Ingevolge de maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van het coronavirus heeft de burgemeester in overleg met de voorzitter van de gemeenteraad besloten (BB 4/11/2020):
1. de vergaderingen van de gemeenteraad en RMW tot nader order opnieuw fysiek te laten doorgaan in de Cultuurzaal van GC de Passant, met tafels op ruime afstand van elkaar.
2. de raden te laten doorgaan MET publiek (max. 10 personen) mits inschrijving vooraf.
De voorzitter deelt mee dat raadslid L. Everaerts bij e-mailbericht d.d. 18/06/2021 heeft laten weten ontslag te hebben genomen bij de N-VA en dat hij voortaan als onafhankelijk raadslid zal zetelen.
Gelet op het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 32,277,278;
Gelet op het door de algemeen directeur voorgelegde ontwerp van de notulen;
Gelet op het zittingsverslag;
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, hierna genoemd ‘DLB’, inzonderheid op artikelen 166 en 196;
Gelet op het ontwerp van beheersovereenkomst;
Gelet op het besluit van de OCMW-raad van 01.07.2021 tot goedkeuring van het ontwerp van beheersovereenkomst, onder voorbehoud voor wat betreft de artikelen 7 en 8;
Overwegende dat het DLB een verregaande integratie van gemeenten en OCMW’s op bestuurlijk en ambtelijk vlak beoogt; dat verscheidene bepalingen van het DLB een basis hebben gelegd voor een doorgedreven samenwerking tussen de beide besturen;
Overwegende dat de totstandkoming van een eengemaakte en geïntegreerde organisatie ‘Lokaal Bestuur Zoutleeuw’ een fundamentele beleidsdoelstelling is, dewelke o.m. tot uiting werd gebracht in het MJP 2020-2025, met als oogmerk een zo goed mogelijk functionerende organisatie tot stand te brengen om de meest efficiënte en kwalitatieve dienstverlening aan de bevolking te verzekeren;
Overwegende dat de beide raden in hun zitting van 22.04.2021 een gezamenlijk organogram hebben vastgesteld, waarin een doorgedreven integratie van stads- en OCMW-diensten verankerd werd; dat niettemin de beide besturen afzonderlijk hun rechtspersoonlijkheid behouden en dat het voor de effectieve realisatie van het Lokaal Bestuur Zoutleeuw, zoals vorm gegeven in het gezamenlijk organogram, vereist is dat de beide besturen een beheersovereenkomst afsluiten, die het mogelijk maakt dat stad en OCMW gebruik maken van elkaars diensten en een beroep doen op elkaars personeelsleden; dat de beheersovereenkomst de modaliteiten vastlegt van de samenwerking op het vlak van beleid en management, financiën en personeel, dat de domeinen van samenwerking nader worden bepaald en dat de regelingen worden vastgesteld voor delegatie en voor vervanging van de decretale graden; dat de beheersovereenkomst tussen stad en OCMW dan ook een complementair geheel vormt met het gezamenlijk organogram, zoals door de raden vastgesteld op 22.04.2021;
Overwegende dat de beheersovereenkomst het kader schept waarin de geïntegreerde organisatie zal opereren; dat een geïntegreerde werking immers veronderstelt dat de samenwerking niet beperkt blijft tot het verlenen van incidentele hand- en spandiensten aan het andere bestuur, maar dat personeel, middelen, infrastructuur en materieel gezamenlijk kunnen worden ingezet, vanuit gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen, om de bestuurskracht, efficiëntie en effectiviteit van de beide besturen te verhogen, ten behoeve van een doelmatige en kwaliteitsvolle dienstverlening aan de inwoners van onze stad;
Overwegende dat de Gemeenteraad voorts de vervanging van de algemeen directeur en de financieel directeur dient te regelen; dat een dergelijke regeling samenhangt met de beoogde integratie en deel kan uitmaken van de beheersovereenkomst; dat in de artikelen 7 en 8 van het ontwerp een waarnemingsregeling is opgenomen; dat deze bepalingen met toepassing van artikel 28, §1, eerste lid, 1°, dienen te worden behandeld in de besloten vergadering en dat zij het voorwerp uitmaken van een afzonderlijk dagordepunt;
Overwegende dat het om alle hoger vermelde redenen past om het ontwerp van beheersovereenkomst met het OCMW Zoutleeuw goed te keuren, zoals vermeld in het dispositief;
BESLUIT:
Artikel 1:
Het ontwerp van beheersovereenkomst met het OCMW Zoutleeuw wordt goedgekeurd als volgt:
Beheersovereenkomst tussen de stad en het OCMW Zoutleeuw
Tussen
De stad Zoutleeuw, met zetel te Zoutleeuw, Aen den Hoorn 1, vertegenwoordigd door de heer Boudewijn Herbots, burgemeester, handelend in uitvoering van het delegatiebesluit van de voorzitter van de gemeenteraad van 2 januari 2019, en mevrouw Sandra Blockx, algemeen directeur, die optreden namens de gemeenteraad,
hierna de stad genoemd.
En
Het OCMW Zoutleeuw, met zetel te Zoutleeuw, Prins Leopoldplaats 3, vertegenwoordigd door mevrouw Ilse Beelen, voorzitter van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, handelend in uitvoering van het delegatiebesluit van 2 januari 2019 van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, en mevrouw Sandra Blockx, algemeen directeur, die optreden namens de raad voor maatschappelijk welzijn,
hierna het OCMW genoemd.
Hierna samen de partijen genoemd
Wordt het volgende overeengekomen:
Hoofdstuk 1: Context
Artikel 1- Doel en wettelijke omkadering van de overeenkomst
De stad en het OCMW zijn complementair bevoegd binnen hetzelfde territorium. De doelstelling van beide besturen is een zo goed mogelijk functionerende organisatie tot stand te brengen om de meest efficiënte dienstverlening aan de bevolking te bieden en te garanderen.
De verdere integratie van de diverse diensten van beide besturen kan leiden tot een verbetering van de onderlinge samenwerking, meer bestuurskracht, efficiëntiewinst door schaalvoordelen en een vermindering van de overheadkost.
Het Decreet Lokaal bestuur bepaalt in de artikelen 40 en 77 de bevoegdheden van de gemeenteraad en van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De gemeenteraad en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn hebben op 22 april 2021 het gezamenlijk organogram voor stad en OCMW vastgesteld.
