Terug
Gepubliceerd op 04/05/2024

Besluit  Gemeenteraad

do 25/04/2024 - 20:00

Belasting- en retributiereglement voor de gemeentelijke begraafplaatsen

Aanwezig: Lutgarde Denivel, voorzitter
Guy Dumst, burgemeester
Carl Kempeneers, Raf Lambeets, Dries Matterne, Carine Winnen, schepenen
Boudewijn Herbots, Viki Tweepenninckx, Etienne Wouters, Louis Heeren, Ilse Beelen, Nico Jordens, Annita Reniers, Michel Boyen, Lode Everaerts, Annelies Galand, Anne Cooremans, Jan Laporte, José Helaers, raadsleden
Sandra Blockx, algemeen directeur

Gelet op het decreet van 22/12/2017 over het lokaal bestuur;

Gelet op het decreet van 16/01/2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14/05/2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria;
 
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21/10/2005 tot bepaling van de voorwaarden waaraan een doodskist of een ander lijkomhulsel moet beantwoorden;
 
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24/02/2006 tot vaststelling van de wijzen van lijkbezorging, de asbestemming en de rituelen van de levensbeschouwing die kunnen opgenomen worden in de schriftelijke kennisgeving van de laatste wilsbeschikking die aan de ambtenaar van de burgerlijke stand kan overgemaakt worden;
 
Gelet op de omzendbrief BA-2006/03 van 10/03/2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004;
 
Gelet op het besluit van de Gemeenteraad van 28/01/2014 tot vaststelling van het huishoudelijk reglement op de gemeentelijke begraafplaatsen;
 
Gelet op het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen van de stad Zoutleeuw, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 25/04/2024;
 
Gelet op het ontwerp van belasting- en retributiereglement voor de gemeentelijke begraafplaatsen, zoals gevoegd als bijlage bij huidige beslissing;

Overwegende dat de Gemeenteraad in het verleden vijf onderscheiden belasting- en retributiereglementen heeft vastgesteld, als volgt:

-          het retributiereglement op de verkoop van grafkelders, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 27 november 2001

-          het retributiereglement op concessies op de gemeentelijke begraafplaatsen, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 23 december 2004

-          het retributiereglement op de verkoop van gedenkstenen voor de urnenvelden van de gemeentelijke begraafplaatsen, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 25 maart 2014

-          het belastingreglement op de ontgraving van stoffelijke overschotten, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 18 december 2018

-          het belastingreglement op de vreemde begravingen, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 18 december 2018 en zoals gewijzigd door de gemeenteraad op 26 oktober 2023;

Overwegende dat er nood is aan coördinatie van deze reglementeringen en dat zij moeten afgestemd op het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen van de stad Zoutleeuw, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 25/04/2024;

Overwegende dat de ruimte op de begraafplaatsen schaars is en maximaal voor de inwoners van de stad Zoutleeuw moet worden voorbehouden; dat een belasting voor vreemde begravingen om die reden verantwoord is; dat het tarief van het reglement van 18/12/2018 wordt behouden; dat vrijstellingen worden voorzien voor de personen die in een geconcedeerde begraving worden bijgezet of bijbegraven en personen die tijdens hun leven een hechte band met Zoutleeuw hebben opgebouwd;

Overwegende dat de reglementering van de retributie voor de toekenning van een concessie en de verlenging ervan sterk worden vereenvoudigd; dat de regeling geheel is afgestemd op het nieuwe huishoudelijk reglement; dat de tarieven billijk zijn en in een goede verhouding staan tot het aan de concessiehouder toegekende exclusief gebruiksrecht; dat hetzelfde geldt voor de terbeschikkingstelling van een grafkelder gedurende de concessietermijn;

Overwegende dat een retributie moet worden aangerekend voor ontgravingen; dat hierin een onderscheid moet worden gemaakt tussen de ontgraving van stoffelijke overschotten en de ontgraving van asurnen, aangezien er op het vlak van inzet van arbeidsmiddelen en arbeidsuren een wezenlijk verschil is tussen beide types van ontgraving;

Overwegende dat het stadsbestuur naamplaatjes levert voor de gedenkzuil aan de strooiweide; dat hiervoor een retributie moet worden aangerekend; dat hetzelfde geldt voor de gedenkplaatjes aan de gedenkbomen, van zodra deze beschikbaar zijn;

