De voorzitter opent de zitting op 25/09/2025 om 19:46.
Gelet op het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 32,277,278;
Gelet op het door de algemeen directeur voorgelegde ontwerp van de notulen;
Gelet op het zittingsverslag;
Gelet op het eredienstendecreet van 07/05/2004 en latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13/10/2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten en latere wijzigingen;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Minister van 27/11/2006 en latere wijzigingen;
Gelet op de omzendbrief BB/2013/01 van 01/03/2013 over de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22/12/2017;
Gelet op de jaarrekening boekjaar 2024 (financieel gedeelte en toelichting) van het kerkbestuur Sint-Bartholomeus Halle-Booienhoven ingediend door het centraal kerkbestuur op 13/06/2025;
Overwegende dat de jaarrekening 2024 van het kerkbestuur Sint-Bartholomeus Halle-Booienhoven werd goedgekeurd door de kerkraad op 23/05/2025 en werd ingediend door het centraal kerkbestuur op 13/06/2025 met €23.375,91 als exploitatieontvangsten en €26.348,02 als exploitatie-uitgaven en een exploitatieoverschot van €15.200,17;
Overwegende dat er geen investeringsontvangsten noch investeringsuitgaven zijn in 2024; dat 2024 echter toch wordt afgesloten met een investeringstekort van €6.557,67; dat dit tekort te wijten is aan een overschrijving van €6.557,67 op 01/01/2022 van een werkingsrekening naar een patrimoniumrekening; dat het kerkbestuur in de verklarende nota laat weten deze correctie te voorzien in budgetwijziging 2025 en er dus voor te zorgen dat het investeringsresultaat op €0,00 uitkomt;
Overwegende dat de kastoestand overeenstemt met de jaarrekening;
Overwegende dat alle verplichte documenten als toelichting bij de jaarrekening werden gevoegd;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
BESLUIT:
Artikel 1:
De jaarrekening boekjaar 2024 van het kerkbestuur Sint-Bartholomeus Halle-Booienhoven wordt gunstig geadviseerd.
Art. 2:
Afschrift van deze beslissing te zenden aan de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, aan het centraal kerkbestuur Zoutleeuw en aan het betrokken kerkbestuur.
Gelet op het eredienstendecreet van 07/05/2004 en latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13/10/2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten en latere wijzigingen;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Minister van 27/11/2006 en latere wijzigingen;
Gelet op de omzendbrief BB/2013/01 van 01/03/2013 over de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22/12/2017;
Gelet op de jaarrekening boekjaar 2024 (financieel gedeelte en toelichting) van het kerkbestuur Sint-Cyriacus Budingen ingediend door het centraal kerkbestuur op 26/06/2025;
Gelet op het besluit van de kerkraad van 13/06/2025, waarbij voornoemde jaarrekening werd vastgesteld met volgend resultaat:
- exploitatieoverschot van €20.170,11 en een investeringsoverschot/tekort van €0,00;
Overwegende dat de kastoestand overeenstemt met de jaarrekening en dat alle verplichte documenten als toelichting bij de jaarrekening zijn gevoegd;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
BESLUIT:
Artikel 1:
De jaarrekening boekjaar 2024 van het kerkbestuur Sint-Cyriacus Budingen wordt gunstig geadviseerd.
Art. 2:
Afschrift van deze beslissing te zenden aan de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, aan het centraal kerkbestuur Zoutleeuw en aan het betrokken kerkbestuur.
Gelet op het eredienstendecreet van 07/05/2004 en latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13/10/2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en de centrale besturen van de erkende erediensten, en latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Minister van 27/11/2006 m.b.t. de vaststelling van de modellen van de boekhouding van eredienstbesturen en latere wijzigingen;
Gelet op de omzendbrief BB/2013/01 van 01/03/2013 over de boekhouding van de besturen van de eredienst en latere wijzigingen;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22/12/2017;
Gelet op het gunstig advies van het aartsbisdom Mechelen-Brussel d.d. 15/07/2025;
Overwegende dat het centraal kerkbestuur Zoutleeuw het meerjarenplan 2026-2031 van het kerkbestuur Sint-Cyriacus Budingen heeft ingediend;
Overwegende dat op het overleg d.d. 23/05/2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de stad Zoutleeuw de meerjarenplannen van de kerkbesturen Sint-Leonardus en Sint-Martinus van Zoutleeuw uitvoerig werden besproken; dat er geen uitleg verschaft werd over de plannen van Sint-Cyriacus in het volgende meerjarenplan; dat op 17/05/2025 per mail meegedeeld werd dat Sint-Cyriacus in het nieuwe meerjarenplan geen subsidie van de gemeente nodig heeft;
Overwegende dat in dit meerjarenplan enkel een gemeentelijke exploitatietoelage gevraagd wordt voor 2031 ten bedrage van €210;
Overwegende dat er geen investeringstoelage werd ingeschreven;
BESLUIT:
Artikel 1 :
Het meerjarenplan 2026-2031 van het kerkbestuur Sint-Cyriacus wordt goedgekeurd.
Art. 2 :
Een afschrift van onderhavige beslissing over te maken aan de provinciegouverneur, het bisdom, het kerkbestuur Sint-Cyriacus Budingen en het centraal kerkbestuur.
Gelet op het decreet voor het lokaal bestuur van 22/12/2017, inzonderheid artikel 432;
Gelet op het lidmaatschap van de gemeente bij de dienstverlenende vereniging Interleuven;
Gelet op de gecoördineerde statuten van Interleuven zoals het laatst gewijzigd bij beslissing van 21/06/2023 van de algemene vergadering van Interleuven;
Gelet op de uitnodiging d.d. 27/06/2025 voor de algemene vergadering van Interleuven d.d. 24/09/2025 om 19.00 uur met volgende agenda:
Gelet dat het artikel 432 van het decreet van 22/12/2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat de algemene vergadering is samengesteld uit de vertegenwoordigers van de deelnemers en deze voor de gemeente/OCMW/politiezones rechtstreeks worden aangewezen door de gemeenteraden/OCMW-raden/politieraden uit hun leden en dat het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering;
Overwegende dat de gemeente haar volmachtsdrager(s) heeft aangeduid voor de volledige legislatuur;
Overwegende dat het mandaat evenwel voor iedere algemene vergadering moet bepaald worden;
Overwegende dat de uitnodiging van Interleuven niet tijdig ontvangen werd om te behandelen tijdens de gemeenteraad van juni en dat de gemeenteraad van september pas na de algemene vergadering van Interleuven doorgaat;
Overwegende dat de algemene vergadering van Interleuven d.d. 24/09/2025 behandeld werd door het Schepencollege;
Gelet op de beslissing van het Schepencollege d.d. 28/07/2025 houdende de bespreking van de dagorde en het vaststellen van het mandaat van de afgevaardigde;
Overwegende dat Guy Dumst (of zijn plaatsvervanger Boudewijn Herbots) het mandaat kreeg alle agendapunten op de algemene vergadering van Interleuven d.d. 24/09/2025, goed te keuren;
Overwegende dat de gemeenteraad deze beslissing dient te bekrachtigen;
BESLUIT:
Artikel 1:
De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing van het Schepencollege d.d. 28/07/2025 houdende de goedkeuring van de punten op de dagorde van AV Interleuven d.d. 24/09/2025 en de bepaling van het mandaat aan Guy Dumst (of zijn plaatsvervanger Boudewijn Herbots) om alle agendapunten van de dagorde goed te keuren.
Art. 2 :
Een afschrift van huidige beslissing over te maken aan Interleuven via e-mail : directiesecretariaat@interleuven.be.
Art. 3:
Onderhavige beslissing bekend te maken krachtens de wettelijke bepalingen.
Gelet op de nieuwe gemeentewet;
Gelet op het decreet voor het lokaal bestuur van 22/12/2017;
Gelet op het feit dat de stad aangesloten is bij Fluvius Opdrachthoudende Vereniging;
Gelet op het feit dat de gemeente/stad per aangetekend schrijven van 1/09/2025 werd opgeroepen om op digitale wijze deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging op 26/11/2025, met als agenda;
Gelet op het feit dat een dossier met documentatiestukken aan de gemeente/stad per brief van 1/09/2025 overgemaakt werd;
Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur; waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
Overwegende dat het mandaat evenwel voor iedere algemene vergadering moet bepaald worden;
Op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Na beraadslaging;
BESLUIT:
Artikel 1:
Guy Dumst, of diens plaatsvervanger Boudewijn Herbots krijgt het mandaat de punten op de dagorde van de buitengewone algemene vergadering van Fluvius OV d.d. 26/11/2025, goed te keuren.