Deze beheersovereenkomst – gesloten op basis van artikel 196 § 2 van het Decreet Lokaal Bestuur – wil in het licht van deze context verder uitvoering geven aan die mogelijkheden tot samenwerking die het meest inspelen op de efficiëntieverhoging en de versterking van de organisaties, rekening houdend met de eigen specificiteit en de gezamenlijk vastgestelde doelstellingen.
De beheersovereenkomst is bedoeld als kaderovereenkomst waarbij verdere afspraken gemaakt worden omtrent de integratie van diverse diensten alsook het gemeenschappelijk gebruik van het personeel onderling. De beheersovereenkomst verzekert tevens de uitvoering van het gezamenlijk organogram en de hierin vervatte integratie van stads- en OCMW-diensten.
Hoofdstuk 2: concrete bepalingen
Artikel 2- Domeinen van samenwerking
De samenwerking zal kennis, middelen en waar mogelijk locaties trachten te bundelen op volgende domeinen:
- ICT, communicatie, personeelszaken, financiële zaken, juridische zaken, organisatiebeheersing, klachtenbehandeling, secretariaat, onthaal, privaat patrimonium, verzekeringen, overheidsopdrachten, contracten en abonnementen, archief, facilitaire en technische ondersteunende aangelegenheden zoals gebouwen, onderhoud, logistiek en groenonderhoud, gebruik van technisch onderhoudsmaterieel en voertuigen.
Deze overeenkomst kan uitgebreid worden met bijlagen om deze domeinen verder uit te werken of om andere domeinen toe voegen aan de beheersovereenkomst.
De bezetting en invulling van de diensten wordt weergegeven op het gezamenlijke organogram van gemeente en OCMW, dat door de gemeenteraad op 22 april 2021 en door de raad voor maatschappelijk welzijn op 22 april 2021 werd goedgekeurd.
Artikel 3- Beleid en management
Ieder bestuur behoudt zijn eigen autonomie inzake het opnemen van de beleidslijnen eigen aan de werking en organisatie van het eigen bestuur.
Gelet op de nauwe samenwerking die tussen beide besturen bestaat, dient er voor bepaalde raakvlakken een gezamenlijk beleid gevoerd te worden. Doelstellingen en resultaten worden in de mate van het mogelijke gezamenlijk bepaald. Stad en OCMW staan gezamenlijk in voor het behalen van de beleidsdoelstellingen die werden bepaald in het meerjarenplan en de aanpassingen ervan.
Dit gezamenlijk beleid wordt gecoördineerd door het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau op beleidsniveau en door de algemeen directeur, in samenspraak met het gemeenschappelijk managementteam, op ambtelijk niveau.
Artikel 4- Financieel
De stad en het OCMW zullen- gezien de ambtelijke integratie- diensten voor elkaar leveren op diverse vlakken. Gezien het aangewezen is om administratieve vereenvoudiging na te streven en uitgebreide wederzijdse facturaties te vermijden, zal ieder bestuur instaan voor de eigen specifieke investeringen en exploitatiekosten.
De gemeenschappelijke investeringen en exploitatiekosten die niet onmiddellijk toewijsbaar zijn en waar toch de beide besturen een voordeel uit putten, worden alleen gedragen door het bestuur dat instaat voor het dossierbeheer, tenzij de daartoe bevoegde organen uitdrukkelijk besluiten tot een verdeling tussen de beide besturen volgens een verdeelsleutel die telkens ad hoc wordt vastgesteld.
Opdat er geen interne facturatie dient te gebeuren van personeelsprestaties tussen de stad en het OCMW, worden de personeelskosten gedragen door het bestuur waar het betrokken personeelslid is aangesteld, tenzij het om organisatorische of financiële redenen (bv. subsidies) noodzakelijk is om het andere bestuur hiervoor te factureren.
Lopende overeenkomsten die aanleiding geven tot financiële transacties tussen de beide besturen kunnen op basis van huidige beheersovereenkomst door de bevoegde organen worden herzien of beëindigd. Onverminderd hetgeen bepaald is in het tweede lid met betrekking tot de verdeling van kosten wordt zoveel als mogelijk gestreefd naar een kosteloze terbeschikkingstelling van patrimonium en materieel van het ene bestuur aan het andere bestuur.
Artikel 5 – Bepalingen in verband met het personeel
§ 1 Nieuwe personeelsleden
Indien het bestuur nieuwe personeelsleden voor de gemeenschappelijke diensten aanwerft, dan zal de aanwerving geschieden binnen het bestuur waarin de dienst wordt gesitueerd, zoals hierboven omschreven, en dit in overeenstemming met het personeelsplan. De aanwerving en de personeelskosten zullen gebeuren met de financiële middelen van het desbetreffende bestuur.
Deze bepaling geldt voor zover de aanwerving geen gevolgen heeft voor de financiering /subsidiëring van het andere bestuur.
§ 2 Gezamenlijk gebruik personeel
De diensten van de stad en het OCMW worden maximaal geïntegreerd vanaf 1 september 2021.
Op basis van artikel 196 §2 van het Decreet Lokaal Bestuur wensen de stad en het OCMW een beroep te doen op elkaars personeelsleden om uitvoering te geven aan bepaalde functies binnen hun diensten.
De personeelsleden blijven tewerkgesteld bij hun huidige werkgever maar zij kunnen, zonder dat ze hiervoor ter beschikking worden gesteld of overgedragen worden naar de andere organisatie, ingezet worden in de geïntegreerde organisatie en taken en opdrachten uitvoeren voor zowel de stad als het OCMW. De personeelsleden van het ene bestuur kunnen worden gehuisvest in lokalen toebehorend aan het andere bestuur.
Bij de waarneming van een functie bij het ene bestuur door een personeelslid van het andere bestuur of bij de belasting van een personeelslid van het ene bestuur met een tijdelijke opdracht voor het andere bestuur die zijn functie op het vlak van taakinhoud, verantwoordelijkheden en/of functievereisten ernstig verzwaart, kan aan het personeelslid een waarnemingstoelage of een toelage voor opdrachthouderschap worden toegekend, voor zover de rechtspositieregeling erin voorziet.
