De voorzitter opent de zitting op 28/09/2023 om 19:30.
1) De voorzitter deelt mee dat voor punt 4 de omstandigheid "federale crisisfase" wordt vervangen door "een algemene gezondheids- en of veiligheidscrisis"
2) Stavaza remediëringsplan inspectieverslag WZC De Vesten : de burgemeester licht de stavaza toe.
BESLUIT:
De Raad neemt kennis van het verslag van de openbare vergadering van 22/06/2023 en keurt het met eenparigheid van stemmen en zonder opmerkingen goed.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017, art 263 betreffende de opvolgingsrapportering;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30.03.2018 over de beleids -en beheerscyclus, art. 29;
Gelet op het Ministerieel besluit van 26.06.2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van over de beleids- en beheerscyclus, art. 5;
Gelet op de opvolgingsrapportering 1e semester 2023, zoals in bijlage aangehecht;
Overwegende dat het past tot de kennisname van de opvolgingsrapportering over te gaan;
BESLUIT:
De Raad neemt kennis van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2023.
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16/11/2018 over het lokaal woonbeleid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24/05/2019 betreffende het optimalisatiedecreet;
Gelet op het ministerieel besluit van 12/12/2019 houdende de toekenning van een subsidie aan het project "IGS Best wonen tussen zoet & zout";
Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
Gelet op het provinciaal subsidiereglement voor projecten die het lokaal woonbeleid ondersteunen;
Gelet op de open oproep 2022 van de provincie Vlaams-Brabant betreffende de aanvraag projecten "subsidieretentie";
Gelet op het besluit van het Vast Bureau van 13/06/2022 om in te stappen in de open oproep van de provincie Vlaams-Brabant voor projecten subsidieretentie 2022;
Gelet op het besluit van de provincieraad van 22/11/2022 tot toekenning van een terugvorderbaar bedrag van 150.000 euro aan OCMW Zoutleeuw voor 5 projecten subsidieretentie 2022;
Gelet op het besluit van de bestendige deputatie van 15/06/2023 tot goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Vlaams-Brabant, het IGS Best Best Wonen tussen Zoet en Zout en het OCMW Zoutleeuw;
Gelet op het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Vlaams-Brabant, het IGS Best Best Wonen tussen Zoet en Zout en het OCMW Zoutleeuw, in het kader van subsidieretentie, met bijlagen;
Overwegende dat de Raad op 24/10/2019 besloot tot samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant en het stadsbestuur in het kader van subsidieretentie en dat daartoe een samenwerkingsovereenkomst werd afgesloten; dat ik het kader van deze samenwerking 10 renovatieprojecten in Zoutleeuw konden worden gerealiseerd; dat de provincie Vlaams-Brabant in 2022 een nieuwe open oproep indiende voor projecten subsidieretentie; dat het Vast Bureau op 13/06/2023 besloot om in het kader van deze open oproep een aanvraag in te dienen in samenwerking met het IGS Best Wonen tussen Zoet en Zout; dat de provincie besloot om een subsidie van maximaal 150.000 euro aan het OCMW Zoutleeuw toe te kennen voor maximaal 5 projecten 'subsidieretentie (max. 30.000 euro/project);
Overwegende dat de aanwendingsvoorwaarden van deze subsidie zijn opgenomen in een samenwerkingsovereenkomst, waarvan de provincie het ontwerp heeft bezorgd; dat het OCMW voor 5 projecten een subsidieretentie van maximaal 30.000 euro kan aanvragen; dat deze subsidieretentie ter beschikking wordt gesteld aan de eigenaar/bewoner van een woning, gelegen in het werkingsgebied, die moet worden gerenoveerd om haar kwaliteitsvol, veilig, gezond en duurzaam te maken; dat de kandidaten o.a. moeten voldoen aan de inschrijvingsvoorwaarden inzake besteedbaar inkomen en eigendom; dat zij vervolgens gerangschikt worden op basis van hun score op technisch onderzoek van de staat van de woning; dat het OCMW een overeenkomst afsluit met de gebruiker, aan wie de subsidieretentie ter beschikking wordt gesteld voor de uitvoering van de renovatiewerken; dat de technische begeleiding bij de renovatiewerken gebeurt door de provincie; dat de subsidieretentie vervalt onder bepaalde omstandigheden (geen gebruiker is nog in de woning gedomicilieerd, de langstlevende gebruiker overlijdt, de woning wordt verkocht of verhuurd, …); dat in geval van verval het nominale bedrag van de subsidieretentie door de gebruiker moet worden terugbetaald, vermeerderd met een aandeel in de meerwaarde van de woning;