Art. 2:
De vertegenwoordiger van de stad die zal deelnemen aan de digitale Buitengewone Algemene Vergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging op 26/11/2025 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Art. 3:
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan Fluvius Opdrachthoudende Vereniging, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e‑mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
Art. 4:
Onderhavige beslissing bekend te maken krachtens de wettelijke bepalingen.
Gelet op de nieuwe gemeentewet;
Gelet op het decreet voor het lokaal bestuur van 22/12/2017;
Gelet op het feit dat de stad voor één of meerdere activiteiten aangesloten is bij de Opdrachthoudende vereniging Riobra;
Gelet op het feit dat de agenda met documentatiestukken opgesteld werd door de Raad van Bestuur in zitting van 4/09/2025;
Gelet op de uitnodiging d.d. 5/09/2025 voor de buitengewone algemene vergadering van Riobra d.d. 4/12/2025 met als agenda:
Gelet op het feit dat een dossier met documentatiestukken aan de stad op digitale wijze op 5/09/2025 ter beschikking werd gesteld;
Gelet op het door de Raad van Bestuur opgestelde ontwerp van statutenwijzigingen die worden onderverdeeld in 5 luiken, met name (1) een wijziging van de zetel en van de naam, (2) een uitbreiding van de modaliteiten inzake de inbreng van rioleringsnetten, (3) een aantal aanpassingen ingevolge onder meer gewijzigde regelgeving en enkele actualiseringen/verduidelijkingen/ tekstverfijningen, (4) een wijziging aan de bijlage 3 van de statuten inzake de gouden aandelen en de warmte-activiteit en tot slot (5) een schrapping van bepalingen die niet langer van toepassing zijn;
Gelet op het niet-bindend advies van de Vlaamse Regering d.d. 23/07/2025 dat deel uitmaakt van het dossier ‘statutenwijzigingen’;
Gelet op het voorstel om de voorliggende statutenwijzigingen in werking te laten treden per 1/06/2026;
Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke Algemene Vergadering;
Overwegende dat de gemeente haar volmachtdrager(s) heeft aangeduid voor de volledige legislatuur;
Overwegende dat het mandaat evenwel voor iedere algemene vergadering moet bepaald worden;
Gelet op de bespreking in de gemeenteraad;
Gelet op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Na beraadslaging;
BESLUIT:
Artikel 1:
Guy Dumst, of diens plaatsvervanger Boudewijn Herbots, wordt gemandateerd om de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van Riobra d.d. 4/12/2025 goed te keuren:
Art. 2:
De vertegenwoordiger, of diens plaatsvervanger, wordt gemandateerd om zijn goedkeuring te hechten aan de voorgestelde statutenwijzigingen van Riobra, met inbegrip de voorgestelde wijziging van de zetel en de naamswijziging. Deze wijzigingen treden in werking op 1 januari 2026.
Art. 3:
De opdrachthoudende vereniging Riobra te verzoeken om de nodige bestuurlijke en vennootschapsrechtelijke acties te ondernemen om uitvoering te kunnen geven aan bovenstaande beslissing van deze gemeenteraad.
Art. 4:
De vertegenwoordiger van de gemeente/stad die zal deelnemen aan de Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Riobra op 4/12/2025 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Art. 5:
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Riobra, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e‑mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
Art. 6:
Onderhavige beslissing bekend te maken krachtens de wettelijke bepalingen.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;
Gelet op de wet gecoördineerd op 16/03/1968 betreffende de politie op het wegverkeer;
Gelet op het decreet van 16/05/2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het koninklijk besluit van 01/12/1975 inzake het algemeen reglement van de politie op het wegverkeer;
Gelet op het ministerieel besluit van 11/10/1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en het ministerieel besluit van 09/04/2021 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 11/10/1976;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23/01/2009 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens;
Gelet op het ministerieel rondschrijven van 03/04/2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14/03/2022 betreffende de doelstellingen voor de uitrol, de voorwaarden en de uitrol van semipubliek en publiek toegankelijke laadpunten;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 13/05/2024 en 12/08/2024 houdende de toetreding tot de concessieovereenkomst van de Vlaamse Overheid en de vastlegging van de locaties;
Overwegende dat in het kader van de uitrol van de publieke laadinfrastructuur op basis van een locatievoorstel door de laadpaaloperator voor Vlaams-Brabant, Total Energies, een laadpaal werd geplaatst in de Tiensestraat ter hoogte van huisnummer 39;
Overwegende dat de stad moet voorzien in de nodige signalisatie en bebording van de parkeerplaatsen, vastgelegd bij aanvullend politiereglement op het wegverkeer;
BESLUIT:
Artikel 1:
Het parkeren voor te behouden voor elektrische voertuigen op de twee parkeerplaatsen langs de laadpaal in de Tiensestraat ter hoogte van huisnummer 39.
Art. 2:
De bepaling van artikel 1 ter kennis te brengen van de weggebruikers door het plaatsen van het verkeersbord E9a elektrisch laden op de aangeduide twee plaatsen.
Art. 3:
De kosten voor het aanbrengen en onderhoud van de signalisatie en -markeringen op de gemeenteweg zijn ten laste van de stad.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;
Gelet op de wet gecoördineerd op 16/03/1968 betreffende de politie op het wegverkeer;
Gelet op het decreet van 16/05/2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het koninklijk besluit van 01/12/1975 inzake het algemeen reglement van de politie op het wegverkeer;
Gelet op het ministerieel besluit van 11/10/1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en het ministerieel besluit van 09/04/2021 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 11/10/1976;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23/01/2009 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens;
Gelet op het ministerieel rondschrijven van 03/04/2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14/03/2022 betreffende de doelstellingen voor de uitrol, de voorwaarden en de uitrol van semipubliek en publiek toegankelijke laadpunten;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 13/05/2024 en 12/08/2024 houdende de toetreding tot de concessieovereenkomst van de Vlaamse Overheid en de vastlegging van de locaties;
Overwegende dat in het kader van de uitrol van de publieke laadinfrastructuur op basis van een locatievoorstel door de laadpaaloperator voor Vlaams-Brabant, Total Energies, een laadpaal werd geplaatst in de Terweidenstraat ter hoogte van huisnummer 11;
Overwegende dat de stad moet voorzien in de nodige signalisatie en bebording van de parkeerplaatsen, vastgelegd bij aanvullend politiereglement op het wegverkeer;
BESLUIT:
Artikel 1:
Het parkeren voor te behouden voor elektrische voertuigen op de twee parkeerplaatsen langs de laadpaal in de Terweidenstraat ter hoogte van huisnummer 11.
Art. 2:
De bepaling van artikel 1 ter kennis te brengen van de weggebruikers door het plaatsen van het verkeersbord E9a elektrisch laden op de aangeduide twee plaatsen.
Art. 3:
De kosten voor het aanbrengen en onderhoud van de signalisatie en -markeringen op de gemeenteweg zijn ten laste van de stad.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;
Gelet op de wet gecoördineerd op 16/03/1968 betreffende de politie op het wegverkeer;
Gelet op het decreet van 16/05/2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het koninklijk besluit van 01/12/1975 inzake het algemeen reglement van de politie op het wegverkeer;
Gelet op het ministerieel besluit van 11/10/1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en het ministerieel besluit van 09/04/2021 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 11/10/1976;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23/01/2009 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens;
Gelet op het ministerieel rondschrijven van 03/04/2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14/03/2022 betreffende de doelstellingen voor de uitrol, de voorwaarden en de uitrol van semipubliek en publiek toegankelijke laadpunten;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 13/05/2024 en 12/08/2024 houdende de toetreding tot de concessieovereenkomst van de Vlaamse Overheid en de vastlegging van de locaties;
Overwegende dat in het kader van de uitrol van de publieke laadinfrastructuur op basis van een locatievoorstel door de laadpaaloperator voor Vlaams-Brabant, Total Energies, een laadpaal werd geplaatst in de Kerkstraat ter hoogte van huisnummer 32;
Overwegende dat de stad moet voorzien in de nodige signalisatie en bebording van de parkeerplaatsen, vastgelegd bij aanvullend politiereglement op het wegverkeer;
BESLUIT:
Artikel 1:
Het parkeren voor te behouden voor elektrische voertuigen op de twee parkeerplaatsen langs de laadpaal in de Kerkstraat ter hoogte van huisnummer 32.
