpen).
In eerste instantie is het dus de bedoeling dat verdichtingsprojecten bijdragen aan de realisatie van de doelstelling die per dorp werden gedefinieerd. Liefst gebeurt dat door het opnemen van een last in natura in de omgevingsvergunningsaanvragen. Kan dat niet, dan komt er een vervangende éénmalige financiële last in de plaats die de stad dan zelf zal aanwenden voor de realisatie van de opgaves in de dorpsbundels. Het kan uiteraard ook een mix zijn.
Zo sturen we kernverdichting richting kernversterking en creëren we meer draagvlak bij de omwonenden.
Op zich kunnen verdichtingsprojecten alleen plaatsvinden in de dorpskern en het dorpshart. De last geldt per bijkomende wooneenheid en loopt op naarmate de dichtheid toeneemt. De behaalde woondichtheid is dus een belangrijke parameter: hoe hoger die is, hoe meer de leefbaarheid wordt aangetast op die plek en er een grotere inspanning dient geleverd te worden in de omgeving om dat te compenseren. Te hoge dichtheden zijn bovendien niet overal wenselijk omdat de afwikkeling van verkeerstromen dan problematisch kan worden.
Woningen die door de stad en het OCMW van Zoutleeuw of door erkende sociale woonmaatschappijen en erkende zorginstellingen worden voorzien zijn vrijgesteld. Ook de PPS-projecten waarbij de stad de gronden laat ontwikkeling middels een recht van opstal zijn vrijgesteld (daarin zit al een publieke meerwaarde in vervat).
VERHARDING
Naast de grote bouwdruk die al een aantal jaren aanhoudt, blijkt uit recente vergunning dat de coronapandemie eveneens een nefast effect heeft op de verharding van tuinen met terrassen, zwembaden, pergola’s en tuinkamers. Aan de andere kant werden we in de zomer van 2021 slachtoffer van een ongeziene wateroverlast, waardoor wij als bestuur onze investeringen in extra maatregelen nog moeten opvoeren. Alleen al in de periode 2020-21 kocht de stad voor bijna 700.000 euro aan gronden aan om in te zetten als buffer of om op termijn het grachtensysteem te optimaliseren. Hierbij komen dan nog de investering voor de inrichting van deze terreinen. Het is in de optiek dan ook logisch dat wie bedraagt aan de problematiek, eveneens een bijdrage moet leveren in het beperken ervan.
Vanuit de Vlaamse en provinciale overheden wordt er in de ontwerpen van de nieuwe ruimtelijke beleidsplannen aan lokale besturen sterk aangeraden om te gaan ontharden en extra verharding tegen te gaan. Ook bij de opmaak van het gemeentelijk klimaatactieplan en het HemelWater- en droogteplan zijn dit belangrijke doelstellingen.
In eerste instantie leggen we hier beperkingen op aan de verhardingsgraad van een perceel in functie van wat nog toelaatbaar en vergunbaar is. Gelijktijdig wil het bestuur met de invoering van een last de burgers stimuleren om compacter te bouwen, minder te verharden en dus in het algemeen doordachter en duurzamer om te gaan met de schaarse ruimte. Op deze manier willen we de impact van bijkomende verhardingen op wateroverlast, maar ook op de verdroging binnen de perken houden.
De beperkende voorschriften en bijhorende lastenregeling zijn van toepassing op alle meldings- of vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen (met enkele uitzonderingen) die ervoor zorgen dat extra grondoppervlakte wordt ingenomen door verharding ten opzicht van de ‘vergunde’ bestaande toestand.
Het oprichten van gebouwen en constructies door en voor de stad en het OCMW van Zoutleeuw, door de politiezone, brandweer en de hulpverleningszone, door de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waar de stad deel van uitmaakt, door de federale, gewestelijke, provinciale overheden, door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de door haar erkende sociale huisvestingsmaatschappij (in functie van het bouwen van sociale woningen) worden in het kader van het algemeen belang niet belast.
Het bedrag van de last is hier eveneens gebaseerd op de kost die de stad zelf heeft om elders buffering te voorzien. Dit vertrekt van de aankoop van naakte landbouwgrond (inclusief opmeting, schattingsverslag, onderhandelingen, kosten voor opmaak en verlijden van de akte, pachtverbreking, …) en de inrichting en wordt gesteld op 5 euro/m². Vergunningsplichtige verhardingen en constructies in de zij – en achtertuin (>40m² bijgebouw en >80m² constructies, conform het vrijstellingsbesluit), worden gezien als niet noodzakelijk in functie van het woongebeuren waardoor het verantwoord is om hier een hogere bijdrage te vragen dat meer overeenkomt met de kost van aanleg van deze verharding, zijnde 10 tot 15 euro/m².
Er wordt ook een regeling voorzien voor bestaande verhardingen, die vergunninsgplichtig zijn maar niet werden aangevraagd in eerdere aanvragen, voor zo ver deze geregulariseerd kunnen worden.