Overwegende dat het gaat om een renovatielening met uitgestelde terugbetaling voor inwoners met beperkte bestaansmiddelen; dat het project eigenaars die niet over de nodige financiële middelen beschikken en die de nodige administratieve kennis en/of het technisch inzicht ontberen om hun woning kwaliteitsvol, veilig, gezond en duurzaam te renoveren in staat stelt om met behulp van de subsidieretentie de nodige verbouwingswerken uit te voeren; dat het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst moet worden goedgekeurd;
Overwegende dat de bijlage 4 bij de samenwerkingsovereenkomst nog voor de definitieve oppuntstelling is voorgelegd aan de DPO van het provinciebestuur en van het OCMW; dat het Vast Bureau gemachtigd is de definitieve versie goed te keuren;
BESLUIT:
De Raad bespreekt het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst met de provincie Vlaams-Brabant en het IGS Best Wonen tussen Zoet en Zout in het kader van subsidiedetentie en keurt het met eenparigheid van stemmen en zonder opmerkingen goed.
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22/12/2017, inzonderheid art. 38 en art. 76;
Gelet op het decreet van 16/07/2021 tot wijziging van diverse decreten, wat betreft versterking van de lokale democratie;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10/09/2021 over de voorwaarden voor digitaal vergaderen voor de organen van de lokale besturen;
Gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn d.d. 23/05/1995 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement;
Gelet op de beslissing van het Vast Bureau van 11/09/2023 houdende de principebeslissing om digitaal vergaderen mogelijk te maken voor de Raad voor Maatschappelijk Welzijn;
Gelet op de verplichting om bij aanvang van elke legislatuur een huishoudelijk reglement aan te nemen:
Overwegende dat het huishoudelijk reglement van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn dateert van 23/05/1995;
Gelet op het modelreglement van de VVSG;
Gelet op het voorgelegde ontwerp dat aansluit bij het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad;
BESLUIT:
De Raad heeft met eenparigheid van stemmen de aanpassingen aan het HHR van de Raad, waaronder het addendum digitaal vergaderen, goedgekeurd.
Onderhavige beslissing wordt bekendgemaakt via de website van het lokaal bestuur en gemeld via het Loket Lokale Besturen van ABB.
Gelet op het decreet van 22/12/2017 over het lokaal bestuur;
Gelet op de pachtwet;
Gelet op het schrijven van 02/05/2023 van de heer Dimitri Huygen Terweidenstraat 11, 3440 Zoutleeuw, waarin hij verzoekt om hem een perceel landbouwgrond, gelegen te Budingen, sectie D, nr. 212 B (deel), "Molenveld", met een oppervlakte van 21a 30ca, onderhands te verkopen;
Gelet op het schattingsverslag van 22/05/2023 van beëdigd landmeter-expert Jean-Luc Smolders;
Gelet op het ontwerp van opmetingsplan van landmeters-experten Tempels & Jacobs, zoals aan het OCMW bezorgd op 20/06/2023;
Gelet op het besluit van het Vast Bureau van 10/07/2023 waarbij opdracht werd gegeven tot volledige samenstelling van het verkoopdossier;
Gelet op het bod van 16/07/2023 van de heer Dimitri Huygen;
Gelet op het volledig samengesteld verkoopdossier;
Overwegende dat de heer Dimitri Huygen met een brief van 02/05/2023 heeft verzocht om hem een perceel landbouwgrond (weiland), gelegen te Budingen, sectie D, nr. 212 B (deel), "Molenveld", met een oppervlakte van 21a 30ca, onderhands te verkopen; dat Dimitri Huygen het betreffende perceelsdeel pacht van het OCMW; dat de heer Huygen verklaart eigenaar te zijn van het aanpalende perceel nr. 211 R, met woning en bijgebouwen, aan de Molenstraat; dat hij verklaart aldaar de bouw van een nieuwbouwwoning te plannen en het pachtgoed te willen bestemmen als huiskavel bij deze eengezinswoning;
