Terug
Gepubliceerd op 15/01/2024

Besluit  Vast Bureau

ma 08/01/2024 - 15:00

Rechtspositieregeling

Aanwezig: Guy Dumst, burgemeester-voorzitter
Carl Kempeneers, Raf Lambeets, Dries Matterne, Carine Winnen, leden
Sandra Blockx, algemeen directeur

Gelet op het decreet van 22/12/2017 over het lokaal bestuur, hierna genoemd ‘DLB’;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20/01/2023 tot vaststelling van de minimale

voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen;

Gelet op de raadsbeslissing van 22/04/2021 tot vaststelling van de bevoegdheden van de

gemeenteraad die aan het college worden gedelegeerd en van de inhoud van het begrip dagelijks

bestuur;

Gelet op de beslissing van het schepencollege van 08/05/2023 aangaande de opstart van de

gezamenlijke aanpassing van de rechtspositieregeling in samenwerking met de TGV-gemeenten en

Hoegaarden;

Gelet op het ontwerp van nieuwe gezamenlijke rechtspositieregeling personeel S&O;

Gelet op het ontwerp van nieuwe rechtspositieregeling personeel WZC;

Gelet op de beraadslaging van het managementteam van 13/10/2023 over het ontwerp van de

rechtspositieregeling;

Gelet op de besprekingen met de vakorganisaties van 08/11/2023 en 20/11/2023;

Gelet op het protocol van akkoord voor het ACV en het protocol van niet akkoord voor ACOD en

VSOA, inclusief de opmerkingen;

Overwegende dat een aantal wettelijke wijzigingen werden doorgevoerd in daarnaast een aantal

facultatieve wijzigingen in de nieuwe rechtspositieregeling zijn opgenomen waaronder :

• meer mogelijkheden voor selectieprocedures waaronder de mogelijkheid tot het plaatsen van

een permanente vacature

• anciënniteiten werden vereenvoudigd - naast de geldelijke anciënniteit enkel nog bestuurs- en

schaalanciënniteit

• behoud statuut bij interne mobiliteit en bevordering

• betaling van salaris op de laatste werkdag van de maand

• maaltijdcheques: eigen bijdrage verlaagt naar 1.09 en automatische verhoging

• anciënniteitspremie bij 25 jaar dienst en dag dienstvrijstelling

• bepaalde verloven zijn een gunst voor de leidinggevenden en decretale graden en geen recht;

Overwegende dat dit ontwerp gezamenlijk werd opgemaakt met Linter, Geetbets, Kortenaken en

Hoegaarden; dat er met de gezamenlijke aanpak naar gestreefd werd om zoveel mogelijk afstemming

op elkaar te realiseren, teneinde een onderling opbod over voorwaarden voor personeel te vermijden;

dat ook de onderhandelingen met de vakorganisaties gezamenlijk gebeurde;

Overwegende dat de vakorganisatie ACV Openbare Diensten bij de ondertekening van het protocol

van globaal akkoord verwijst naar

• de opmerkingen zoals weergegeven in het verslag van de vergaderingen van 08/11 en

20/11/2023 en

• voor alles dat direct en indirect een gevolg is van de eenzijdige doordrukking van het

ontslagdecreet van de Vlaamse Regering geven ze een expliciet niet-akkoord- dat het lokaal

bestuur ernaar verwijst gehouden te zijn aan de hogere wetgeving en deze moet volgen en

hiervoor de nodige bepalingen in de rechtspositieregeling dient op te nemen;

Overwegende dat de vakorganisatie ACOD en VSOA bij de ondertekening van het protocol van niet

akkoord nog de volgende opmerkingen maken bij het voorliggende ontwerp:

• art. 3 §3 behoud evenwaardige ervaring als algemene regel - het bestuur wenst ook de

mogelijkheid te voorzien om kandidaten die niet over het juiste diploma beschikken, maar over

relevante ervaring beschikken de kans te geven om deel te nemen aan een selectieprocedure

• art. 31 omdat er niet opgenomen staat dat wij minstens voor hogere niveaus vragen om

steeds volledig extern te gaan - ook bij interne juryleden is de objectiviteit van de

selectieprocedure gegarandeerd, bovendien hebben interne juryleden zicht op de interne

werking van de organisatie en dit kan een meerwaarde zijn

• art. 58 omdat de periode opgenomen in het evaluatietraject veel te kort zijn - het bestuur voegt

in artikel 59 toe dat het voor een beoordeling steeds dient te gaan over minsten drie maanden

effectieve prestaties

• art. 113 omdat behoudens overmacht niet opgenomen werd - de relevante ervaring wordt

aangenomen op basis van bewijsstukken. Ook als de stukken door overmacht niet meteen

bezorgd worden, kan het personeelslid deze later aanbrengen, maar gaat de uitwerking ervan

pas in de maand die volgt op de indiening van de stukken.