Art. 2:
De bepaling van artikel 1 ter kennis te brengen van de weggebruikers door het plaatsen van het verkeersbord E9a elektrisch laden op de aangeduide twee plaatsen.
Art. 3:
De kosten voor het aanbrengen en onderhoud van de signalisatie en -markeringen op de gemeenteweg zijn ten laste van de stad.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;
Gelet op de wet gecoördineerd op 16/03/1968 betreffende de politie op het wegverkeer;
Gelet op het decreet van 16/05/2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het koninklijk besluit van 01/12/1975 inzake het algemeen reglement van de politie op het wegverkeer;
Gelet op het ministerieel besluit van 11/10/1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en het ministerieel besluit van 09/04/2021 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 11/10/1976;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23/01/2009 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens;
Gelet op het ministerieel rondschrijven van 03/04/2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14/03/2022 betreffende de doelstellingen voor de uitrol, de voorwaarden en de uitrol van semipubliek en publiek toegankelijke laadpunten;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 13/05/2024 en 12/08/2024 houdende de toetreding tot de concessieovereenkomst van de Vlaamse Overheid en de vastlegging van de locaties;
Overwegende dat in het kader van de uitrol van de publieke laadinfrastructuur op basis van een locatievoorstel door de laadpaaloperator voor Vlaams-Brabant, Total Energies, een laadpaal werd geplaatst in de Truiderpoort te Zoutleeuw ter hoogte van huisnummer 2;
Overwegende dat de stad moet voorzien in de nodige signalisatie en bebording van de parkeerplaatsen, vastgelegd bij aanvullend politiereglement op het wegverkeer;
BESLUIT:
Artikel 1:
Het parkeren voor te behouden voor elektrische voertuigen op de twee parkeerplaatsen langs de laadpaal in de Truiderpoort te Zoutleeuw ter hoogte van huisnummer 2.
Art. 2:
De bepaling van artikel 1 ter kennis te brengen van de weggebruikers door het plaatsen van het verkeersbord E9a elektrisch laden op de aangeduide twee plaatsen.
Art. 3:
De kosten voor het aanbrengen en onderhoud van de signalisatie en -markeringen op de gemeenteweg zijn ten laste van de stad.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;
Gelet op de wet gecoördineerd op 16/03/1968 betreffende de politie op het wegverkeer;
Gelet op het decreet van 16/05/2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het koninklijk besluit van 01/12/1975 inzake het algemeen reglement van de politie op het wegverkeer;
Gelet op het ministerieel besluit van 11/10/1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en het ministerieel besluit van 09/04/2021 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 11/10/1976;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23/01/2009 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens;
Gelet op het ministerieel rondschrijven van 03/04/2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14/03/2022 betreffende de doelstellingen voor de uitrol, de voorwaarden en de uitrol van semipubliek en publiek toegankelijke laadpunten;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 13/05/2024 en 12/08/2024 houdende de toetreding tot de concessieovereenkomst van de Vlaamse Overheid en de vastlegging van de locaties;
Overwegende dat in het kader van de uitrol van de publieke laadinfrastructuur op basis van een locatievoorstel door de laadpaaloperator voor Vlaams-Brabant, Total Energies, een laadpaal werd geplaatst in de Terweidenstraat te Zoutleeuw ter hoogte van huisnummer 45;
Overwegende dat de stad moet voorzien in de nodige signalisatie en bebording van de parkeerplaatsen, vastgelegd bij aanvullend politiereglement op het wegverkeer;
BESLUIT:
Artikel 1:
Het parkeren voor te behouden voor elektrische voertuigen op de twee parkeerplaatsen langs de laadpaal in de Terweidenstraat te Zoutleeuw ter hoogte van huisnummer 45.
Art. 2:
De bepaling van artikel 1 ter kennis te brengen van de weggebruikers door het plaatsen van het verkeersbord E9a elektrisch laden op de aangeduide twee plaatsen.
Art. 3:
De kosten voor het aanbrengen en onderhoud van de signalisatie en -markeringen op de gemeenteweg zijn ten laste van de stad.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;
Gelet op de wet gecoördineerd op 16/03/1968 betreffende de politie op het wegverkeer;
Gelet op het decreet van 16/05/2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het koninklijk besluit van 01/12/1975 inzake het algemeen reglement van de politie op het wegverkeer;
Gelet op het ministerieel besluit van 11/10/1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en het ministerieel besluit van 09/04/2021 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 11/10/1976;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23/01/2009 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens;
Gelet op het ministerieel rondschrijven van 03/04/2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14/03/2022 betreffende de doelstellingen voor de uitrol, de voorwaarden en de uitrol van semipubliek en publiek toegankelijke laadpunten;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 13/05/2024 en 12/08/2024 houdende de toetreding tot de concessieovereenkomst van de Vlaamse Overheid en de vastlegging van de locaties;
Overwegende dat in het kader van de uitrol van de publieke laadinfrastructuur op basis van een locatievoorstel door de laadpaaloperator voor Vlaams-Brabant, Total Energies, een laadpaal werd geplaatst in de Linterseweg te Zoutleeuw ter hoogte van huisnummer 34;
Overwegende dat de stad moet voorzien in de nodige signalisatie en bebording van de parkeerplaatsen, vastgelegd bij aanvullend politiereglement op het wegverkeer;
BESLUIT:
Artikel 1:
Het parkeren voor te behouden voor elektrische voertuigen op de twee parkeerplaatsen langs de laadpaal in de Linterseweg te Zoutleeuw ter hoogte van huisnummer 34.
Art. 2:
De bepaling van artikel 1 ter kennis te brengen van de weggebruikers door het plaatsen van het verkeersbord E9a elektrisch laden op de aangeduide twee plaatsen.
Art. 3:
De kosten voor het aanbrengen en onderhoud van de signalisatie en -markeringen op de gemeenteweg zijn ten laste van de stad.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;
Gelet op de wet gecoördineerd op 16/03/1968 betreffende de politie op het wegverkeer;
Gelet op het decreet van 16/05/2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het koninklijk besluit van 01/12/1975 inzake het algemeen reglement van de politie op het wegverkeer;
Gelet op het ministerieel besluit van 11/10/1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en het ministerieel besluit van 09/04/2021 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 11/10/1976;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23/01/2009 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens;
Gelet op het ministerieel rondschrijven van 03/04/2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14/03/2022 betreffende de doelstellingen voor de uitrol, de voorwaarden en de uitrol van semipubliek en publiek toegankelijke laadpunten;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 13/05/2024 en 12/08/2024 houdende de toetreding tot de concessieovereenkomst van de Vlaamse Overheid en de vastlegging van de locaties;
Overwegende dat in het kader van de uitrol van de publieke laadinfrastructuur op basis van een locatievoorstel door de laadpaaloperator voor Vlaams-Brabant, Total Energies, een laadpaal werd geplaatst in de Vestendreef te Zoutleeuw ter hoogte van huisnummer 2;
Overwegende dat de stad moet voorzien in de nodige signalisatie en bebording van de parkeerplaatsen, vastgelegd bij aanvullend politiereglement op het wegverkeer;
BESLUIT:
Artikel 1:
Het parkeren voor te behouden voor elektrische voertuigen op de twee parkeerplaatsen langs de laadpaal in de Vestendreef te Zoutleeuw ter hoogte van huisnummer 2.
Art. 2:
De bepaling van artikel 1 ter kennis te brengen van de weggebruikers door het plaatsen van het verkeersbord E9a elektrisch laden op de aangeduide twee plaatsen.