Overwegende dat voor het betreffende perceelsdeel met een oppervlakte van 21a 30ca een schattingsverslag werd opgemaakt door beëdigd landmeter-expert Jean-Luc Smolders op 22/05/2023; dat de venale waarde van het goed wordt geraamd op 10.000 euro;
Overwegende dat het Vast Bureau in zitting van 10/07/2023 besloot opdracht te geven tot volledige samenstelling van het verkoopdossier en dat de kandidaat-koper werd verzocht een bod uit te brengen; dat de heer Dimitri Huygen op 16/07/2023 een bod heeft uitgebracht van 12.500 euro, hetzij 25% hoger dan de schattingsprijs;
Overwegende dat het OCMW -als openbaar bestuur- onroerende goederen in beginsel openbaar verkoopt, tenzij er gegronde redenen zijn om tot een verkoop uit de hand over te gaan; dat in casu het betreffende goed verpacht wordt aan de kandidaat-koper; dat het OCMW uit ervaring weet dat bij een openbare verkoop van verpachte landbouwgoederen veelal niet het gewenste resultaat wordt bereikt; dat de pachter immers zelf niet aan de biedingen zal deelnemen, o.m. omdat hij steeds kan terugvallen op zijn recht van voorkoop; dat andere landbouwers ervoor terugdeinzen om een verpacht goed aan te kopen omdat het goed niet onmiddellijk voor eigen gebruik beschikbaar zal zijn, gelet op de langdurige opzegtermijnen uit de pachtwet, en er, in geval van opzeg, steeds zal moeten worden onderhandeld met de afgaande pachter over de uittredingsvergoeding; dat voorts een verkoop van verpachte landbouwgronden aan niet-landbouwers niet realistisch is, aangezien de pachtwet doorgaans geen enkele mogelijkheid tot opzeg biedt aan de niet-landbouwer en de aankoop van een pachtgoed als belegging weinig rendabel zal zijn; dat een verkoop aan speculanten, die enkel aankopen omdat zij gokken op winstkansen bij doorverkoop, niet wenselijk is; dat in casu de kandidaat-koper eigenaar is van een aanpalend perceel, waarop hij een nieuwbouwwoning wenst te bouwen; dat hij het pachtgoed als huiskavel aan zijn bouwperceel wenst toe te voegen; dat hij de intentie heeft om de beide percelen aan de achterzijde te bebossen; dat het pachtgoed ingesloten is en enkel toegankelijk is vanaf de eigendom/het bouwperceel van de kandidaat-koper; dat immers de toegang met gemotoriseerd vervoer via de achterliggende fietsroute niet mogelijk is; dat de kandidaat-kopter tot slot een bod heeft uitgebracht dat 25% hoger ligt dan de geschatte verkoopwaarde en dat het zeer onwaarschijnlijk is dat in het geval van een openbare verkoop een beter resultaat zou worden gehaald; dat de kandidaat-koper zich om al deze redenen in een unieke positie bevindt; dat er redelijkerwijze van uit kan worden gegaan dat er in casu, behalve de pachter, geen andere kandidaat-kopers kunnen worden gevonden voor het betreffende perceelsgedeelte; dat het derhalve aangewezen is het pachtgoed onderhands te verkopen aan de kandidaat-koper aan de door hem aangeboden prijs van 12.500 euro;
Overwegende dat het hoger vermelde perceelsgedeelte wordt verpacht aan de kandidaat-koper; dat er derhalve geen aanleiding is tot aanbieding van het recht van voorkoop aan de pachter;
Overwegende dat het goed hoofdzakelijk gelegen is in het agrarisch gebied, met een strook langsheen de fietsroute in parkgebied en dat aldus de Vlaamse Grondenbank in beginsel een recht van voorkeur geniet overeenkomstig artikel 19/3 van het decreet van 16/06/2006 betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen; dat de pachter Dimitri Huygen evenwel in zijn brief van 16/07/2023 heeft verklaard zijn recht van voorkoop te zullen uitoefenen als het OCMW het betreffende goed zou verkopen aan enige andere derde, hierin begrepen de Vlaamse Grondenbank, aan een prijs die gelijk aan of lager is dan de door hem geboden prijs; dat het recht van voorkoop van de pachter primeert boven het recht van voorkeur van de Vlaamse Grondenbank; dat het aldus niet zinvol zal zijn om een aanbod van aankoop van de betreffende goederen aan de Vlaamse Grondenbank te doen; dat Dimitri Huygen in dat geval immers zijn recht van voorkoop zal uitoefenen zodat de Vlaamse Grondenbank nooit het eigendomsrecht op de betreffende percelen zal kunnen verwerven;