Overwegende dat een retributie wordt aangerekend aan de begrafenisondernemer in het geval de aankomst van de overledene om welke reden dan ook plaatsvindt buiten de periode waarin begraving mogelijk is volgens het huishoudelijk reglement; dat de voor de begraving afgesproken tijdstippen moeten worden gerespecteerd; dat terzake enige soepelheid kan worden gehanteerd, maar dat het niet opgaat om nog buiten de in het reglement vastgestelde perioden aan te komen; dat het personeel in de tussentijd moet wachten op de aankomst van de begrafenisondernemer en niet voor andere taken kan worden ingezet; dat het personeel navolgend volgens de toepasselijke rechtspositieregeling recht zal hebben op compensatie volgens de regeling voor overuren; dat hierdoor de normale bezetting van de dienst tijdens de gewone arbeidsuren in het gedrang kan komen; dat erop wordt gerekend dat de afgesproken tijdstippen voortaan maximaal worden gerespecteerd en dat de retributie, voor zoveel als nodig, een ontradend effect zal hebben;

Overwegende dat het verplicht opleggen van eenvormige urnensteentjes voor alle gemeentelijke begraafplaatsen is strijdig met artikel 5 van het BVR van 14/05/2004; dat het leveren en plaatsen van urnenstenen bovendien geen gemeentelijke kerntaak is; dat het verplicht gebruik van een door de stad te leveren steen en de daaraan gekoppelde retributie moeten worden afgeschaft;  

Overwegende dat het past het voorliggend ontwerp van reglement goed te keuren;

Publieke stemming
Aanwezig: Lutgarde Denivel, Guy Dumst, Carl Kempeneers, Raf Lambeets, Dries Matterne, Carine Winnen, Boudewijn Herbots, Viki Tweepenninckx, Etienne Wouters, Louis Heeren, Ilse Beelen, Nico Jordens, Annita Reniers, Michel Boyen, Lode Everaerts, Annelies Galand, Anne Cooremans, Jan Laporte, José Helaers, Sandra Blockx
Voorstanders: Lutgarde Denivel, Guy Dumst, Carl Kempeneers, Raf Lambeets, Dries Matterne, Carine Winnen, Boudewijn Herbots, Viki Tweepenninckx, Etienne Wouters, Louis Heeren, Ilse Beelen, Nico Jordens, Annita Reniers, Michel Boyen, Lode Everaerts, Annelies Galand, Anne Cooremans, Jan Laporte, José Helaers
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

BESLUIT:

 

Artikel 1:

Het belasting- en retributiereglement voor de gemeentelijke begraafplaatsen wordt vastgesteld als volgt:

Belasting- en retributiereglement voor de gemeentelijke begraafplaatsen

HOOFDSTUK 1: BELASTING OP VREEMDE BEGRAVINGEN

 

 

 

Artikel 1:

 

Voor de aanslagjaren 2024 en 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de begraving van al dan niet veraste stoffelijke overschotten, de bijzetting van veraste stoffelijke overschotten in een columbarium van personen  en de uitstrooiing van veraste stoffelijke overschotten op de strooiweide van personen die op de dag van hun overlijden niet in de bevolkingsregisters of het wachtregister van de stad Zoutleeuw zijn ingeschreven.

 

 

 

Artikel 2:

 

De belasting is verschuldigd door de aanvrager van de vreemde begraving.

 

 

 

Artikel 3:

 

De belasting wordt vastgesteld op 1.000 euro per begraving of bijzetting in het columbarium of uitstrooiing op de strooiweide.

 

 

 

Artikel 4:

 

Zijn vrijgesteld van de belasting op vreemde begravingen:

 

1)      de bijbegraving of bijzetting van het stoffelijk overschot van een begunstigde persoon van een nominatief toegekende concessie

 

2)      de begraving of bijzetting van een persoon als vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, 3°, 4° en 5°, van het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen van de stad Zoutleeuw, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 25 april 2024

 

3)      de begraving of bijzetting van de personen voor wie met toepassing van artikel 13 van huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen van de stad Zoutleeuw, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 25 april 2024, een kosteloze concessie van 50 jaar werd toegekend.