De inkomsten uit deze last zullen dus aangewend worden:
BESLUIT:
Artikel 1:
De stedenbouwkundige verordening 'Bouwshift' wordt voorlopig vastgesteld.
Art.2:
Conform artikel 2.3.2. van de VCRO wordt het ontwerp ter advies voorgelegd aan het departement Ruimte Vlaanderen, de deputatie Vlaams-Brabant en de iGECORO en wordt er een openbaar onderzoek georganiseerd gedurende een periode van 30 dagen.
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op de VCRO;
Gelet op de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en de 10 kernkwaliteiten 'Leefomgeving';
Gelet op de conceptnota en de basisprincipes voor het ruimtelijk beleid uit de conceptnota van het Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant;
Gelet op de omzendbrief van 2021 van de provincie Vlaams-Brabant aangaande de procedure voor Beleidsmatig Gewenste Ontwikkelingen (BGO);
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 30/01/2020 waarin de aanzet wordt gegeven voor een aantal principes in kader van de ontwikkelingskansenkaart en - matrix, aantal verordeningen omtrent lasten, ... ;
Gelet op het einddocument als gevolg van het pilootproject BRV - 10 kernkwaliteiten en de kwaliteitskamer Getestreek: het dialoogkompas;
Gelet op de beslissing van het schepencollege van 28/03/2022 waarbij het dialoogkompas werd goedgekeurd als beleidskader bij het beoordelen van omgevingsvergunningsaanvragen;
Overwegende de vele aanvragen met appartementen in onze kernen;
Overwegende dat er dringend instrumenten nodig zijn om sturend op te kunnen treden en duidelijkheid te verschaffen aan ontwikkelaars van wat ze waar mogen verwachten;
Overwegende de studie uitgevoerd binnen de projectoproep pilootprojecten BRV van Ruimte Vlaanderen (door studiebureau PlusOffice) en het dialoogkompas tot stand kwam door intense samenwerking tussen verschillende omgevingsambtenaren uit de buurgemeentes onder begeleiding van een extern deskundige en naar aanleiding van de zoektocht naar een bruikbaar instrument voor het opstarten van een eventuele intergemeentelijke kwaliteitskamer;
Overwegende dat het dialoogkompas bestaat uit 4 sets 'kwaliteitsvragen' m.b.t.:
die moeten beantwoord worden en waaraan vervolgens een (zelf)quotering gekoppeld wordt die in relatie staat met het aantal wooneenheden dat kan voorzien worden op de projectlocatie.
Overwegende dat architecten en bouwheren hun ontwerpen op die manier kunnen bijsturen, zodat ze kunnen voldoen aan het criteria van 'goed ruimtelijke ordening' bij de beoordeling van de omgevingsvergunningsaanvraag;
Overwegende dat het ontwerpbeleidskader al eerder werd voorgesteld aan de gemeenteraad in de vergadering van 08/2021, zonder daar verdere opmerkingen over te ontvangen;
Overwegende dat dit beleidskader opgenomen wordt als het 3de luik van het BGO 'Veerkrachtige Dorpen Getestreek';
BESLUIT:
Enig artikel:
Het dialoogkompas (en de werkwijze) rond de kwaliteitsbewaking van verdichtingsprojecten wordt bekrachtigd als beleidskader en kan voortaan door de dienst omgeving gebruikt worden in haar motivatie/beoordeling bij het adviseren van omgevingsvergunningen.
Het beleidskader wordt ter kennis gebracht aan de deputatie Vlaams-Brabant, de provinciale dienst ruimtelijke planning en de iGECORO, waarna het op de website wordt gepubliceerd.