Art. 3:
De kosten voor het aanbrengen en onderhoud van de signalisatie en -markeringen op de gemeenteweg zijn ten laste van de stad.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;
Gelet op de wet gecoördineerd op 16/03/1968 betreffende de politie op het wegverkeer;
Gelet op het decreet van 16/05/2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het koninklijk besluit van 01/12/1975 inzake het algemeen reglement van de politie op het wegverkeer;
Gelet op het ministerieel besluit van 11/10/1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en het ministerieel besluit van 09/04/2021 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 11/10/1976;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23/01/2009 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens;
Gelet op het ministerieel rondschrijven van 03/04/2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14/03/2022 betreffende de doelstellingen voor de uitrol, de voorwaarden en de uitrol van semipubliek en publiek toegankelijke laadpunten;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 13/05/2024 en 12/08/2024 houdende de toetreding tot de concessieovereenkomst van de Vlaamse Overheid en de vastlegging van de locaties;
Overwegende dat in het kader van de uitrol van de publieke laadinfrastructuur op basis van een locatievoorstel door de laadpaaloperator voor Vlaams-Brabant, Total Energies, een laadpaal werd geplaatst in de Asbroekstraat te Zoutleeuw ter hoogte van huisnummer 88A;
Overwegende dat de stad moet voorzien in de nodige signalisatie en bebording van de parkeerplaatsen, vastgelegd bij aanvullend politiereglement op het wegverkeer;
BESLUIT:
Artikel 1:
Het parkeren voor te behouden voor elektrische voertuigen op de twee parkeerplaatsen langs de laadpaal in de Asbroekstraat te Zoutleeuw ter hoogte van huisnummer 88A.
Art. 2:
De bepaling van artikel 1 ter kennis te brengen van de weggebruikers door het plaatsen van het verkeersbord E9a elektrisch laden op de aangeduide twee plaatsen.
Art. 3:
De kosten voor het aanbrengen en onderhoud van de signalisatie en -markeringen op de gemeenteweg zijn ten laste van de stad.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;
Gelet op de wet gecoördineerd op 16/03/1968 betreffende de politie op het wegverkeer;
Gelet op het decreet van 16/05/2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het koninklijk besluit van 01/12/1975 inzake het algemeen reglement van de politie op het wegverkeer;
Gelet op het ministerieel besluit van 11/10/1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en het ministerieel besluit van 09/04/2021 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 11/10/1976;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23/01/2009 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens;
Gelet op het ministerieel rondschrijven van 03/04/2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14/03/2022 betreffende de doelstellingen voor de uitrol, de voorwaarden en de uitrol van semipubliek en publiek toegankelijke laadpunten;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 13/05/2024 en 12/08/2024 houdende de toetreding tot de concessieovereenkomst van de Vlaamse Overheid en de vastlegging van de locaties;
Overwegende dat in het kader van de uitrol van de publieke laadinfrastructuur op basis van een locatievoorstel door de laadpaaloperator voor Vlaams-Brabant, Total Energies, een laadpaal werd geplaatst Aen den hoorn te Zoutleeuw ter hoogte van huisnummer 12;
Overwegende dat de stad moet voorzien in de nodige signalisatie en bebording van de parkeerplaatsen, vastgelegd bij aanvullend politiereglement op het wegverkeer;
BESLUIT:
Artikel 1:
Het parkeren voor te behouden voor elektrische voertuigen op de twee parkeerplaatsen langs de laadpaal Aen den hoorn te Zoutleeuw ter hoogte van huisnummer 12.
Art. 2:
De bepaling van artikel 1 ter kennis te brengen van de weggebruikers door het plaatsen van het verkeersbord E9a elektrisch laden op de aangeduide twee plaatsen.
Art. 3:
De kosten voor het aanbrengen en onderhoud van de signalisatie en -markeringen op de gemeenteweg zijn ten laste van de stad.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;
Gelet op de wet gecoördineerd op 16/03/1968 betreffende de politie op het wegverkeer;
Gelet op het decreet van 16/05/2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het koninklijk besluit van 01/12/1975 inzake het algemeen reglement van de politie op het wegverkeer;
Gelet op het ministerieel besluit van 11/10/1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en het ministerieel besluit van 09/04/2021 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 11/10/1976;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23/01/2009 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens;
Gelet op het ministerieel rondschrijven van 03/04/2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14/03/2022 betreffende de doelstellingen voor de uitrol, de voorwaarden en de uitrol van semipubliek en publiek toegankelijke laadpunten;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 13/05/2024 en 12/08/2024 houdende de toetreding tot de concessieovereenkomst van de Vlaamse Overheid en de vastlegging van de locaties;
Overwegende dat in het kader van de uitrol van de publieke laadinfrastructuur op basis van een locatievoorstel door de laadpaaloperator voor Vlaams-Brabant, Total Energies, een laadpaal werd geplaatst in de Bosstraat te Zoutleeuw ter hoogte van huisnummer 8;
Overwegende dat de stad moet voorzien in de nodige signalisatie en bebording van de parkeerplaatsen, vastgelegd bij aanvullend politiereglement op het wegverkeer;
BESLUIT:
Artikel 1:
Het parkeren voor te behouden voor elektrische voertuigen op de twee parkeerplaatsen langs de laadpaal in de Bosstraat te Zoutleeuw ter hoogte van huisnummer 8.
Art. 2:
De bepaling van artikel 1 ter kennis te brengen van de weggebruikers door het plaatsen van het verkeersbord E9a elektrisch laden op de aangeduide twee plaatsen.
Art. 3:
De kosten voor het aanbrengen en onderhoud van de signalisatie en -markeringen op de gemeenteweg zijn ten laste van de stad.
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22/12/2017; Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij KB d.d. 16/03/1968;
Gelet op het decreet d.d. 16/05/2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het KB d.d. 01/12/1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Gelet op het MB d.d. 11/10/1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
Gelet op het BVR d.d. 23/01/2009 betreffende de aanvullende reglementen op de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op de nood om een parkeerplaats voor mindervaliden te creëren in de Koepoortstraat ter hoogte van 5 en 7;
Overwegende dat het gemeentewegen betreft;
BESLUIT:
Artikel 1:
In de Koepoortstraat ter hoogte van woning nr. 5 en 7 zal een parkeerplaats voor mindervaliden gecreëerd worden.
Art. 2:
De bepalingen van artikel 1 worden ter kennis gebracht aan de weggebruikers bij middel van volgende signalisatie:
Art. 3:
De lasten (kosten voor plaatsen, aanbrengen, onderhoud en vernieuwen van de signalisatie) worden gedragen door de beheerder van de weg.
Art. 4:
Dit reglement wordt voor toezicht digitaal overgemaakt aan de Vlaamse Overheid via het loket voor lokale besturen in de module toezicht.
Art. 5:
Aan dit reglement wordt uitvoering gegeven van zodra goedkeuring bekomen wordt vanwege de Minister (of bij het uitblijven van een beslissing vanaf de 60ste dag na de kennisgeving ervan) en treedt in voege van zodra de benodigde signalisatie werd geplaatst.
Art. 6:
Na goedkeuring door de Minister wordt tevens een afschrift van het reglement overgemaakt aan de lokale politie, incl. een afschrift van de goedkeuring.
Art. 7:
Deze beslissing bekend te maken conform de wettelijke bepalingen.
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22/12/2017; Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij KB d.d. 16/03/1968;
Gelet op het decreet d.d. 16/05/2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het KB d.d. 01/12/1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Gelet op het MB d.d. 11/10/1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
Gelet op het BVR d.d. 23/01/2009 betreffende de aanvullende reglementen op de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op de nood om een parkeerplaats voor mindervaliden te creëren in de Kerkstraat ter hoogte van huisnummer 15;
Overwegende dat het gemeentewegen betreft;
BESLUIT:
Artikel 1:
In de Kerkstraat ter hoogte van woning nr. 15 zal een parkeerplaats voor mindervaliden gecreëerd worden.
Art. 2:
De bepalingen van artikel 1 worden ter kennis gebracht aan de weggebruikers bij middel van volgende signalisatie:
Art. 3:
De lasten (kosten voor plaatsen, aanbrengen, onderhoud en vernieuwen van de signalisatie) worden gedragen door de beheerder van de weg.
Art. 4:
Dit reglement wordt voor toezicht digitaal overgemaakt aan de Vlaamse Overheid via het loket voor lokale besturen in de module toezicht.