Onverminderd hetgeen bepaald is in het tweede lid, voeren, op grond van het gezamenlijk organogram en conform hun functiebeschrijving, de personeelsleden van de volgende afdelingen in elk geval taken en opdrachten uit voor stad en OCMW: de afdeling Financiële zaken, de afdeling Beleid en Organisatie, de afdeling Juridische ondersteuning algemeen directeur, de afdeling privaat patrimonium en de beleidscoördinator van de afdeling Mens.
Huidige paragraaf doet geen afbreuk aan de mogelijkheid tot individuele tijdelijke terbeschikkingstelling van statutaire personeelsleden aan het andere bestuur met toepassing van artikel 185, §1-§2 van het Decreet lokaal bestuur of tot overdracht van personeel met toepassing van artikel 185, §3, van het Decreet lokaal bestuur.
§3 Feedback, aansturing en opvolging van personeel
De personeelsleden hebben overeenkomstig artikel 194 van het Decreet Lokaal Bestuur recht op opvolging en feedback, al dan niet door middel van een evaluatie, over hun wijze van functioneren.
De personeelsleden worden opgevolgd en, in voorkomend geval, geëvalueerd op ambtelijk niveau.
Elk bestuur blijft de juridische werkgever van zijn personeelsleden binnen de geïntegreerde en gemeenschappelijke diensten en oefent het werkgeversgezag over hen uit.
Ook het werkgeversgezag van ter beschikking gestelde personeelsleden blijft bij het eigen tewerkstellend bestuur berusten.
Het voorgaande verhindert evenwel niet dat het functioneel leidinggevend personeelslid van het ander bestuur instructies mag geven aan het personeelslid dat volgens het organogram onder zijn afdeling of dienst ressorteert, met betrekking tot de uitvoering van het overeengekomen werk. Het personeelslid is gehouden de instructies van de functioneel leidinggevende op te volgen, ook wanneer deze tot het andere bestuur behoort.
De functioneel leidinggevende, ongeacht of het een personeelslid van gemeente of OCMW betreft, zal ook de input geven voor de procedure van opvolging en feedback.
§4 Gezamenlijke werving en selectie van personeel
De aanstellende overheden van de stad en van het OCMW kunnen overeenkomstig de rechtspositieregeling gezamenlijke selectieprocedures organiseren waarbij gemeenschappelijke wervings- of bevorderingsreserve aangelegd worden. Huidige overeenkomst geldt daartoe als samenwerkingsovereenkomst in de zin van artikel 196, §1, van het Decreet lokaal bestuur.
De aanstellende overheden kunnen telkens wanneer een wervingsreserve wordt aangelegd voor een graad of functie die volgens het personeelsplan bij de beide besturen voorkomt, bepalen dat deze reserve gemeenschappelijk is voor stad en OCMW, en dit volgens de regels bepaald in de geldende rechtspositieregelingen.
§5 Bevordering en interne mobiliteit
In de rechtspositieregelingen van de beide besturen zullen de nodige bepalingen worden opgenomen om personeelsleden van stad en OCMW, die aan de vooropgestelde voorwaarden voldoen, in de mogelijkheid te stellen om deel te nemen aan procedures van bevordering en interne mobiliteit bij het eigen bestuur en bij het andere bestuur.
§6 Deontologie
In uitvoering van artikel 193 van het Decreet Lokaal Bestuur zal voor het personeel van stad en OCMW een gezamenlijke deontologische code worden opgemaakt.
Het personeelslid dat in aanraking komt met privacygevoelige gegevens verbonden aan de dienstverlening van het andere bestuur is tot geheimhouding verplicht. Hiertoe wordt een clausule opgenomen in de deontologische code.
§7 Sociale dienst
De sociale dienstverlening, zoals bedoeld in de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, behoort in afwijking van §2 uitsluitend tot de bevoegdheid van het OCMW en kan enkel door OCMW-personeel worden uitgevoerd.
Artikel 6- Delegatie van bevoegdheden
De algemeen directeur en financieel directeur mogen – in overeenstemming met artikel 283 van het Decreet Lokaal Bestuur en binnen de voorgeschreven grenzen - hun beslissings-en ondertekeningsbevoegdheid met betrekking tot eigen stedelijke bevoegdheden binnen de stad delegeren aan één of meer personeelsleden van het OCMW en hun beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid met betrekking tot een OCMW-bevoegdheid toevertrouwen aan één of meerdere medewerkers van de stad.
(…)
Artikel 9- Evaluatie, controle en rapportering
Klachten en incidenten worden zoveel mogelijk in relatie tussen gemeente en OCMW behandeld en opgelost door de respectievelijke diensten. Indien het oplossen van klachten grote proceswijzigingen met zich meebrengen, zullen deze voorgelegd worden aan het bevoegde orgaan, dat de wijzigingen al dan niet valideert.
De beheersovereenkomst wordt jaarlijks gemonitord en geëvalueerd in het kader van de beheers-en beleidscyclus. De evaluatie gebeurt door de algemeen directeur, in overleg met het managementteam, en wordt gerapporteerd aan het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau.
Artikel 10- Wijzigingen aan de overeenkomst
Deze overeenkomst kan uitgebreid worden met bijlagen om andere domeinen toe te voegen aan deze beheersovereenkomst. Ook kunnen aanpassingen aan de overeenkomst doorgevoerd worden.
Elke partij kan hiertoe aan de andere partij een verzoek richten. De wijziging kan enkel doorgevoerd worden na schriftelijke instemming van beide raden.
Artikel 11- Duur en beëindiging overeenkomst
De beheersovereenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde duur. Zij kan jaarlijks door beide partijen opgezegd worden tegen 31 december van het lopende kalenderjaar, mits naleving van een opzeggingstermijn van ten minste 6 maanden. De opzegging dient per aangetekend schrijven betekend te worden aan het andere bestuur.
Artikel 12- Inwerkingtreding
Deze overeenkomst treedt in werking op 1 september 2021 en dit na de goedkeuring door de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.
Art. 2 :
De artikelen 7 en 8 van de beheersovereenkomst worden in een afzonderlijk punt, in besloten vergadering, ter goedkeuring voorgelegd aan de Gemeenteraad.