Gelet op het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de VCRO;
Gelet op de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en de 10 kernkwaliteiten 'Leefomgeving';
Gelet op de conceptnota en de basisprincipes voor het ruimtelijk beleid uit de conceptnota van het Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant;
Gelet op de lastenregelingen opgenomen in de ontwerpverordening ZTL2-2022 'Bouwshift';
Overwegende dat de stad Zoutleeuw l - in het kader van haar duurzaamheids-, leefbaarheids- en klimaatbeleid - ontharding met verschillende beleidsinstrumenten en acties wil stimuleren en ondersteunen;
Overwegende dat binnen de perken van het door de gemeenteraad goedgekeurde budget van de stad Zoutleeuw, de opbrengsten uit de ‘transitieverordening ZTL2-2022 Bouwshift’, en overige bepalingen van het reglement, de stad daarom onthardingspremies toekent:
Overwegende dat het uitsluitend verhardingen, gebouwen of constructies (of delen er van) betreft die beschouwd kunnen worden als zonevreemd gelegen in een ‘open ruimte’ –bestemming op het gewestplan Tienen-Landen en in principe niet opnieuw kunnen worden opgetrokken op dezelfde plaats. Het betreft volgende bestemmingen:
Overwegende het ontwerp van premieregeling 'ontharden';
BESLUIT:
Enig artikel:
De premieregeling 'ontharding' wordt goedgekeurd als volgt:
ART.1 DOEL
§1. De stad Zoutleeuw wil - in het kader van haar duurzaamheids-, leefbaarheids- en klimaatbeleid - ontharding met verschillende beleidsinstrumenten en acties stimuleren en ondersteunen. Binnen de perken van het door de gemeenteraad goedgekeurde budget van de stad Zoutleeuw, de opbrengsten uit de ‘lastenverordening rond perifeer wonen en verhardingen’, en overige bepalingen van het reglement, kent de stad daarom onthardingspremies toe:
§2. Het betreft uitsluitend verhardingen, gebouwen of constructies (of delen er van) die beschouwd kunnen worden als zonevreemd gelegen in een ‘open ruimte’ –bestemming op het gewestplan Tienen-Landen en in principe niet opnieuw kunnen worden opgetrokken op dezelfde plaats. Het betreft volgende bestemmingen:
ART.2 DEFINITIES
In dit premiereglement wordt verstaan onder:
ART.3 BEGUNSTIGDEN
De premie voor het ontharden kan toegekend worden:
De eigenaar of huurders kunnen zowel natuurlijke personen als rechtspersonen zijn.
ART.4 ALGEMENE VOORWAARDEN
ART.5 PREMIEBEDRAG
Er wordt een premie verleend ten belope van:
Het is mogelijk dat premies gecombineerd worden aangevraagd. Het premiebedrag van de totale gecombineerde aanvraag is echter beperkt tot maximum 20.000 euro. In geen geval kan de premie hoger zijn dan de werkelijke kosten die kunnen aangetoond worden met facturen.
De premie kan worden aangevraagd door de eigenaar/gebruiker/huurder van een perceel. De premie wordt toegekend aan de aanvrager. Per adres kan slechts één premie-aanvraag ingediend worden.
ART.6 AANVRAAGPROCEDURE
De aanvraag bestaat uit onderstaande stukken:
De premie wordt aangevraagd via post (dienst omgeving stadsbestuur Zoutleeuw - Aen Den Hoorn 1 te 3440 ZOUTLEEUW), e-mail (via omgeving@zoutleeuw.be) of tegen ontvangstbewijs aan het onthaal van het stadsbestuur.
De aanvraag voor de premie is slechts ontvankelijk zodra deze volledig is. Bevestiging daarvan wordt gegeven aan de aanvrager via gewone postzending of via e-mail.
Hierna wordt het dossier aan het schepencollege ter principiële goedkeuring voorgelegd.
Pas daarna mogen de werken uitgevoerd worden. De dienst omgeving dient voor aanvang van de werken per mail op de hoogte gebracht te worden van de aanvangsdatum, zodat controle mogelijk is.
ART.7 BETALINGSMODALITEITEN
Nadat de sloopwerken volledig zijn uitgevoerd (incl. verwijdering afbraakmateriaal van het terrein en inzaaien/aanplanten), het betalingsbewijs/facturen (en verwerkingsattesten) hiervoor werden voorgelegd en na controle en advies van de dienst omgeving. Neemt het schepencollege een definitieve beslissing op basis van de werkelijk verwijderde m² en wordt de premie vrijgegeven.
Het bedrag van de toegekende premie wordt overgeschreven op de door aanvrager op de Verklaring op eer vermelde post- of bankrekening.
ART.8 SANCTIES
De volgende sancties kunnen afzonderlijk of cumulatief door het college van burgemeester en schepenen worden uitgevaardigd wanneer de aanvrager één of meerdere voorwaarden niet naleeft, en/of onjuiste of onvolledige gegevens meedeelt:
ART.9 CONTROLE
De aanvrager geeft de toelating aan een bevoegd gemeentelijk ambtenaar om de toepassing van dit reglement ter plaatse te controleren, teneinde de subsidieaanvraag te kunnen controleren.
ART.10 INWERKINTREDING
Dit reglement treedt in werking uiterlijk het jaar volgend op de definitieve vaststellen van de verordening ZTL2-2022 ‘Bouwshift’ door de gemeenteraad en stopt van zodra ook deze verordening wordt opgeheven.
BESLUIT:
De gemeenteraad neemt kennis van de volgende vragen van de raadsleden en de antwoorden namens het schepencollege.
Raadslid M. Boyen vraagt of het zebrapad aan de Bron in Budingen terug in regenboogkleuren zal gemaakt worden. Schepen C. Kempeneers verwijst naar de bespreking in de SG MOB : na de proefopstelling zal de toestand geëvalueerd worden. In juli zal de definitieve opstelling aan de gemeenteraad voorgelegd worden, waarna het de bedoeling is tegen volgend schooljaar opnieuw een regenboogzebrapad te hebben.
Raadslid L. Everaerts