Art. 5:
Aan dit reglement wordt uitvoering gegeven van zodra goedkeuring bekomen wordt vanwege de Minister (of bij het uitblijven van een beslissing vanaf de 60ste dag na de kennisgeving ervan) en treedt in voege van zodra de benodigde signalisatie werd geplaatst.
Art. 6:
Na goedkeuring door de Minister wordt tevens een afschrift van het reglement overgemaakt aan de lokale politie, incl. een afschrift van de goedkeuring.
Art. 7:
Deze beslissing bekend te maken conform de wettelijke bepalingen.
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22/12/2017; Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij KB d.d. 16/03/1968;
Gelet op het decreet d.d. 16/05/2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het KB d.d. 01/12/1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Gelet op het MB d.d. 11/10/1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
Gelet op het BVR d.d. 23/01/2009 betreffende de aanvullende reglementen op de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op de nood om vijf parkeerplaatsen voor mindervaliden te creëren op de parking Malbroek;
Overwegende dat het gemeentewegen betreft;
BESLUIT:
Artikel 1:
Op de parking Malbroek zullen er vijf parkeerplaatsen voor mindervaliden gecreëerd worden.
Art. 2:
De bepalingen van artikel 1 worden ter kennis gebracht aan de weggebruikers bij middel van volgende signalisatie:
Art. 3:
De lasten (kosten voor plaatsen, aanbrengen, onderhoud en vernieuwen van de signalisatie) worden gedragen door de beheerder van de weg.
Art. 4:
Dit reglement wordt voor toezicht digitaal overgemaakt aan de Vlaamse Overheid via het loket voor lokale besturen in de module toezicht.
Art. 5:
Aan dit reglement wordt uitvoering gegeven van zodra goedkeuring bekomen wordt vanwege de Minister (of bij het uitblijven van een beslissing vanaf de 60ste dag na de kennisgeving ervan) en treedt in voege van zodra de benodigde signalisatie werd geplaatst.
Art. 6:
Na goedkeuring door de Minister wordt tevens een afschrift van het reglement overgemaakt aan de lokale politie, incl. een afschrift van de goedkeuring.
Art. 7:
Deze beslissing bekend te maken conform de wettelijke bepalingen.
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22/12/2017; Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij KB d.d. 16/03/1968;
Gelet op het decreet d.d. 16/05/2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het KB d.d. 01/12/1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Gelet op het MB d.d. 11/10/1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
Gelet op het BVR d.d. 23/01/2009 betreffende de aanvullende reglementen op de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Overwegende dat bij wijze van proefopstelling een knip in de Neerlandensestraat ter hoogte van de N3 werd geplaatst om de verkeersveiligheid in de straat te verbeteren door onder andere betere zichtbaarheid en sluipverkeer te weren;
Dat uit de evaluatie van de proefopstelling blijkt dat de knip positief wordt beoordeeld en dat deze ingreep bijdraagt aan een aangenamere woonomgeving;
Dat het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) voorstelt om nog een veilige oversteekplaats te voorzien voor fietsers en voetgangers tussen de Neerlandensestraat en de Kerkstraat;
Overwegende dat deze bijkomende maatregel de veiligheid voor iedereen die zich te voet of met de fiets verplaatst verhoogt;
BESLUIT:
Artikel 1:
Op de N3 ter hoogte van woning nr.64 en 66 zal er een knip gemaakt worden op het kruispunt met de Neerlandensestraat. Deze knip zal een 10lm van de N3 geplaatst worden.
Art. 2:
De bepalingen van artikel 1 worden ter kennis gebracht aan de weggebruikers bij middel van volgende signalisatie:
Art. 3:
De lasten (kosten voor plaatsen, aanbrengen, onderhoud en vernieuwen van de signalisatie) worden gedragen door de beheerder van de weg.
Art. 4:
Dit reglement wordt voor toezicht digitaal overgemaakt aan de Vlaamse Overheid via het loket voor lokale besturen in de module toezicht.
Art. 5:
Aan dit reglement wordt uitvoering gegeven van zodra goedkeuring bekomen wordt vanwege de Minister (of bij het uitblijven van een beslissing vanaf de 60ste dag na de kennisgeving ervan) en treedt in voege van zodra de benodigde signalisatie werd geplaatst.
Art. 6:
Na goedkeuring door de Minister wordt tevens een afschrift van het reglement overgemaakt aan de lokale politie, incl. een afschrift van de goedkeuring.
Art. 7:
Deze beslissing bekend te maken conform de wettelijke bepalingen.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur (22/12/2017);
Gelet op de nieuwe gemeentewet (KB 24/06/1988);
Gelet op de verkeersregeling:
Gelet op de specifieke regelgeving i.v.m. de aanvullende reglementen:
Gelet op de plaatsing van 2 aanvullende trajectcontroles op het grondgebied van Zoutleeuw :
Gelet op de aanduiding en goedkeuring van de locaties trajectcontrole op het schepencollege van 18/08/2025;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing d.d. 22/06/2023 houdende de goedkeuring van de concessieovereenkomst trajectcontrole TaaS;
Gelet op het schepencollege besluit van 26/06/2023 aangaande verwerkersovereenkomst TM TaaS;
Overwegende dat het gemeentewegen betreft;
Overwegende dat de trajectcontrole op de Sint-Truidensesteenweg-Drieslaan gedeeltelijk buiten de bebouwde kom eindigt en dus een groot deel van de bebouwde kom Sint-Truidensesteenweg-Drieslaan in zijn traject opneemt;
Overwegend dat de trajectcontrole in Neerlandensestraat volledig binnen de bebouwde kom valt;
Overwegend dat binnen een trajectcontrole eenzelfde snelheidsregime gehanteerd moet worden;
Overwegende dat de maximumsnelheid onveranderd moet blijven na verplaatsing van de bebouwde kom op de Sint-Truidensesteenweg Drieslaan;
BESLUIT:
Artikel 1:
Het bord bebouwde kom op de Sint-Truidensesteenweg-Drieslaan ter hoogte van perceelnummer A219H 3de afdeling verplaatsen tot voor perceelnummer A222F 3de afdeling in de richting van Wilderen (Sint-Truiden).
Art. 2:
De bepalingen van artikel 1 ter kennis te brengen aan de weggebruikers door het plaatsen van de nodige verkeerssignalisatie en wegmarkeringen.
Art. 3:
De lasten (kosten voor plaatsen, aanbrengen, onderhoud en vernieuwen) van de signalisatie worden gedragen door de beheerder van de weg.
Art. 4:
Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan het Departement MOW via het digitaal loket (onder de categorie Reglementen en verordeningen > politieverordening op het wegverkeer).
Art. 5:
Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de afdeling Mobiliteit en Verkeersveiligheid.
Art. 6:
Aan dit reglement wordt uitvoering gegeven van zodra goedkeuring bekomen wordt vanwege de gemeenteraad en treedt in voege van zodra de benodigde signalisatie werd geplaatst.
Art. 7:
Elk aanvullend reglement op het wegverkeer dat strijdig is met bovenvermelde schikkingen wordt ingetrokken.
Gelet op het decreet Lokaal Bestuur van 22/12/2017 en latere wijzigingen;
Gelet op de omgevingsvergunningsaanvraag met kenmerk OMV_2025060460, ingediend door Christophe de Schrynmakers de Dormael op 14/05/2025 en volledig en ontvankelijk verklaard op 14/05/2025;
Gelet op het decreet van 3/05/2019 houdende de gemeentewegen;
Gelet op het decreet van 18/05/1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening;
Gelet op het Omgevingsdecreet, in het bijzonder op artikel 31:
Ҥ1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is, die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.”
Gelet op het Omgevingsbesluit, in het bijzonder op artikel 47:
“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
Gelet op de toelichting bij het Omgevingsdecreet en -besluit:
“Het decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:
• de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;
• de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden;
• beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;
• de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;
• de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.”