Niet-goedkeuring van de artikelen 7 en 8 heeft tot gevolg dat over de andere bepalingen overeenstemming is bereikt met het OCMW en dat de beheersovereenkomst, met uitzondering van de artikelen 7 en 8, in werking kan treden op de vermelde datum.
Art. 3 :
De burgemeester, handelend in uitvoering van het delegatiebesluit van de voorzitter van de Gemeenteraad, en de algemeen directeur zijn gemachtigd de beheersovereenkomst te ondertekenen.
Art. 4 :
Deze beslissing in te schrijven op de lijst die wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285, §1, van het decreet van 22.12.2017 over het lokaal bestuur.
Gelet op artikel 170, §4 van de Grondwet;
Gelet op het Bestuursdecreet d.d. 07/12/2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22/12/2017, en latere wijzigingen;
Gelet op het decreet van 30/05/2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;
Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad in zitting van 30/01/2020 m.b.t. de goedkeuring van de belasting op masten en pylonen voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025;
Gelet op het bezwaarschrift van Proximus NV tegen belasting op masten en pylonen aanslagjaar 2020;
Overwegende dat werd onderzocht of een aanpassing van het reglement zich opdrong teneinde de rechterlijke toets beter te doorstaan;
Overwegende dat dit heeft geleid tot het voorliggende voorstel tot aanpassing van het reglement;
Overwegende de financiële toestand van de gemeente;
Overwegende dat de gemeenten beschikken over een grondwettelijk gewaarborgde fiscale autonomie die hen toelaat om binnen de grenzen van de door de wetgever opgelegde beperkingen en onder controle van de toezichthoudende overheid, gelijk welke materie aan een belasting te onderwerpen;
Gelet op deze autonomie stelt de gemeente Zoutleeuw een bijdrageplicht in specifiek ten laste van de eigenaars van masten en pylonen;
Overwegende immers dat masten en pylonen de vrije open ruimte bederven en als landschapverstorend worden ervaren en derhalve hinder meebrengen voor de plaatselijke gemeenschap;
Overwegende dat de visuele vervuiling van masten en pylonen en het doorbreken van de vrije ruimte rechtvaardigen dat er een specifieke bijdrageplicht ten laste wordt gelegd van de eigenaars van masten en pylonen en dit met het oog op de financiering van algemene dienstverlening;
Overwegende dat een vrijstelling voor constructies voor het produceren van energie op alternatieve wijze (windenergie of andere vormen van groene energie) aangewezen is, nu de gemeente deze vorm van energieopwekking wil aanmoedigen en nu het groene karakter daarvan het landschapsverstorende karakter van deze masten en pylonen compenseert;
Overwegende dat een vrijstelling voor masten en pylonen die dienstig zijn voor de verlichting van sport- en recreatievoorzieningen (bv. voetbalveld, tennisveld) gepast is gelet op het maatschappelijk nut van deze activiteiten en aangezien deze terreinen veelal worden uitgebaat door verenigingen zonder winstoogmerk, die zonder subsidie niet kunnen bestaan, zodat het gemeentebestuur deze activiteiten niet fiscaal wil treffen.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Na beraadslaging
BESLUIT:
Artikel 1:
Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de masten en pylonen die zich bevinden op het grondgebied van de gemeente, in open lucht en zichtbaar vanaf de openbare weg.
Art.2:
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder
-Mast : een verticale structuur, ongeacht de hoogte, die geplaatst wordt op een dak of een andere bestaande constructie met een hoogte van minimaal 20 meter, verticale structuur inbegrepen.
-Pyloon : een individuele verticale constructie die opgericht wordt op niveau van het maaiveld met een hoogte van minimaal 20 meter.
Art.3:
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de masten en/of pylonen op 1 januari van het aanslagjaar.
Art.4:
De belasting wordt vastgesteld op 2.500 EUR per mast of pyloon. De belasting is ondeelbaar, er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast of pyloon in de loop van het aanslagjaar wordt weggenomen.
Art. 5:
De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 1 oktober van het aanslagjaar aan het gemeentebestuur de voor aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Art.6:
Worden vrijgesteld van deze belasting :
- Constructies voor de productie van windenergie of andere vormen van groene stroom
- Masten en pylonen die dienstig zijn voor de verlichting van sport- en recreatievoorzieningen
- Masten en pylonen geplaatst voor diensten van openbare besturen en andere openbare inrichtingen en instellingen aangezien de mogelijke hinder van deze constructies ruimschoots gecompenseerd wordt door gezondheids- en veiligheidsoverwegingen.
Art. 7:
Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige kan de belastingplichtige ambtshalve worden belast.
ln geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van gegevens waarover de gemeente beschikt.
Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd, brengt het college van burgemeester en schepenen de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.
De ambtshalve belastingaanslag zal worden verhoogd met 10%, 100% of 200% al naargelang het een eerste, tweede of derde overtreding betreft.
Art. 8:
De belasting wordt gevestigd en ingevorderd door middel van een kohier.
De belasting dient 2 maanden na verzending van het aanslagbiljet betaald te worden. Bij niet-betaling geschiedt de invordering der belastingen overeenkomstig de bepalingen van het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen.
Art. 9:
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag of een belastingverhoging een bezwaarschrift indienen bij de bevoegde overheid, die handelt als administratieve overheid. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
De bevoegde overheid of een personeelslid dat door de bevoegde overheid speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingplichtige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel directeur.
De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden verstuurd.
Als de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger dat in het bezwaarschrift heeft gevraagd, zal de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger uitgenodigd worden op een hoorzitting.
Art. 10:
Dit reglement treedt in werking op 01/01/2021
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22/12/2017;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30/03/2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het M.B. van 26/06/2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Overwegende dat de jaarrekening 2020 van het lokaal bestuur Zoutleeuw – deel Stad moet worden vastgesteld en dat dit de eerste jaarrekening is uit de beleidscyclus 2020-2025;
Overwegende dat de jaarrekening 2020 van het lokaal bestuur Zoutleeuw – deel OCMW, zoals vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, moet worden goedgekeurd;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Na beraadslaging,
BESLUIT:
Artikel 1:
De jaarrekening voor het boekjaar 2020 van het lokaal bestuur Zoutleeuw – deel Stad wordt samen met de verplichte bijlagen vastgesteld. De financiële toestand van de geïntegreerde jaarrekening 2020 is als volgt :
- Het budgettair resultaat boekjaar bedraagt -103.152 EUR
- Het gecumuleerd budgettair resultaat van het vorig boekjaar bedraagt -78.073 EUR
- Het gecumuleerd budgettair resultaat 2020 bedraagt -181.225 EUR
- Het beschikbaar budgettair resultaat bedraagt -181.225 EUR
- De autofinancieringsmarge bedraagt 670.919 EUR
Art. 2 :
De balans uit de geïntegreerde jaarrekening van het boekjaar 2020 wordt vastgesteld met een balanstotaal van 47.342.947 EUR.