 

De begraving of bijzetting van al dan niet veraste stoffelijke overschotten van personen die op de dag van hun overlijden niet in de bevolkingsregisters of het wachtregister van de stad Zoutleeuw zijn ingeschreven kan na schriftelijke en gemotiveerde aanvraag worden vrijgesteld van de belasting op vreemde begravingen als de overleden persoon voldoet aan volgende cumulatieve voorwaarden:

 

-          in de laatste tien jaar voor het overlijden minstens vijf jaar in Zoutleeuw ingeschreven geweest zijn in het bevolkings- of vreemdelingenregister of wachtregister van de stad Zoutleeuw

 

-          familiebanden hebben in Zoutleeuw die de begraving of bijzetting op één van de gemeentelijke begraafplaatsen rechtvaardigt.

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist over de aanvragen tot vrijstelling als vermeld in het tweede lid.

 

 

 

Artikel 5:

 

De belasting wordt voorafgaand aan de begraving of de bijzetting contant betaald tegen de afgifte van een betalingsbewijs.

 

Bij gebrek aan contante betaling wordt de belasting ingekohierd.

 

 

 

 

 

HOOFDSTUK 2: RETRIBUTIES

 

 

 

AFDELING 1: CONCESSIES

 

Artikel 6:

 

§1. Een retributie ten behoeve van de stad is verschuldigd door de aanvrager(s) voor de verlening van een concessie, overeenkomstig het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen van de stad Zoutleeuw, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 25 april 2024.

 

De retributietarieven van de concessies worden vastgesteld als volgt, voor alle vormen van begraving of bijzetting op een van de gemeentelijke begraafplaatsen:

 

-concessie voor 1 persoon: 300 euro

 

-concessie voor 2 personen: 600 euro

 

-concessie voor 3 personen: 900 euro

 

-concessie voor 4 personen: 1.200 euro.

 

Voor de verlenging van een concessie bedraagt het retributietarief 400 euro, ongeacht of het een enkelvoudige of meervoudige concessie betreft.

 

§2. Als de concessie wordt verleend voor een persoon die op de dag van het overlijden niet was ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister of het wachtregister van de stad Zoutleeuw wordt het toepasselijke retributietarief als vermeld in §1 verdubbeld.

 

§3. In de gevallen waarin het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen van de stad Zoutleeuw, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 25 april 2024, bepaalt dat de concessie kosteloos wordt verleend, verlengd of hernieuwd, is geen retributie verschuldigd.

 

§4. Voor de verlenging van een concessie die werd verkregen voor de inwerkingtreding van huidig reglement, wordt het retributietarief als vermeld in §1, derde lid, toegepast.

 

In afwijking van het vorige lid is voor de verlenging van 30 jaar van een concessie met grafkelder, die werd verkregen voor de datum van inwerkingtreding van huidig reglement een retributie verschuldigd van 750 euro per m².

 

 

 

 

 

Artikel 7:

 

De retributie wordt vooraf betaald. Het retributiebedrag wordt in consignatie gegeven aan de financieel directeur of zijn gemachtigde bij het indienen van de aanvraag van de concessie of van de verlenging ervan en het is definitief verworven door de stad Zoutleeuw op de datum van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen tot verlening van de concessie.

 

Als de concessie wordt geweigerd door het college wordt het in consignatie gegeven bedrag terugbetaald op de rekening vanwaar de betaling is gebeurd.

 

Als het concessiebedrag niet of onvolledig is betaald, weigert het college van burgemeester en schepenen de concessie.

 

 

 

AFDELING 2: GRAFKELDERS

 

Artikel 8:

 

Een retributie ten behoeve van de stad is verschuldigd voor de terbeschikkingstelling gedurende de concessietermijn van een grafkelder op de gemeentelijke begraafplaatsen.

 

De retributie bedraagt:

 

-600 euro voor een grafkelder voor één persoon

 

-900 euro voor een grafkelder voor twee personen

 

-1.200 euro voor een grafkelder voor drie of vier personen.

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager(s) van de concessie of de concessiehouder(s).

 

De retributie moet voorafgaand aan de eerste of enige begraving worden betaald. Bij niet-betaling zal de retributie worden ingevorderd door de financieel directeur via burgerrechtelijke weg of op de wijze bepaald in artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

 

 

AFDELING 3: ONTGRAVING

 

Artikel 9:

 

§1. Onder ontgraving moet worden begrepen: het stoffelijk overschot of de asurn uit een perceel of nis halen om het een nieuwe bestemming te geven.