Gelet op de bepalingen dat elke beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet uitvoering geeft aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het decreet Gemeentewegen en dat elke aanvraag aan deze artikels getoetst dient te worden:
Artikel 3 (01/09/2019 - …)
Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4 (01/09/2019 - …)
Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
Overwegende dat de aanvraag gekend als OMV_2025060460 werd ingediend door Christophe de Schrynmakers de Dormael, wonende te Rue Léon Gramme, 1350 Orp-Jauche in het kader van de omgevingsvergunningsprocedure voor het verkavelen van 2 percelen grond in 3 loten (LOT 1, LOT 2 en LOT 3) voor vrijstaande bebouwing, waarbij de overige loten (LOT 4, LOT 5 en LOT 6) uit de verkaveling gesloten worden. De percelen die het voorwerp uitmaken van de aanvraag zijn belast met de (juridische) aanwezigheid van een voetweg, sentier nr. 25, die in de bestaande toestand niet meer zichtbaar aanwezig is, doch juridisch nog bestaat en gekwalificeerd dient te worden als een gemeenteweg overeenkomstig het nieuwe gemeentewegendecreet.
Overwegende dat een gedeelte van de bestaande voetweg (in een rode/roze kleur), ‘sentier nr. 25’ (breedte 1,00 meter), in de bestaande toestand diagonaal over de betrokken percelen loopt overeenkomstig de originele rechtsgeldige wegenatlastekening. In de nieuwe gewenste toestand heeft ‘sentier nr. 25’ bijgevolg een impact op zowel LOT 2 als LOT 3.
Overwegende dat de aanvrager een gedeeltelijke opheffing/afschaffing van de voetweg ‘Sentier nr. 25’ vraagt in de omgevingsvergunningsaanvraag voor het gedeelte van de voetweg dat zich op de betrokken percelen bevindt.
Overwegende dat de omgevingsaanvraag dus samenvattend het verkrijgen van een omgevingsvergunning beoogt voor het verkavelen van 2 percelen grond in 3 loten voor vrijstaande bebouwing waarbij de 3 achterliggende loten uit de verkaveling gesloten worden en waarbij eveneens:
• Sentier nr. 25 gedeeltelijk opgeheven/afgeschaft wordt;
Overwegende dat de aanvrager geen belofte tot gratis grondafstand heeft toegevoegd aan het dossier;
Beoordeling:
In de voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag wordt door de aanvrager een ontwerp van rooilijnplan toegevoegd. Het voornemen tot de gedeeltelijke opheffing van Sentier nr. 25 geeft uitvoering aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het decreet Gemeentewegen; derhalve dient voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag aan deze artikels getoetst te worden:
Artikel 3:
Sentier nr. 25 zoals gekend in de atlas der buurtwegen van de stad Zoutleeuw, is ter plaatse niet meer zichtbaar aanwezig doch juridisch nog steeds aanwezig. Door Sentier nr. 25 gedeeltelijk op te heffen voor het gedeelte dat gelegen is op de betrokken percelen wordt de doelstelling uit artikel 3 van het gemeentewegendecreet niet behaald. Er wordt op deze manier een doodlopende voetweg gecreëerd. Dit kan immers niet beschouwd worden als geïntegreerd beleid dat gericht is op enerzijds de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau en anderzijds een herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen (zowel op recreatief als functioneel vlak).
Artikel 4:
1° Het algemeen belang wordt bij de gedeeltelijke opheffing van Sentier nr. 25 niet gediend in het kader van haar doel als trage weg binnen het fijnmazig netwerk van trage wegen binnen de grenzen van de stad Zoutleeuw door het feit dat Sentier nr. 25 een doodlopend einde kent ter hoogte van het bestaande perceel 94C. Op deze manier kan er geen ontsluiting plaatsvinden van Sentier nr. 25 op de voorliggende gemeentweg, Broekstraat.
2° De gedeeltelijke opheffing van een voetweg dient steeds beschouwd te worden uitzonderingmaatregel die afdoende gemotiveerd moet worden. De aanvrager voorziet in een dergelijke afdoende motivatie, behalve een loutere motivatie dat de voetweg in de bestaande toestand niet langer zichtbaar, noch in feitelijk gebruik is. Bijgevolg kan de gedeeltelijke opheffing van Sentier nr. 25 niet beschouwd worden als (voldoende) uitzonderlijk.
3° De voorgestelde aanvraag ontsluit enkel de percelen van het projectgebied en heeft geen rechtsreeks effect op de mobiliteit van aanpalende gemeenten.
4° Gelet op de specifieke ligging is de inpassing van de voorgestelde maatregel in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief afwezig.
5° Het voorgestelde ontwerp doet geen afbreuk aan eerdere beleidsbepalingen van de stad Zoutleeuw.
Artikel 12 van het decreet Gemeentewegen maakt het mogelijk om de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg op te nemen in een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, op voorwaarde dat het gevraagde past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt volgens het decreet slechts voor zover de omgevingsaanvraag een ontwerp van rooilijnplan bevat, dat voldoet aan de decretale eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover de aanvraag een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat. De aanvraag omvat een rooilijnplan dd. 5 september 2024 en de gemeenteraad kan derhalve een beslissing nemen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.
Het openbaar onderzoek m.b.t. de omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden liep van 16 mei 2025 tot en met 15 juni 2025. Gedurende het openbaar onderzoek werd géén bezwaarschrift ingediend.
Niemand kan een gemeenteweg aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad. Het is tevens de uitdrukkelijke bevoegdheid van de gemeente om de ligging en de breedte van de gemeentewegen op haar grondgebied vast te leggen in gemeentelijke rooilijnplannen, dit ongeacht de eigenaar van de grond.
Artikel 16 en artikel 20 van het Decreet houdende de Gemeentewegen bepalen dat het rooilijnplan resp. het grafisch plan de eventuele waardevermeerdering bevat. Artikel 28 van het Gemeentewegendecreet bepaalt dat de waardevermindering of -vermeerdering wordt vastgesteld door een landmeter-expert, aangesteld door de gemeente. Juridisch volgt hieruit dat de kandidaatvergunningsaanvrager nog voor het indienen van een vergunningsaanvraag het college van burgemeester en schepenen zou moeten vragen om een landmeter-expert aan te stellen in functie van het vaststellen van de min/meerwaarde. Merk op dat in de parlementaire voorbereiding op artikel 28 Decreet Gemeentewegen, meer bepaald op p. 30 een voorbeeld waarbij er geen waardevermeerdering (en ook geen waardevermindering) is, m.n. de situatie waarbij een voormalige buurtweg opgeheven wordt en het tracé de facto al geruime tijd is verdwenen doordat het bebouwd is. De percelen beter gekend als Zoutleeuw, Afd. 4, Sectie B, nr. 94C en 94E zijn braakliggend, waardoor kan gesteld worden dat er in voor deze situatie een waardevermeerding voor kan doen. Eveneens stelt artikel 28 §2 van het Decreet Gemeentewegen dat waardeverminderingen en waardevermeerderingen ingevolge wijzigingen of verplaatsingen van een gemeenteweg op een goed van een zelfde eigenaar door de toepassing van dit decreet worden geacht elkaar te neutraliseren. De landmeter, aangesteld door de vergunningverlenende overheid heeft de waardevermeerdering, ten gevolge van de gedeeltelijk opheffing van de voetweg, begroot op € 126.800.
BESLUIT:
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt voorliggende beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg niet goed zoals aangeduid op het bijgevoegde ontwerp d.d. 5 september 2024 zoals gevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag met kenmerk OMV_2025060460 niet goed.
Art. 2:
§1. Tegen onderhavige beslissing is overeenkomstig de artn. 24 en 25 van het decreet Gemeentewegen administratief beroep mogelijk bij de Vlaamse Regering.
§2. Conform de artn. 31/1 en 56 van het Omgevingsdecreet dient eerst een beroep ingesteld te worden tegen de beslissing van de gemeenteraad aangaande de “zaak der wegen” en vervolgens tegen de beslissing aangaande de omgevingsvergunning.
Art. 3:
Dit besluit van de gemeenteraad is nietig:
- wanneer de omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelen van 2 percelen grond in 3 loten (LOT 1, LOT 2 en LOT 3) voor vrijstaande bebouwing, waarbij de overige loten (LOT 4, LOT 5 en LOT 6) uit de verkaveling gesloten worden met kenmerk OMV_2025060460 niet wordt verleend, of wanneer deze in administratief of jurisdictioneel beroep wordt vernietigd;
- wanneer het voorwerp van de omgevingsvergunning niet binnen de in de vergunning voorziene of wettelijke termijn wordt gerealiseerd.