Overwegende dat alle kosten van de verkoop, met inbegrip van notaris- en dossierkosten, ten laste vallen van de koper; dat de koper de geassocieerde notarissen Gilissen en Janssen te Hasselt wenst aan te stellen voor de akteverlijding; dat het past voor het OCMW notaris Indekeu te Zoutleeuw aan te stellen; dat de onderlinge werkwijzen van het OCMW en notaris Indekeu door de herhaalde samenwerking op mekaar zijn afgestemd; dat het verkoopdossier voor verder gevolg aan notaris Indekeu zal worden overgemaakt, die de nodige afspraken met de notarissen Gilissen & Janssen zal maken voor de verdere afhandeling;
Overwegende dat een ontwerp van metingsplan werd opgemaakt voor het af te splitsen gedeelte van het perceel nr. 212 B; dat dit plan de actuele toestand met de correcte afmetingen van het pachtgoed lijkt weer te geven; dat de oppervlakte volgens meting 21a 40ca bedraagt; dat de kandidaat-koper met een mailbericht van 26/06/2023 bevestigt dat het ontwerpplan effectief overeenstemt met de reële situatie op het terrein en dat het plan bijgevolg niet tot gevolg zal hebben dat er oppervlakte wordt ingenomen op het andere pachtdeel van het perceel nr. 212 B; dat het opmetingsplan verder mag worden voorbereid met het oog op een aanvraag tot voorafgaande identificatie bij de FOD Financiën, AAPD;
Overwegende dat het jachtrecht op het te verkopen goed openbaar werd verhuurd aan de vzw WBE Vallei van de Kleine Gete, Ridderstraat 1, 3440 Zoutleeuw, op 24.05.2018; dat artikel 17.1 van de lasten, voorwaarden en bedingen van de openbare jachtverhuring van 24.05.2018 bepaalt dat in geval van vervreemding van een gedeelte van de verpachte oppervlakte de jachtpacht van rechtswege wordt verbroken voor het vervreemde gedeelte, zonder opzeg en zonder dat de pachter recht zal hebben op enige vergoeding of betaling van welke aard dan ook; dat artikel 17.2 voorts het volgende bepaalt: ‘het verpachtend bestuur of de instrumenterende notaris, handelend in opdracht van het verpachtend bestuur, geeft bij aangetekend schrijven kennis van de (…) gedeeltelijke vervreemding van het gepachte goed aan de pachter, binnen de dertig dagen na de akteverlijding’;
BESLUIT:
De Raad aanvaardt het bod en de onderhandse verkoop met eenparigheid van stemmen.
Gelet op het decreet van 22/12/2017 over het lokaal bestuur;
Gelet op het decreet van 21/12/2012 tot compensatie van de openbaredienstverplichting tot het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11/10/2013 tot compensatie van de openbaredienstverplichting tot het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit;
Gelet op het ministerieel besluit van 15/01/2014 tot vaststelling van de lijst van vervoerders die belast worden met de openbare dienstverplichting tot het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit;
Gelet op de raadsbeslissing van 24/10/2019 tot samenwerking met de vzw Leuven-Hageland Mobiel inzake aangepast vervoer en tot goedkeuring van samenwerkingsovereenkomst;
Gelet op de samenwerkingsovereenkomst inzake aangepast vervoer tussen OCMW Zoutleeuw en de vzw Leuven-Hageland Mobiel van 24/10/2019;
Gelet op het ontwerp van addendum bij de samenwerkingsovereenkomst van 24/10/2019, zoals gevoegd als bijlage bij huidige beslissing;
Overwegende dat de vzw Leuven-Hageland Mobiel aangepast vervoer organiseert in het vervoersgebied Leuven voor mensen die omwille van een beperking ernstige mobiliteitsproblemen hebben; dat Zoutleeuw ingevolge een besluit van de Vlaamse Regering van 11/10/2013 en een ministerieel besluit van 15/01/2014 behoort tot het vervoersgebied Leuven; dat deze vzw door de Vlaamse overheid is erkend en voor het vervoersgebied Leuven, de enige erkende vervoerder is voor de uitvoering van de openbaredienstverplichting tot vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit;