De balans per 31/12/2020 is als volgt :
Vlottende Activa |
1.948.259 EUR |
Schulden |
17.967.548 EUR |
Vaste Activa |
45.394.688 EUR |
Nettoactief |
29.375.398 EUR |
TOTAAL ACTIVA |
47.342.947 EUR |
TOTAAL PASSIVA |
47.342.947 EUR |
Art. 3 :
De staat van opbrengsten en kosten uit de geïntegreerde jaarrekening van het boekjaar 2020 wordt vastgesteld met een tekort van -1.101.923 EUR.
De staat van opbrengsten en kosten per 31/12/2020 is als volgt :
Het operationeel tekort |
-1.468.343 EUR |
Het financieel overschot |
363.420 EUR |
TEKORT VAN HET BOEKJAAR |
-1.104.923 EUR |
Art. 4 :
De jaarrekening van het lokaal bestuur Zoutleeuw – deel OCMW wordt goedgekeurd.
Art. 5 :
De geïntegreerde jaarrekening van het lokaal bestuur Zoutleeuw wordt vastgesteld.
Art. 6 :
Afschrift van dit besluit over te maken aan de toezichthoudende overheid.
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22.12.2017, artikelen 56 en 57;
Gelet op de wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;
Gelet op de wet van 29.07.1991 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07.12.2018, titel II, hoofdstuk 3;
Gelet op de wet van 17.06.2016 inzake overheidsopdrachten;
Gelet op het KB plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren van 18.04.2017;
Gelet op het KB van 14.01.2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, zoals gewijzigd;
Gelet op de wet van 17.06.2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, zoals gewijzigd;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad d.d. 22.04.2021 tot aansluiting bij het Vlaams EnergieBedrijf als aankoopcentrale voor de levering van gas en elektriciteit zowel voor stadsbestuur Zoutleeuw als voor een aantal nevenorganisaties binnen Zoutleeuw;
Overwegende dat de Gemeenteraad in zitting van 22.04.2021 een limitatieve lijst aan nevenorganisaties heeft vastgesteld om via de stad eveneens toe te treden tot het Vlaams EnergieBedrijf;
Overwegende dat vzw Storzo het stadsbestuur, na het nemen van hoger genoemde beslissing, verzocht of het mogelijk was ook als nevenorganisatie te worden opgenomen;
Overwegende dat er omwille van de taak van publiek belang die de VZW Storzo vervuld, de nauwe samenwerking met de stad en het feit dat de VZW voor een groot deel gefinancierd wordt door de stad, geen bezwaar bestaat de VZW Storzo mee op te nemen als nevenorganisatie;
BESLUIT:
Artikel 1:
Vzw Storzo, Tiensestraat 39, 3440 Zoutleeuw, wordt opgenomen in de lijst van nevenorganisaties die zich voor de aankoop van Vlaamse groene stroom m.i.v. 01.01.2022 aansluiten bij de aankoopcentrale Vlaams EnergieBedrijf (VEB) - Tour & Taxis - Koninklijk Pakhuis 301 (4e verd.), Havenlaan 86C, 1000 Brussel voor de plaatsing van opdrachten gas + elektriciteit.
Art. 2:
Alle modaliteiten uit de Gemeenteraadsbeslissing d.d. 22.04.2021 en de beslissingen van het College van Burgemeester en Schepenen d.d. 17.06.2021 die gelden voor het stadsbestuur en de reeds aangesloten nevenorganisaties zullen tevens van toepassing zijn op vzw Storzo.
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, BS 09.05.2017 (KB Plaatsing);
Gelet op het Decreet lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, zoals gewijzigd door het KB van 22 juni 2017, BS 27 juni 2017 (KB Uitvoering);
Gelet op het standaardbestek 250 versie 4.1 en de documenten waarnaar in dit standaardbestek verwezen wordt;
Gelet op de raming en het voorgelegde bestek opgemaakt door Interleuven ‘Kruispunten Linterseweg met Schoolstraat en Groenstraat/Terweidenstraat - en vervangen beton in de Pastorijstraat’;
Overwegende de slecht toestand van de rijweg in klinkers op de Linterseweg ter hoogte van de kruispunten;
Overwegende dat de rijweg in beton in de Pastorijstraat eveneens dient vervangen te worden omwille van de vele barsten;
Overwegende dat de Linterseweg een belangrijke ontsluitings- en omleidingsweg wordt in kader van de vele geplande collectorwerken, te beginnen met de Glabbeekstraat in 2022 en we beogen om de herstellingen voorafgaandelijk aan deze werken uit te voeren;
Overwegende dat volgende diensten door de Stad Zoutleeuw in exclusiviteit toegekend werden aan de zelfstandige groepering 'Interleuven ondersteunende activiteiten' met ingang van 01/01/2020 tot en met 31/01/2025:
1.1. Ontwerp en opvolging van infrastructuurwerken
1.2. Ontwerp en opvolging van gebouwen
1.3. Veiligheidscoördinatie ontwerp en verwezenlijking bij infrastructuurwerken
1.4. Veiligheidscoördinatie ontwerp en verwezenlijking bij gebouwen
1.5. Technische en administratieve begeleiding, adviseren en coördineren van projecten
3.1. Basisondersteuning
4.2. Geïntegreerde omgevingshandhaving
7.1. GIS begeleiding en ondersteuning
7.2. Inventarisatie en/of actualisatie van ruimtelijke situeerbare gegevens
15.2. Patrimoniumbegeleiding
Overwegende dat de studieopdracht voor deze werken door het schepencollege werd opgedragen aan Interleuven onder 1.1, 1.3 en 1.5 van de bovenvermelde exclusiviteitsovereenkomst;
Overwegende dat naast de wettelijke en reglementaire voorschriften de technische bepalingen van het standaardbestek 250 voor de wegenbouw versie 4.1 van april 2019 gevolgd worden;
Overwegende dat het stadsbestuur de onderhoudswerken wil laten uitvoeren door een aannemer en beide werken wenst te combineren in 1 bestek rond betonwerken;
Overwegende dat het nodig is om daarom een opdracht te gunnen met als voorwerp ‘Kruispunten Linterseweg met de Schoolstraat en Terweidenstraat/Groenstraat, vervangen betonweg Pastorijstraat’;
Overwegende dat de opdracht van deze werken wordt geraamd op 235.680,25 euro exclusief BTW of 285.173,10 euro inclusief BTW opgedeeld.