Gelet op het decreet Lokaal Bestuur van 22/12/2017 en latere wijzigingen;
Gelet op de omgevingsvergunningsaanvraag met kenmerk OMV_2025030345, ingediend door Vlaamse Milieumaatschappij op 01/07/2025 en volledig en ontvankelijk verklaard op 01/07/2025;
Gelet op het decreet van 3/05/2019 houdende de gemeentewegen;
Gelet op het decreet van 18/05/1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening;
Gelet op het Omgevingsdecreet, in het bijzonder op artikel 31:
Ҥ1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is, die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.”
Gelet op het Omgevingsbesluit, in het bijzonder op artikel 47:
“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
Gelet op de toelichting bij het Omgevingsdecreet en -besluit:
“Het decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:
• de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;
• de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden;
• beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;
• de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;
• de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.”
Gelet op de bepalingen dat elke beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet uitvoering geeft aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het decreet Gemeentewegen en dat elke aanvraag aan deze artikels getoetst dient te worden:
Artikel 3 (01/09/2019 - …)
Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4 (01/09/2019 - …)
Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
Overwegende dat de aanvraag gekend als OMV_2025030345 werd ingediend door de Vlaamse Milieumaatschappij, gevestigd te Dokter De Moorstraat 24-26, 9300 Aalst in het kader van de omgevingsvergunningsprocedure voor structuurherstel en hoogwaterbescherming van de Kleine Gete. Binnen het projectgebied van de voorliggende aanvraag dient de voetweg nr. 13 verplaatst te worden. De percelen die het voorwerp uitmaken van de aanvraag zijn belast met de (juridische) aanwezigheid van een voetweg, voetweg nr. 13, die in de bestaande toestand nog zichtbaar aanwezig is alsook in gebruik is. Gelet op het huidig bestaan van voetweg nr. 13 dient deze voetweg beschouwd te worden als een gemeenteweg overeenkomstig het nieuwe gemeentewegendecreet. Daarnaast is er een aanpassing/wijziging van een gemeenteweg, meer bepaald van Chemin nr. 6 (op heden gekend als de Schipstraat), een gemeenteweg.
Overwegende dat sentier nr. 13 (breedte 1,60 meter), in de bestaande toestand diagonaal over de betrokken percelen afd. 2, sectie C, nrs. 169G en 169R loopt overeenkomstig de originele rechtsgeldige wegenatlastekening langsheen de Kleine Gete. In de nieuwe gewenste toestand blijft sentier nr. 13 een impact hebben op de betrokken percelen afd. 2, sectie C, nrs. 169G en 169R.
Overwegende dat de aanvrager een gedeeltelijke verplaatsing van de sentier nr. 13 vraagt in de omgevingsvergunningsaanvraag voor het gedeelte van de voetweg dat zich op de betrokken percelen bevindt. Sentier nr. 13 wordt verplaatst in een meer noord-westelijke richting, verder weg van de Kleine Gete, waarbij de breedte van de sentier nr. 13 ogenschijnlijk op basis van het rooilijnplan verbreed wordt.
Overwegende dat Chemin nr. 6 op heden gekend en in gebruik is als de Schipstraat. Deze loopt parallel langs de Kleine Gete.
Overwegende dat de voorliggende aanvraag een plaatselijke wijziging van de rooilijn van Chemin nr. 6 omvat. Deze wijziging omvat enerzijds een versmalling van het openbaar domein ter hoogte van de kadastrale percelen afd. 1, sectie C, nrs. 39Z en 39X, doch aan de kant van de Kleine Gete, en anderzijds een versmalling ter hoogte van de kadastrale percelen afd. 1, sectie C, nrs. 37R, 36D, 36D2, 35G, 34G2, 33G en 32E, doch eveneens aan de kant van de Kleine Gete.
Overwegende dat de omgevingsaanvraag dus samenvattend het verkrijgen van een omgevingsvergunning beoogt voor structuurherstel en hoogwaterbescherming van de Kleine Gete waarbij eveneens:
• Sentier nr. 13 gedeeltelijk verplaatst wordt;
• Chemin nr. 6 plaatselijk gewijzigd wordt
Overwegende dat de aanvrager geen belofte tot gratis grondafstand heeft toegevoegd aan het dossier;
Beoordeling:
In de voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag wordt door de aanvrager een ontwerp van rooilijnplan toegevoegd, zowel voor de gedeeltelijke verplaatsing van voetweg nr. 13 als voor de wijziging van de buurtweg nr. 59 (Schipstraat). Het voornemen tot de gedeeltelijke verplaatsing van voetweg nr. 13 en de wijziging van de buurtweg nr. 59 (Schipstraat) geeft uitvoering aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het decreet Gemeentewegen; derhalve dient voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag aan deze artikels getoetst te worden:
Artikel 3
Zowel sentier nr. 13, als chemin nr. 6, zoals gekend in de atlas der buurtwegen, zijn ter plaatse nog steeds zichtbaar aanwezig, alsook feitelijk in gebruik. Dit impliceert dat deze voet- en buurtweg ook juridisch nog steeds aanwezig is. Door sentier nr. 13 gedeeltelijk te verplaatsen in noord-westelijke richting (en tevens ogenschijnlijk te verbreden) en de breedte van Chemin nr. 6 plaatselijk licht te versmallen, wordt de doelstelling uit artikel 3 van het gemeentewegendecreet behaald. Dit kan immers beschouwd worden als geïntegreerd beleid dat gericht is op enerzijds de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau en anderzijds een herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen (zowel op recreatief als functioneel vlak).
Artikel 4
1° Het algemeen belang wordt bij de gedeeltelijke verplaatsing (en ogenschijnlijke verbreding) van sentier nr. 13 en de plaatselijke versmalling van chemin nr. 6 gediend in het kader van haar doel als trage weg binnen het fijnmazig netwerk van trage wegen binnen de grenzen van de stad Zoutleeuw. Dergelijke verplaatsing (en ogenschijnlijke) verbreding) van sentier nr. 13 en de plaatselijke versmalling van chemin nr. 6 zijn noodzakelijk aanpassingen die de stedenbouwkundige handelingen in het kader van de voorliggende aanvraag mogelijk maken waardoor het algemeen belang wordt gediend. De stedenbouwkundige handelingen worden immers aangevraagd in het kader van structuurherstel en hoogwaterbescherming van de Kleine Gete.
2° Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd. De gedeeltelijke verplaatsing (en ogenschijnlijke verbreding) van sentier nr. 13 en de plaatselijke versmalling van chemin nr. 6 wordt gemotiveerd in het kader van de omgevingsvergunningsaanvraag van structuurherstel en hoogwaterbescherming van de Kleine Gete waardoor een oplossing geboden wordt aan de water- en overstromingsgevoeligheid van Zoutleeuw en een scenario zoals dat van de laatste zware overstromingen te (kunnen) vermijden.
3° De voorgestelde aanvraag ontsluit enkel de percelen van het projectgebied en heeft geen rechtsreeks effect op de mobiliteit van aanpalende gemeenten.
4° Gelet op de specifieke ligging is de inpassing van de voorgestelde maatregel in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief afwezig.
5° Het voorgestelde ontwerp doet geen afbreuk aan eerdere beleidsbepalingen van de stad Zoutleeuw.
Artikel 12 van het decreet Gemeentewegen maakt het mogelijk om de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg op te nemen in een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, op voorwaarde dat het gevraagde past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt volgens het decreet slechts voor zover de omgevingsaanvraag een ontwerp van rooilijnplan bevat, dat voldoet aan de decretale eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover de aanvraag een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat. De aanvraag omvat twee rooilijnplannen dd. 12 juni 2025 en de gemeenteraad kan derhalve een beslissing nemen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.
Het openbaar onderzoek m.b.t. de omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden liep van 11 juli 2025 tot en met 9 augustus 2025. Gedurende het openbaar onderzoek werden 7 bezwaarschriften ingediend, doch hebben deze bezwaarschriften geen betrekking op de zaak der wegen. Bijgevolg dienen deze bezwaarschriften niet behandeld te worden bij de beoordeling van de zaak der wegen.
Niemand kan een gemeenteweg aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad. Het is tevens de uitdrukkelijke bevoegdheid van de gemeente om de ligging en de breedte van de gemeentewegen op haar grondgebied vast te leggen in gemeentelijke rooilijnplannen, dit ongeacht de eigenaar van de grond.