 

§2. Een retributie ten behoeve van de stad is verschuldigd door de aanvrager(s) voor de ontgraving van veraste en niet-veraste stoffelijke overschotten op de gemeentelijke begraafplaatsen, als volgt:

 

-ontgraving van niet-veraste stoffelijke overschotten: 1000 euro

 

-ontgraving van veraste stoffelijke overschotten, hierin begrepen de ontgravingen die plaatsvinden ingevolge een verzoek tot retroactieve thuisbewaring van de asurn als bedoeld in de artikelen 6 en 15 van het  huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen van de stad Zoutleeuw, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 25 april 2024: 200 euro.

 

Van de retributie zijn vrijgesteld:

 

1)      de ontgravingen op gerechtelijk bevel

 

2)      de ambtshalve ontgravingen in uitvoering van een besluit van de burgemeester, het college van burgemeester en schepenen of de gemeenteraad.

 

§3. De retributie wordt voorafgaand aan de ontgraving betaald. Bij niet-betaling zal de retributie worden ingevorderd door de financieel directeur via burgerrechtelijke weg of op de wijze bepaald in artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

 

 

AFDELING 4: NAAMPLAATJES AAN DE STROOIWEIDE

 

Artikel 10:

 

Een retributie is verschuldigd door de aanvrager(s) voor de bevestiging van een naamplaatje aan de strooiweide, als bedoeld in artikel 30 van het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen van de stad Zoutleeuw, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 25 april 2024. De retributie bedraagt 30 euro.

 

De retributie wordt voorafgaand aan de plaatsing van het naamplaatje betaald. Bij niet-betaling zal de retributie worden ingevorderd door de financieel directeur via burgerrechtelijke weg of op de wijze bepaald in artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

 

 

AFDELING 5: GEDENKPLAATJES AAN DE GEDENKBOOM

 

Artikel 11:

 

Een retributie is verschuldigd door de aanvrager(s) voor de plaatsing van een gedenkplaatje in de gedenkboom, als bedoeld in artikel 23 van het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen van de stad Zoutleeuw, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 25 april 2024. De retributie bedraagt 40 euro.

 

De retributie wordt voorafgaand aan de plaatsing van het gedenkplaatje betaald. Bij niet-betaling zal de retributie worden ingevorderd door de financieel directeur via burgerrechtelijke weg of op de wijze bepaald in artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

 

 

AFDELING 6: INZET VAN ARBEIDSMIDDELEN BUITEN DE DIENSTUREN

 

Artikel 12:

 

Voor begravingen die de tussenkomst of de aanwezigheid van medewerkers van het stadsbestuur vereisen is een retributie van 750 euro verschuldigd als de aankomst van de overledene op de begraafplaats om welke reden dan ook plaatsvindt buiten de perioden waarin begraving mogelijk is overeenkomstig artikel 3 van het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen van de stad Zoutleeuw, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 25 april 2024.

 

De retributie is verschuldigd door de begrafenisondernemer.

 

Bij niet-betaling zal de retributie worden ingevorderd door de financieel directeur via burgerrechtelijke weg of op de wijze bepaald in artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

De retributieplichtige kan van de betaling van de belasting worden vrijgesteld door het college in geval van overmacht, op grond van een gemotiveerd schriftelijk verzoek dat vergezeld gaat van de stukken die het geval van overmacht bewijzen.

 

 

 

 

 

 HOOFDSTUK 3: SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 13:

 

Worden opgeheven:

 

-          het retributiereglement op de verkoop van grafkelders, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 27 november 2001

 

-          het retributiereglement op concessies op de gemeentelijke begraafplaatsen, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 23 december 2004

 

-          het retributiereglement op de verkoop van gedenkstenen voor de urnenvelden van de gemeentelijke begraafplaatsen, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 25 maart 2014

 

-          het belastingreglement op de ontgraving van stoffelijke overschotten, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 18 december 2018

 

-          het belastingreglement op de vreemde begravingen, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 18 december 2018 en zoals gewijzigd door de gemeenteraad op 26 oktober 2023.

 

 

 

Artikel 14:

 

Dit reglement treedt in werking op 1 mei 2024.

In afwijking van het eerste lid treedt artikel 11 in werking op dezelfde datum als artikel 23 van het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen van de stad Zoutleeuw, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 25 april 2024.

 

Art. 2:

Deze beslissing in te schrijven op de lijst die wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285, §1, van het decreet van 22/12/2017 over het lokaal bestuur. Het reglement als vermeld in artikel 1 wordt tevens bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286, §1, 1°, van hetzelfde decreet.