• art. 182 omdat voor de wijziging van betaling van het salaris voor statutairen voor ons een

betere overgangsmaatregel voorzien moet worden - er is gekozen om de wijziging van

betaling van het salaris voor statutairen in Zoutleeuw niet door te voeren.

• art. 186 om het theoretisch budget te ruim bekeken zou kunnen worden. Wij vragen om dit

steeds voorafgaandelijk met de vakbonden te overleggen. - In de rechtspositieregeling is

enkel opgenomen dat de eindejaarstoelage kan worden omgezet in een theoretisch budget.

waarvoor dit aangewend kan worden is opgenomen in het arbeidsreglement. Momenteel kan

dit enkel voor fietsleasing. Als deze mogelijkheden in de toekomst uitgebreid zouden worden,

dan zal dit, net zoals bij de fietslease, met de vakorganisaties besproken worden.

• titel 8 omdat de gevarentoelagen niet opgenomen werd - Er zijn geen personeelsleden die

aanspraak maken op een gevarentoelage, als dit in de toekomst wijzigt, dan zal dit uiteraard

toegevoegd worden.

• feestdagen omdat de regeling voor feestdagen die vallen op zaterdag en zondag niet

opgenomen werd voor de deeltijdsers - in alle gevallen, met inbegrip van de deeltijdse

medewerkers, wordt de wettelijke regeling voor feestdagen gevolgd.

• art. 244 3 maand is te lang - het bestuur wenst de periode van drie maanden (al dan niet

aaneensluitend) te behouden.

• art. 264 §4 niet akkoord dat er voor contractuelen geen bijpassing voorzien wordt

(gelijkschakeling contractuelen en statutairen)- dat het Vast Bureau in antwoord hierop

verwijst naar de beslissing van het Vast Bureau van  09/12/2021;

• art. 285 niet akkoord met afbouw statutaire voorwaarden - het bestuur probeert de

gelijkschakeling tussen contractuelen en statutairen zoveel mogelijk te bewerkstelligen. Indien

een statutair door overmacht zoals vermeld in art. 47 §2 zijn functie niet kan uitoefenen, zal hij

een wachtgeld krijgen onder dezelfde voorwaarden als dit geldt voor de contractuelen.

• VSOA: verlofdagen personeel wzc wij betreuren dat er geen wijziging is doorgevoerd in

gelijkschakeling van het aantal verlofdagen van het personeel, terwijl men toch werkt voor

dezelfde werkgever - in het wzc gelden ook verlofstelsels die niet gelden voor het personeel

van de andere diensten van het lokaal bestuur. Om de continuïteit van de dienstverlening in

het woonzorgcentrum te garanderen is het niet mogelijk om op deze vraag in te gaan.

• VSOA: wij betreuren dat er nog steeds looncategorie "E" vermeld is, terwijl dit loonbarema niet

meer leefbaar is in deze financieel zware tijden - looncategorie "E" is momenteel uitdovend, in

het WZC zijn er enkel nog medewerkers die de overstap naar IFIC niet maakten die in deze

categorie zitten. In de andere diensten zijn er geen E-schalen niet.

• VSOA: gaat niet akkoord met elke wijziging die te maken heeft met het ontslagdecreet - dat

het lokaal bestuur ernaar verwijst gehouden te zijn aan de hogere wetgeving en deze moet

volgen en hiervoor de nodige bepalingen in de rechtspositieregeling dient op te nemen;

Overwegende dat het past het voorliggende ontwerp van gezamenlijke RPR S&O voor het OCMW-personeel goed te keuren, met inwerkingtreding conform artikel 292 van de RPR;

Overwegende dat het past het voorliggende ontwerp van RPR voor het WZC-personeel goed te keuren, met inwerkingtreding conform artikel 292 van de RPR;

BESLUIT:

Besluit het Vast Bureau met algemene stemmen

Artikel 1:

Het ontwerp van de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel, (rechtspositieregeling S&O) wordt definitief vastgesteld.

Art. 2:

Het ontwerp van de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel, dat volgens het organogram ressorteert onder de afdeling WZC, met inbegrip van het personeel van de dienst warme maaltijden,

 (rechtspositieregeling WZC)  wordt definitief vastgesteld.

Art. 3:

De personeelsdienst is belast met de uitvoering van huidige beslissing, met inbegrip van de communicatie aan het personeel.

Art. 4:

Deze beslissing wordt bekend gemaakt conform de wettelijke bepalingen.