Artikel 16 en artikel 20 van het Decreet houdende de Gemeentewegen bepalen dat het rooilijnplan resp. het grafisch plan de eventuele waardevermeerdering bevat. Artikel 28 van het Gemeentewegendecreet bepaalt dat de waardevermindering of -vermeerdering wordt vastgesteld door een landmeter-expert, aangesteld door de gemeente. Juridisch volgt hieruit dat de kandidaatvergunningsaanvrager nog voor het indienen van een vergunningsaanvraag het college van burgemeester en schepenen zou moeten vragen om een landmeter-expert aan te stellen in functie van het vaststellen van de min/meerwaarde.
Artikel 28 §2 van het Decreet Gemeentewegen bepaalt dat waardeverminderingen en waardevermeerderingen ingevolge wijzigingen of verplaatsingen van een gemeenteweg op een goed van een zelfde eigenaar door de toepassing van dit decreet worden geacht elkaar te neutraliseren.
Het schattingsverslag opgemaakt door de landmeter, aangesteld door de bevoegde overheid voor de wegenis met betrekking tot de waardevermeerdering/-mindering, ten gevolge van de gedeeltelijke verplaatsing van sentier nr. 13 en de gedeeltelijke wijziging/aanpassing van chemin nr. 6, bevat op heden nog enkele onduidelijkheden die moeten aangevuld worden. Bijgevolg wordt voorgesteld dat de gemeenteraad in een volgende zitting een standpunt zal innemen over de omvang van de min/meerwaarde.
BESLUIT:
Artikel 1:
De rooilijn voor een gedeelte van chemin nr. 6 waarop het rooilijnplan d.d. 12 juni 2025 betrekking heeft, zoals gevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag voor structuurherstel en hoogwaterbescherming van de Kleine Gete met gemeentelijk kenmerk OMV_2025030345, wordt vastgelegd volgens datzelfde rooilijnplan.
Art. 2:
De rooilijn voor een gedeelte van sentier nr. 13 waarop het rooilijnplan d.d. 12 juni 2025 betrekking heeft, zoals gevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag voor structuurherstel en hoogwaterbescherming van de Kleine Gete met gemeentelijk kenmerk OMV_2025030345, wordt vastgelegd volgens datzelfde rooilijnplan.
Art. 3:
De gemeenteraad keurt voorliggende aanvraag over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg goed zoals aangeduid op het bijgevoegde ontwerp d.d. 12 juni 2025 en zoals gevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag met kenmerk OMV_2025030345. De gemeenteraad zal in de volgende zitting een standpunt innemen inzake de omvang van de vergoeding met betrekking tot de min/meerwaarde op basis van een schattingsverslag opgemaakt door de landmeter
Art. 4:
§1. Tegen onderhavige beslissing is overeenkomstig de artn. 24 en 25 van het decreet Gemeentewegen administratief beroep mogelijk bij de Vlaamse Regering.
§2. Conform de artn. 31/1 en 56 van het Omgevingsdecreet dient eerst een beroep ingesteld te worden tegen de beslissing van de gemeenteraad aangaande de “zaak der wegen” en vervolgens tegen de beslissing aangaande de omgevingsvergunning.
Art. 5:
Dit besluit van de gemeenteraad is nietig:
- wanneer de omgevingsvergunningsaanvraag voor structuurherstel en hoogwaterbescherming van de Kleine Gete met gemeentelijk kenmerk OMV_2025030345 niet wordt verleend, of wanneer deze in administratief of jurisdictioneel beroep wordt vernietigd;
- wanneer het voorwerp van de omgevingsvergunning niet binnen de in de vergunning voorziene of wettelijke termijn wordt gerealiseerd.
Gelet op de internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen;
Gelet op het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad d.d. 23/09/2021 houdende de ondertekening door de stad Zoutleeuw van het Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad d.d. 27/10/2022 houdende de ondertekening door de stad Zoutleeuw van het Burgemeestersconvenant 2050, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad d.d. 27/02/2025 houdende de kennisname van de inhoudelijke rapportering 2024 van het LEKP;
Gelet op het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030;
Gelet op het Regeerakkoord Vlaamse Regering 2019-2024, waarbij ook de Vlaamse en lokale overheden hun verantwoordelijkheid nemen en het goede voorbeeld geven. Net zoals de Vlaamse Overheid zullen gemeenten, steden, intercommunales, OCMW’s, provincies en autonome gemeentebedrijven worden gevraagd dat zij hun broeikasgassen met 40% reduceren in 2030 ten opzichte van 2015 en vanaf 2020 per jaar een energiebesparing van 2,09% realiseren op het energieverbruik van hun gebouwenpark (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed);
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad d.d. 23/09/2021 houdende de ondertekening door de stad Zoutleeuw van het Lokaal Energie- en Klimaatpact van de Vlaamse Regering en de Vlaamse steden en gemeenten van 4 juni 2021 aangaande het verbintenissen engagement inzake de algemenen engagementen en de vier werven behoudend 16 specifieke doelstellingen;
Gelet op het ‘FIT for 55’-pakket van de Europese Commissie waardoor Europese regelgeving in overeenstemming wordt gebracht met de doelstelling van de Europese Unie om in 2030 de netto-uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55% te verminderen ten opzichte van 1990. Met als gevolg de visienota van de Vlaamse Regering van 5 november 2021 ‘Bijkomende maatregelen Klimaat’ met een extra pakket aan maatregelen voor een reductie van 40% broeikasgasuitstoot (ten opzichte van 2005) voor de sectoren transport, bouw, landbouw, afval en industrie;
Gelet op art. 2 van het Decreet Lokaal Bestuur: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”;
Overwegende dat de stad Zoutleeuw het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0 ondertekende op 23/09/2021 en het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 ondertekende op 24/11/2022; dat dit pact de uitvoering ondersteunt van concrete klimaatacties om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken; dat dit past in het burgemeestersconvenant en de klimaatdoelstellingen van de hogere overheden;
Overwegende dat binnen het Lokaal Energie- en Klimaatpact een jaarlijkse inhoudelijke rapportering met betrekking tot de voortgang werd opgemaakt, voorgelegd aan de gemeenteraad en ingediend bij het Agentschap Binnenlands Bestuur; dat hiervoor gebruik werd gemaakt van het Lokaal Klimaatpactportaal, waar de Vlaamse overheid de monitoring van de doelstellingen bijhoudt;
Overwegende dat vanaf rapportering over 2024 de financiële rapportering gebeurt aan de hand van een bijlage met financiële verantwoording;
BESLUIT:
Enig artikel:
Kennis te nemen van de financiële rapportering 2024 betreffende het LEKP.
BESLUIT:
De gemeenteraad neemt kennis van de volgende vragen van de raadsleden en de antwoorden namens het schepencollege.
Voor de volledige weergave van de vragen en antwoorden wordt verwezen naar het zittingsverslag,
onderdeel vragen en antwoorden (audio).
Raadslid L. Pierards stelt een vraag over mobiliteitsproblemen, o.a. met foutief parkeren op de Linterseweg.
De burgemeester antwoordt niet op de hoogte te zijn van problemen.
Raadslid L. Pierards verduidelijkt zijn vraag (parkeergelegenheid ter hoogte van de nachtwinkel).
Schepen L. Arnauts antwoordt hoe dergelijke problemen gemeld kunnen worden bij de stad.
De burgemeester vult aan.
Raadslid A. Humblet verwijst naar de gevaarlijke situatie in de Stationsstraat van de afgelopen dagen ingevolge nutswerken, die ook gemeld werd aan de stad.
De burgemeester antwoordt hoe de melding hierover is afgehandeld.
Raadslid E. Wouters stelt dat de signalisatie bij omleidingen vaak niet sluitend of duidelijk is en vraagt meer toezicht voor een optimale signalisatie in functie van de veiligheid en het beperken van de hinder.
De burgemeester verduidelijkt het proces van aanvragen voor signalisatie en hoe deze behandeld wordt door de politie.
De voorzitter verzoekt het publiek de zaal de verlaten om over te gaan tot het besloten gedeelte van de vergadering.
De voorzitter sluit de zitting op 25/09/2025 om 20:55.