Overwegende dat, gelet op het bedrag van de ramingen, de opdracht gegund wordt bij wijze van een openbare procedure;
Overwegende dat de uitgaven voor deze opdracht voorzien zijn onder jaarbudgetrekening 2021/ACT-322/0200-00/2240007/STAD/CBS/IP-43 (Linterseweg, Groenstraat, Terweidenstraat, met inbegrip van Linterseweg/Schoolstraat) en 2021/ACT-324/0200-00/2240007/STAD/CBS/IP-46 (Pastorijstraat);
BESLUIT:
Artikel 1:
Er zal een opdracht worden gegund met als voorwerp 'Onderhoudswerken Zoutleeuw, Budingen, Kruispunten Linterseweg en Groenstraat/Terweidenstraat + Linterseweg en Schoolstraat en de Pastorijstraat'.
Art 2:
Het lastenboek wordt goedgekeurd.
Art 3:
De opdracht wordt gegund bij wijze van een openbare procedure.
Art 4:
De uitgave van de opdracht waarvan sprake in artikel 1 wordt goedgekeurd voor een geraamd bedrag van 235.680,25 euro exclusief BTW of 285.173,10 euro inclusief BTW.
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, BS 09.05.2017 (KB Plaatsing);
Gelet op het Decreet lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, zoals gewijzigd door het KB van 22 juni 2017, BS 27 juni 2017 (KB Uitvoering);
Gelet op de beschermingsbesluiten van 18 oktober 1973 (als landschap) en van 22 juni 1994 (als stadsgezicht);
Gelet op het streefbeeld voor de Grote Markt opgenomen in beeldkwaliteitsplan zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 24 september 2020;
Gelet op het standaardbestek 250 versie 4.1 en de documenten waarnaar in dit standaardbestek verwezen wordt;
Gelet op de raming en het voorgelegde bestek opgemaakt door Interleuven ‘Grote Markt: aanleg terrassen en ontharding’;
Overwegende dat de stad naar aanleiding van het voorzien van permanente terrassen op de Grote Markt, moet voorzien in een geschikte ondergrond en waarbij de toegankelijkheid in rekening wordt gebracht;
Overwegende dat de stad meer ruimte wil maken voor een voetgangerszone en dit op een manier die esthetisch verantwoord is, binnen het beschermde stadsgezicht (zonder belijning, zonder paaltjes) door te werken met verschillende materialen;
Overwegende dat in kader van het droogte- en hemelwaterplan in opmaak, er ruimte moet zijn om te ontharden in combinatie met groenaanleg;
Overwegende dat de stad de werken wil uitvoeren voor 01/04/2022;
Overwegende dat volgende diensten door de Stad Zoutleeuw in exclusiviteit toegekend werden aan de zelfstandige groepering 'Interleuven ondersteunende activiteiten' met ingang van 01/01/2020 tot en met 31/01/2025:
1.1. Ontwerp en opvolging van infrastructuurwerken
1.2. Ontwerp en opvolging van gebouwen
1.3. Veiligheidscoördinatie ontwerp en verwezenlijking bij infrastructuurwerken
1.4. Veiligheidscoördinatie ontwerp en verwezenlijking bij gebouwen
1.5. Technische en administratieve begeleiding, adviseren en coördineren van projecten
3.1. Basisondersteuning
4.2. Geïntegreerde omgevingshandhaving
7.1. GIS begeleiding en ondersteuning
7.2. Inventarisatie en/of actualisatie van ruimtelijke situeerbare gegevens
15.2. Patrimoniumbegeleiding
Overwegende dat de studieopdracht voor deze werken door het schepencollege werd opgedragen aan Interleuven onder 1.1, 1.3 en 1.5 van de bovenvermelde exclusiviteitsovereenkomst;
Overwegende dat naast de wettelijke en reglementaire voorschriften de technische bepalingen van het standaardbestek 250 voor de wegenbouw versie 4.1 van april 2019 gevolgd worden;
Overwegende dat de opdracht van deze werken wordt geraamd op 275.599,60 euro excl. btw of 333.475,52 incl. btw. Dit omvat:
Overwegende dat, gelet op het bedrag van de ramingen, de opdracht gegund wordt bij wijze van een openbare procedure;
Overwegende dat de uitgaven voor deze opdracht voorzien zijn onder jaarbudgetrekening 2021/ACT-218;
BESLUIT:
Artikel 1:
De werken 'Grote Markt, aanleg van terrassen en ontharding' zoals omschreven in het voorgestelde lastenboek worden goedgekeurd
Art 2:
De opdracht waarvan sprake in artikel 1 wordt goedgekeurd voor een geraamd bedrag van 275.599,60 euro excl. btw of 333.475,52 incl. btw.en vergen een aanpassing van het meerjarenplan vooraleer deze gegund kunnen worden.
Art 3:
De opdracht wordt gegund bij wijze van een openbare procedure na aanpassing van het MJP 2020-2025
Gelet op het schrijven van de coördinator -erfgoedconsulent van IOED Zuid-Hageland houdende een ontwerp reglement voor een subsidie ter ondersteuning van het onderhoud van Zoutleeuws klein religieus erfgoed;
Overwegende dat om in aanmerking te komen voor deze subsidie cumulatief aan bepaalde voorwaarden moeten worden voldaan, zijnde:
- het klein religieus erfgoed heeft een publieke functie;
- de aanvrager is een privaat persoon of lokale vereniging;
- de aanvrager voert de werken vrijwillig en in eigen beheer uit of besteed deze uit aan een deskundig en gekwalificeerd uitvoerder;
- de geplande werken zijn nog niet gestart;
- de voorziene subsidieerbare kosten overschrijden het maximumbedrag van €1.000,00 niet.