Overwegende dat de werking van de vzw Leuven-Hageland Mobiel zich in het bijzonder richt tot personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit, voor wie het geregeld vervoer als bedoeld in het decreet van 26/04/2019 betreffende de basisbereikbaarheid geen geschikte oplossing biedt; dat het hoofdzakelijk gaat om rolstoelgebruikers en stappers die niet over een alternatief beschikken; dat de samenwerking met deze vzw cruciaal is om het recht op mobiliteit voor elke inwoner te kunnen verzekeren;
Overwegende dat de vzw Leuven-Hageland Mobiel opereert vanuit een centrale dispatching in Leuven; dat de vzw tevens een decentrale clusterwerking aanbiedt om beter te kunnen inspelen op de stijgende vervoersbehoeften van de doelgroep en alzo de efficiëntie te verhogen; dat in elke cluster een minibus wordt gestationeerd; dat Zoutleeuw in de cluster Tienen werd ingedeeld; dat de vzw Leuven-Hageland Mobiel de volgende dienstverlening voorziet:
- vervoer van deur tot deur, zeven dagen op zeven, van 6.30u tot 22.30u
- vervoersgarantie voor rolstoelgebruikers voor aanvragen die tenminste 7 dagen op voorhand worden gesteld
- aangepaste minibus die lokaal (in de cluster) wordt gestationeerd
- begeleiding door hoogwaardig opgeleid personeel
- bekendmaking en promocampagnes door de vzw Leuven-Hageland Mobiel;
Overwegende dat de Raad in zitting van 26/10/2019 besloot om met de vzw Leuven-Hageland Mobiel een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten met als doel het aanbod van aangepast vervoer voor de rolstoelgebruikers van Zoutleeuw te optimaliseren; dat in Zoutleeuw jaarlijks ruim 370 trajecten rolstoelvervoer worden uitgevoerd door de vzw; dat voor de gebruikers van deze dienst het lidmaatschap gratis en dat zij per rit een beperkte, door de Vlaamse overheid goedgekeurde, instapkost en kilometertarief betalen;
Overwegende dat de samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat het OCMW jaarlijks een tegemoetkoming van 0,19 euro per inwoner betaalt aan de vzw Leuven-Hageland Mobiel; dat de vzw met een brief van 03/04/2023 evenwel te kennen geeft dat haar inkomsten niet meer toereikend zijn om de vaste kosten van het aangepast vervoer te dekken, en dit als gevolg van de grote stijging van personeels-, energie- en andere werkingskosten; dat de vzw bij de Vlaamse overheid een dossier tot verhoging van de financiering heeft ingediend; dat de vzw tevens voorstelt om met ingang van het jaar 2023 de jaarlijkse bijdrage van het OCMW vast te stellen op 0,30 euro per inwoner; dat het basisbedrag tevens aanpasbaar is aan de index der consumptieprijzen; dat de vraag tot aanpassing van het basisbedrag redelijk voorkomt in de huidige omstandigheden; dat evenwel voor het jaar 2023 de vereiste kredieten niet werden voorzien; dat de verhoging kan ingaan vanaf het jaar 2024;
Overwegende dat het nodig is dat de dienstverlening van de vzw Leuven-Hageland Mobiel ten behoeve van rolstoelgebruikers en stappers die niet over een alternatief beschikken zonder onderbreking wordt voortgezet; dat de activiteit van deze vervoerder noodzakelijk is voor de realisatie van het recht op mobiliteit en de deelname aan het maatschappelijk leven van inwoners met een ernstige beperking; dat het om die reden past het ontwerp van addendum bij de samenwerkingsovereenkomst goed te keuren, met dien verstande dat het verhoogde bijdrage van kracht wordt vanaf 2024; dat de nodige middelen zullen worden voorzien in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan;
Overwegende dat het addendum tevens een bepaling uit de samenwerkingsovereenkomst aangaande de terbeschikkingstelling van personeelsleden met toepassing van artikel 60, §7, van de OCMW-wet van 08/07/1976 herneemt;
BESLUIT:
De Raad keurt het ontwerp van addendum en de verhoging van de jaarlijkse bijdrage met ingang van het jaar 2024 met eenparigheid van stemmen goed.
De voorzitter sluit de zitting op 28/09/2023 om 19:51.