Overwegende dat de subsidie kan aangewend worden voor:
- de terugbetaling van benodigde materialen voor werken in eigen beheer;
- de terugbetaling van uitbestede werken door een deskundig en gekwalificeerd uitvoerder.
Overwegende dat de subsidie kan toegekend worden op basis van volgende cumulatieve voorwaarden :
- de aanvraag krijgt een positief advies van de intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst;
- er zijn voldoende beschikbare kredieten in het jaarlijkse budget;
- de aanvraag wordt positief beoordeeld door het schepencollege;
BESLUIT:
Artikel 1:
De N-VA heeft een amendement voorgelegd. Met 1 stem voor, 12 stemmen tegen en 4 onthoudingen werd het amendement afgewezen.
Art. 2:
Het reglement 'subsidie ter ondersteuning van het onderhoud van Zoutleeuws kleine religieus erfgoed' goed te keuren als volgt:
Art. 1 DOEL:
De stad Zouteeuw voorziet binnen de perken van de op het budget goedgekeurde kredieten in een subsidie ter ondersteuning van het onderhoud van niet-beschermd klein religieus erfgoed op haar grondgebied. Het onderhoud gebeurt door, of onder coördinatie van een privaat persoon of lokale vereniging. Het beoogde klein religieus erfgoed heeft een publieke functie.
Art. 2 BEGRIPSBEPALINGEN:
1° Klein religieus erfgoed: Onder klein religieus erfgoed verstaan we kapellen, boomkapellen kruisen, gevelniskapellen en heiligenbeelden.
2° Niet-beschermd: Het klein religieus erfgoed is niet beschermd op basis van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met uitzondering van klein religieus erfgoed dat gelegen in beschermde stads- of dorpsgezichten en cultuurhistorische landschappen zonder goedgekeurd beheersplan (te raadplegen via www.geo.onroerenderfgoed.be).
3° Publieke functie: Het klein religieus erfgoed heeft een opbaar karakter, is zichtbaar vanaf het openbaar domein of via een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang.
Art. 3 BEGUNSTIGDEN:
De subsidie kan toegekend worden aan:
1° private personen;
2° lokale verenigingen die het beheer van klein religieus erfgoed op zich nemen.
Art. 4 AANVRAAGVOORWAARDEN:
§ 1. Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet cumulatief aan volgende voorwaarden zijn voldaan:
1° het klein religieus erfgoed heeft een publieke functie;
2° de aanvrager is een privaat persoon of lokale vereniging;
3° de aanvrager voert de werken vrijwillig en in eigen beheer uit of besteed deze uit aan een deskundig en gekwalificeerd uitvoerder;
4° de geplande werken zijn nog niet gestart;
5° de voorziene subsidieerbare kosten overschrijden het maximumbedrag van 1.000,00 euro niet.
§ 2. De subsidie kan aangewend worden voor:
1° de terugbetaling van benodigde materialen voor werken in eigen beheer;
2° de terugbetaling van uitbestede werken door een deskundig en gekwalificeerd uitvoerder.
§ 3. De subsidieerbare werken beperken zich tot werken aan het klein religieus erfgoed zelf. Verfraaiingswerken of onderhoud van de omgeving kunnen gekoppeld worden aan onderhoud van het klein religieus erfgoed maar komen niet in aanmerking voor subsidie binnen het hier voorliggende reglement.
§ 4. Door een aanvraag in te dienen, verbindt de aanvrager zich tot volgende bepalingen:
1° De geplande handelingen worden uitgevoerd zoals beschreven in de aanvraagdossier. (art. 6 §1)
2° Alle kosten boven het subsidieerbare bedrag en boven de raming zijn ten laste van de aanvrager.
3° Het klein religieus erfgoed wordt goed en regelmatig onderhouden.
4° De publieke functie van het klein religieus erfgoed blijft bestendigd voor 10 jaar
Art. 5 SUBSIDIEVOORWAARDEN:
§ 1. Een subsidie kan toegekend worden op basis van volgende cumulatieve voorwaarden:
1° De aanvraag krijgt een positief advies van de intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst.
2° Er zijn voldoende beschikbare kredieten in het jaarlijkse budget.
3° De aanvraag wordt positief beoordeeld door het College van Burgemeester en Schepenen;
Art. 6 AANVRAAGPROCEDURE:
§ 1. Het aanvraagdossier bevat volgende stukken:
1° een volledig en correct ingevuld aanvraagformulier;
2° een beschrijving van de geplande handelingen, materialen en technieken;
3° een raming van de voorziene uitgaven, op basis van de kostprijs van de benodigde materialen of een offerte van een deskundig en gekwalificeerd uitvoerder.
§ 2. Aanvragen kunnen gedurende het hele jaar ingediend worden. Bij gebrek aan beschikbare kredieten wordt de behandeling en toekenning van de aanvraag doorgeschoven naar het eerstvolgende kalenderjaar.
§ 3. Aanvragen worden bij voorkeur digitaal ingediend via IOED of kunnen op papier aan de balie van het AC Aen Den Hoorn 1, 3440 Zoutleeuw afgegeven worden.
§ 4. Aanvragen moeten minimaal 30 dagen voor de voorziene uitvoerdatum van de geplande handelingen ingediend worden.
Art. 7 BEHANDELING- EN TOEKENNINGSPROCEDURE:
§ 1. Indien het aanvraagdossier onvolledig is of indien er vragen zijn in verband met de uitvoeringswijze kan de adviserende intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst bijkomende informatie opvragen of een plaatsbezoek organiseren.
§ 2. De intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst adviseert het College van Burgemeester en Schepenen over de geplande uitvoeringswijze.
§ 3. De financiële dienst adviseert het College van Burgemeester en Schepenen over de voorziene kostprijs en de beschikbare kredieten.
§ 4. Het College van Burgemeester en Schepenen beoordeelt de aanvraag en beslist binnen de 30 dagen over de toekenning van een subsidie. De aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van de beslissing.
Art. 8 VERANTWOORDINGSPROCEDURE:
§ 1. De aanvrager dient op de wijze beschrijven in art. 6 § 3 de nodige bewijsstukken (art. 8 §2 3°) uiterlijk 3 maanden na afronding van de werken in ter beoordeling.
§ 2. Ongeacht het toegekende subsidiebedrag:
1° zijn de geplande handelingen uitgevoerd zoals omschrijven in het aanvraagdossier;
2° wordt de subsidie aangewend voor het doel waarvoor ze werd toegekend;
3° worden volgende verantwoordingsstukken bezorgd aan het stadsbestuur:
§ 3. Het College van Burgemeester en Schepenen beoordeelt de verantwoordingsstukken. Indien er vragen zijn in verband met de uitvoeringswijze kan er bijkomende informatie opgevraagd worden en/of een plaatsbezoek georganiseerd worden.
Art. 9 BETALINGSMODALITEITEN:
§ 1. De aanvrager financiert de benodigde materialen en/of door derden uitgevoerde werken.
§ 2. De vereffening volgt na controle van de bewijsstukken. Indien het geraamde bedrag na herberekening op basis van de bewijsstukken lager is dan het toegekende bedrag, wordt het verschil in mindering gebracht bij vereffening.
§ 3. De stad Zoutleeuw schrijft de subsidie binnen 30 dagen na goedkeuring van de verantwoording over op de door de aanvrager in het aanvraagformulier vermelde bankrekening.
Art. 10 INWERKINGTREDING:
Dit reglement treedt in werking met ingang van 01/09/2021.
Art. 3:
Onderhavige beslissing bekend te maken krachtens de bepalingen van het decreet lokaal bestuur d.d. 22/12/2017.
BESLUIT:
De gemeenteraad neemt kennis van de volgende vragen van de raadsleden en de antwoorden namens het schepencollege.
Raadslid L. Everaerts: PFOS : zijn er staalnames gebeurd in Zoutleeuw, door wie en waar kan de informatie desgevallend bekomen worden. De burgemeester antwoordt dat in Zoutleeuw geen stalen zijn genomen, maar met de bevoegde instanties contact genomen wordt met de vraag of dit moet gebeuren.
Raadslid L. Everaerts: AED toestellen : waarom niet op voetbalveld? Schepen I. Beelen : de stad heeft publieke plaatsen gekozen waar de meeste mensen samenkomen, inzonderheid in publieke gebouwen en OC's. De stad kan onmogelijk toestellen voorzien op privédomeinen waar mensen samenkomen. De voorzitter bevestigt dat de stad Zoutleeuw een goed aanbod heeft (1 op 1000 inwoners) in vergelijking met andere steden en gemeenten en dat verenigingen ertoe aangezet kunnen worden een toestel te plaatsen. Raadslid Guy Dumst bevestigt dit. Schepen I. Beelen laat ook nog weten dat de cursussen in functie van het gebruik van de toestellen wegens corona niet konden doorgaan, maar binnenkort kunnen opgestart worden. Schepen R. Mertens verwijst ook naar de alternatieven in de scholen waarbij de nadruk wordt gelegd op het aanleren van reanimatietechnieken.
Raadslid M. Boyen vraagt of er in Zoutleeuw opnieuw een zomerschool wordt ingericht gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. Schepen R. Mertens bevestigt de organisatie in samenwerking met het Huis van het Kind en deelt mee dat het dossier ook aanvaard is voor subsidie. De maximum capaciteit van 20 inschrijvingen werd al bereikt. De lesgevers en animatoren werden geëngageerd. Ook de gemeente Linter participeert op eigen grondgebied. Kinderen van Geetbets en Kortenaken zijn ook welkom in Zoutleeuw en Linter.
Raadslid M. Boyen : infovergadering actieplannen ter bestrijding van wateroverlast Zoutleeuw centrum aantal jaren geleden: wat is er uitgevoerd, afgevoerd, uitgesteld herwerkt? Schepen R. Mertens geeft aan dat de gemeenteraad al eerder tot 1 van de belangrijkste maatregelen uit het actieplan heeft besloten, inzonderheid de aankoop van de gronden voor het wachtbekken tussen de Dormaalsebeek en spoorweg om te vermijden dat stroomopwaarts water massaal naar de Kleine Gete/Vloedgracht stroomt.
De voorzitter vult aan : ook aantal terugslagkleppen geplaatst; grachten ook massaal terug opengemaakt. De burgemeester : wateroverlast is een constante waakzaamheid in overleg met de VMM over maatregelen voor de Gete en de Vloedgracht, ingrepen door Provincie, onderhandelingen met landbouwers voor dammen ter bestrijding van erosie; onthardingsmaatregelen. Er wordt ook opnieuw samengezeten met AQF en VMM om de pijnpunten terug te evalueren. Raadslid G. Dumst : klep aan de Vistrappen is vernieuwd met de nieuwe technieken (inwendig i.p.v. uitwendig). De klep is niet zichtbaar, maar is er wel. Voorzitter : al sedert de middeleeuwen werkt Zoutleeuw aan deze problematiek, generatie na generatie. De vorming van wachtbekkens is een nieuw gegeven dat het sluitstuk moet vormen. De burgemeester dankt tenslotte het stadspersoneel (Passsant, TUD en administratie) die dag en nacht klaar hebben gestaan.
Raadslid L. Everaerts kaart het oneigenlijk parkeren van fietsers en scooters aan op de voetpaden van de Grote Markt, waardoor voetgangers op de weg moeten lopen en de toegang tot bepaalde horeca zelfs verhinderd wordt. L. Everaerts formuleert 3 vragen :
-komt er voor dit parkeerprobleem een oplossing voor horeca?
-zal de politie optreden of moet er een stadswacht ingezet worden?
-procedure afleveren en controle uitbatingsvergunningen?
De burgemeester zal deze vragen volgende gemeenteraad beantwoorden.
Raadslid L. Everaerts : parameters voor het toekennen van subsidies. Raadslid G. Dumst verwijst naar de reglementen van de adviesraden waarin deze parameters zijn opgenomen. Schepen A. Reniers vult aan met de mededeling dat de cultuurraad verzocht zal worden de reglementen, gelet op de ouderdom ervan, te evalueren en bij te sturen.
Raadslid L. Everaerts : asfalt op de kruising Terweiden met Grazenseweg is weggereden en vol met gaten. Schepen P. Mathues : wordt meegenomen in de planning voor onderhoud.